2-674/2

2-674/2

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

19 APRIL 2001


Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, met de Bijlagen I, II en III, met de Protocollen en met de Slotakte, gedaan te Luxemburg op 21 juni 1999


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR DE HEER DEDECKER


1. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

De vertegenwoordiger van de minister wijst op het feit dat, indien de ratificatie van dit verdrag aan Belgische kant vertraging oploopt, België riskeert het enige land te worden dat het van kracht worden van de zeven sectoriële akkoorden in de weg staat, en dit tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie (juli-december 2001).

Reeds zeven lidstaten van de Unie hebben de ratificatie voltooid, terwijl zes andere lidstaten de procedure waarschijnlijk vóór het einde van het eerste semester van 2001 zullen hebben afgerond. Van de twee overblijvende lidstaten, te weten Nederland en België, heeft eerstgenoemd land reeds laten weten dat het de ratificatie vóór het einde van 2001 zal beëindigen. Bijgevolg heeft België er alle belang bij om de ratificatie uiterlijk samen met Nederland te voltooien.

Voorts waarschuwt de vertegenwoordiger van de minister voor het leggen van een verband tussen de ratificatie en de verdere onderhandelingen met de Zwitserse Bondsstaat. Zowel Zwitserland als de lidstaten van de Europese Unie verzetten zich hiertegen.

2. BESPREKING EN STEMMINGEN

De artikelen 1 en 2, alsook het wetsontwerp in zijn geheel, worden zonder bespreking eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur,
Jean-Marie DEDECKER.
De voorzitter,
Marcel COLLA.

De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als de tekst
van het wetsontwerp
(zie stuk Senaat nr. 2-674/1 ­ 2000-2001)