(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
De VCT heeft u op 14 november laatstleden haar advies nr. 31200 toegestuurd. U hebt daarin kunnen lezen dat de VMW de voorschriften moet volgen die van toepassing zijn op de taalgrensgemeenten.
In dit geval is de taal van de inwoonster met zekerheid gekend door de VMW. Daarom moeten facturen en eventuele herinneringen haar in het Frans worden opgestuurd.
De VCT bevestigt haar voorgaand advies en oordeelt met 3 stemmen van de Franstalige afdeling en 2 stemmen en één onthouding van de Nederlandstalige afdeling dat deze klachten ontvankelijk en gegrond zijn.
De commissie gaat echter niet in op de vraag van de aanklaagster omtrent de opheffing van de boete van 200 frank die de VMW haar oplegt. De VCT neemt genoegen met het bevestigen van haar voorgaande adviezen.
De VCT zou echter verder kunnen gaan : artikel 61, § 4, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken stelt : « Zij vraagt aan de bevoegde overheden of rechtscolleges de nietigheid vast te stellen van alle administratieve handelingen, verordeningen, bescheiden, ... ».
Kan de geachte minister mij meedelen hoe vaak de VCT geprobeerd heeft om haar gezag te doen respecteren door artikel 61, § 4, toe te passen ?