2-1073/1

2-1073/1

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

13 MAART 2002


Wetsvoorstel houdende beperking voor onderaannemers om werk in de warme zones van kerncentrales in onderaanbesteding te geven

(Ingediend door mevrouw Anne-Marie Lizin)


TOELICHTING


De beslissing van de regering om de Belgische kerncentrales te sluiten houdt een groter veiligheidsrisico in op korte en op middellange termijn.

Verscheidene ongevallen en storingen hebben een zorgwekkend aspect van de veiligheid in kerncentrales van het PWR-type onlangs opnieuw aan het licht gebracht.

Centraal in die gevaarlijke toestand bevinden zich rondtrekkende kerntechnici waarmee wij werknemers bedoelen die vooral voor de revisies door onderaannemers in dienst genomen worden.

Het is immers zo dat centrales verouderen en dat hun rentabiliteit noch hun reële productiviteit erop vooruitgaat. Een van de middelen om steeds hetzelfde financieel resultaat te blijven boeken bestaat erin de onderhoudsperiodes van de eenheden of de tienjarige revisie zoveel mogelijk te bekorten (de jaarlijkse stopzetting bedraagt dan zes weken in plaats van acht). Temeer omdat de levensduur van de centrales thans bekend is.

De leidingen van de stoomgenerator zijn onderhevig aan slijtage en vervorming. Er treedt scheurvorming op in de doorvoering van de reactorkuip, de thermische beveiliging van de primaire reactorpompen, beschadiging van de antiseismische stootblokken in de put van de reactorkuip, mankementen van de controlestaafbundels, verbrossing van het staal van de reactorkuip.

De onderhoudsbeurten worden bijgevolg altijd maar lastiger en gevaarlijker, terwijl de vakbekwaamheid afneemt en er altijd maar minder tijd is om tot rationele maatregelen te komen.

Bij het stopzetten van een eenheid op het Belgisch grondgebied, zoals trouwens ook in Frankrijk, betreden allerhande werknemers de centrale, zoals bijvoorbeeld elektriciens, loodgieters, ketelmakers ... Zij hebben geen specifieke kennis van kernenergie en worden niet gecontroleerd op de totale stralingsdosis die ieder van hen op verschillende plaatsen kan oplopen.

Dat de kwaliteit van het onderhoud erop achteruitgaat vormt voortaan een gemiddeld risico voor de nucleaire veiligheid.

Door de duur van het onderhoud te bekorten neemt de werkdruk sterk toe, waardoor het aantal bedrijfsstoornissen stijgt. Tegelijkertijd veroudert het materiaal. Die fouten zijn nu echter toe te schrijven aan menselijk falen.

Daar komt nog bij dat uiteraard de goedkoopste onderaannemer de opdracht krijgt. Aangezien een eenheid maar voor zeer korte tijd wordt stopgezet en alle taken in een recordtempo uit te voeren zijn, levert dit winst op voor de bedrijfsleiding : een stopgezette reactor kost per dag ongeveer 20 miljoen frank. De onderaannemer daarentegen komt onder zware druk te staan voor de bescherming van de werknemers en vooral voor de effectieve veiligheid in de centrale.

Het onderzoek van EDF in 1996 naar onderaanbesteding en de studies van het IPCN in 1992-1993 en 1994 alsook het standpunt van de directie veiligheid van de Franse kerncentrales wijzen in dezelfde richting : vast staat dat onderaanbesteding een nefaste invloed heeft op de afnemende veiligheid in kerncentrales aangezien het aantal menselijke fouten, kwaadwillige handelingen en slordigheden bij de uitvoering van het werk toenemen.

Het spreekt vanzelf dat sommige werknemers van onderaannemers geen zicht hebben op het totale veiligheidsprobleem in kerncentrales in tegenstelling tot het vast personeel van de centrale. Daardoor zijn zij eerder geneigd tot slordigheden te begaan die de normale werknemers niet zouden begaan.

Het verbod voor onderaannemers om werk in de warme zones van kerncentrales verder in onderaanbesteding te geven mag dan ook niet worden gezien als een maatregel die de werkgelegenheid in gevaar brengt. Dat verbod brengt voor de bedrijfsleiding van de centrales juist de verplichting mee om essentiële werkzaamheden in de gevaarlijke zones te laten uitvoeren door personeel in vaste dienst.

De bedrijven behoren beter op de hoogte te zijn van de stralingsdosis die hun werknemers oplopen om de nodige gevolgen te kunnen trekken inzake preventie en om zich te bezinnen over de arbeidsorganisatie in de centrale teneinde het risico op blootstelling aan straling te beperken op de plaatsen waar dat risico ontstaat.

Bedrijven die het risico in de tijd spreiden over een groter aantal uitzendkrachten of werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, kunnen een hinderpaal vormen voor een efficiënt preventiebeleid gebaseerd op het beheersen van het stralingsgevaar waar dat ontstaat.

De bekwaamheidsproef in artikel 2 moet in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 25 van het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van ioniserende stralingen (ARIS).

Bescherming tegen stralingsgevaar is het doel van dit wetsvoorstel.

1º Het verbiedt werken verder in onderaanbesteiding te geven;

2º het verbiedt werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan het werk te zetten in zones waar de dosissnelheid per uur meer dan 2 millisievert kan bedragen indien dat personeel niet over de verplichte certificering beschikt en indien de werknemers die in de centrale werken, niet geslaagd zijn voor een bekwaamheidsproef die moet worden afgelegd vóór zij in de primaire zone werk uitvoeren.

Anne-Marie LIZIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Het is de onderaannemers van bedrijven die kerncentrales exploiteren verboden werken in de zone van de primaire kringloop, d.w.z. waar de dosissnelheid per uur meer dan 2 millisievert kan bereiken, verder in onderaanbesteding te geven aan externe onderaannemers.

Art. 3

De toegang tot de zones van de primaire kringloop van de kerncentrales is verboden voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een onderaannemer die niet voldoen aan de voorwaarden die zijn opgelegd voor de reguliere werknemers van het exploitatiebedrijf.

28 januari 2002.

Anne-Marie LIZIN.