Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-50

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1091 van de heer Happart d.d. 16 januari 2001 (rappel van 7 december 2001) (Fr.) :
Vaste Commissie voor taaltoezicht. ­ Advies nr. 31200 omtrent de Vlaamse Maatschappij voor watervoorziening. ­ Toepassing van artikel 61, § 4, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

De VCT heeft u op 14 november laatstleden haar advies nr. 31200 toegestuurd. U hebt daarin kunnen lezen dat de VMW de voorschriften moet volgen die van toepassing zijn op de taalgrensgemeenten.

In dit geval is de taal van de inwoonster met zekerheid gekend door de VMW. Daarom moeten facturen en eventuele herinneringen haar in het Frans worden opgestuurd.

De VCT bevestigt haar voorgaand advies en oordeelt met 3 stemmen van de Franstalige afdeling en 2 stemmen en één onthouding van de Nederlandstalige afdeling dat deze klachten ontvankelijk en gegrond zijn.

De commissie gaat echter niet in op de vraag van de aanklaagster omtrent de opheffing van de boete van 200 frank die de VMW haar oplegt. De VCT neemt genoegen met het bevestigen van haar voorgaande adviezen.

De VCT zou echter verder kunnen gaan : artikel 61, § 4, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken stelt : « Zij vraagt aan de bevoegde overheden of rechtscolleges de nietigheid vast te stellen van alle administratieve handelingen, verordeningen, bescheiden, ... ».

Kan de geachte minister mij meedelen hoe vaak de VCT geprobeerd heeft om haar gezag te doen respecteren door artikel 61, § 4, toe te passen ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid heeft de Vaste Commissie voor taaltoezicht mij het volgende meegedeeld.

1. Het nieuwe betaalbiljet dat aan de particulier wordt toegestuurd moet beschouwd worden als een origineel document en niet als een vertaling.

2. De VCT acht zich onbevoegd om conflicten op te lossen die voortvloeien uit het niet-eerbiedigen van de uiterste termijn van betaling (bijvoorbeeld boetes en kosten van ingebrekestelling).

3. De VCT onderneemt in principe nooit juridische stappen tegen afzonderlijke administratieve handelingen, maar enkel in het algemeen belang, bijvoorbeeld indien een overheid niet over een taalkader beschikt, wat het voor deze overheid onmogelijk maakt haar taken te vervullen met eerbied voor de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.