Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-49

ZITTING 2001-2002

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1804 van de heer Malcorps d.d. 8 januari 2002 (N.) :
Federale politie. ­ Snelheidscontroles. ­ Onbewaakte camera's.

Gezien het hoog aantal verkeersslachtoffers is er politiek eensgezindheid gegroeid over de nood aan meer snelheidscontroles. En dit zowel via bemande als onbemande controles. Maar de indruk ontstaat dat er minder in plaats van meer snelheidscontroles gerealiseerd worden. En ook bij de effectieve werking van onbemande camera's en radars worden vragen gesteld.

Kan de geachte minister mij daarom antwoorden op volgende vragen :

1. Gedurende hoeveel uren vonden er snelheidscontroles plaats de laatste drie jaar, in totaal en opgesplitst per provinciale verkeerseenheid ? Hoeveel voertuigen werden er gecontroleerd, hoeveel overtredingen werden er vastgesteld en hoeveel PV's werden er opgemaakt, ook in het totaal en per provinciale verkeerseenheid ?

2. Hoeveel uren waren onbemande camera's en radars actief de voorbije drie jaar, in totaal en per provinciale verkeerseenheid ? Is het mogelijk ook de cijfers per camera te geven ? Hoeveel overtredingen werden vastgesteld, snelheids- en roodlicht-overtredingen, in totaal, per provinciale verkeerseenheid en per camera ? En hoeveel PV's werden opgemaakt in totaal, per provinciale verkeerseenheid en per camera ? Welke camera's waren niet of nauwelijks actief (bijvoorbeeld minder dan 20 uur per jaar) en wat was daarvan dan de reden ?

3. Zal de geachte minister, gezien de nieuwe prioriteit die aan verkeersveiligheid en verkeerscontroles wordt gegeven door de federale regering, erop toezien dat het aantal bemande en onbemande controles toeneemt ? Welke maatregelen zal hij daartoe nemen ?

4. Eén van de problemen wat de werking van onbemande camera's en radars betreft, blijkt de bevoegdheidsversnippering over maar liefst vijf verschillende ministers te zijn (de gewestminister bevoegd voor verkeer, de federale ministers bevoegd voor verkeer, Binnenlandse Zaken en Justitie en zelfs de minister van Economische Zaken wat de homologatie van de camera's betreft). Iedereen is het erover eens dat meer coördinatie nodig is opdat er niet enkel meer onbemande camera's en radars zouden komen, maar ook opdat deze effectief zouden werken en tot een krachtdadig vervolgingsbeleid met het oog op de verkeersveiligheid zouden leiden. Welke coördinerende initiatieven overweegt de geachte minister in dit verband ? Op welke wijze wordt het overleg georganiseerd als voorzien in het « koninklijk besluit van 11 oktober 1997 betreffende de bijzondere modaliteiten van het overleg voor de bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon, bestemd om op de openbare weg toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten » ? Is er een samenwerkingsprotocol voor het geheel van de problematiek van de plaatsing van de onbemande camera's, is er een samenwerkingsprotocol per camera ? Op welke wijze kunnen de procedures terzake verkort worden ?