2-409/6 | 2-409/6 |
29 NOVEMBER 2001
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Deze wet is van toepassing op autopsies die worden uitgevoerd op kinderen die onverwacht en om medisch onverklaarbare redenen vóór de leeftijd van één jaar overleden zijn.
Art. 3
De ouders van een kind van minder dan één jaar dat om medisch onverklaarbare redenen is overleden, kunnen een autopsie aanvragen om de doodsoorzaak op te sporen.
De arts die het overlijden vaststelt, is verplicht de ouders in kennis te stellen van dit recht en stelt hen voor een autopsie te laten uitvoeren in het kader van het postmortaal medisch onderzoek.
De beslissing van de ouders om de autopsie al dan niet aan te vragen dient op schrift te worden gesteld. Dit document wordt bij het medisch dossier van het kind gevoegd.
Art. 4
Het lichaam van het kind wordt overgebracht naar een centrum voor wiegendood van een algemeen ziekenhuis dat over een erkende dienst voor kindergeneeskunde, een erkende functie voor lokale neonatale zorg en een dienst voor anatomopathologie beschikt. Bovendien moet het centrum een specifieke expertise hebben voor opvang van ouders en familieleden van de overleden kinderen, die door de Koning nader kan worden omschreven.
De Koning bepaalt eveneens de nadere voorwaarden met betrekking tot het transport, de autopsie en de psychologische ondersteuning van de ouders en het gezin en stelt de financieringsregelen ter zake vast.
Art. 5
Als beide ouders overleden zijn, afwezig of onbekwaam verklaard zijn, met dien verstande dat de onbekwaam verklaarde ouders zoveel mogelijk en in verhouding tot hun begripsvermogen betrokken worden bij het beslissingsproces om de autopsie al dan niet te laten uitvoeren, kunnen de personen die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefenen ten aanzien van het kind beslissen de autopsie aan te vragen onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde regels die van toepassing zijn op de ouders.
Art. 6
Wanneer de autopsie is aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3 en 5, moet ze zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Daarbij moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de wensen van de ouders, en eventueel van de personen die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefenen ten aanzien van het kind.
Art. 7
De autopsie wordt uitgevoerd met respect voor het stoffelijke overschot volgens een standaardprotocol binnen het centrum voor wiegendood opgesteld door een patholoog-anatoom die is gespecialiseerd in de autopsie van kinderen. De vermelding « wiegendood » komt pas op het overlijdenscertificaat als een bewijs van autopsie is voorgelegd.
Art. 8
De resultaten worden aan de ouders meegedeeld tijdens een onderhoud, naar hun keuze door een arts van het centrum of door de arts aan wie op verzoek van de ouders de resultaten moeten worden overgezonden.
Art. 9
Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin ze in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Na vier jaar wordt de wet door de federale Kamers geëvalueerd.
Brussel, 29 november 2001.
De voorzitter van de Senaat,
De griffier van de Senaat,
Willy HENRARD.