Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-12

ZITTING 1999-2000

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Landsverdediging

Vraag nr. 424 van de heer Kelchtermans d.d. 9 februari 2000 (N.) :
Belgische Krijgsmacht. ­ Defensie-uitgaven per inwoner. ­ Evolutie.

In The Military Balance 1999-2000 lees ik dat ons land in 1998 per inwoner 14 852 frank spendeerde aan defensie-uitgaven. In het kader van de huidige polemiek rond de begroting van Landsverdediging lijkt mij dit een zeer merkwaardig gegeven, aangezien ik bij deling van het huidige budget door het aantal inwoners wiskundig tot een heel ander resultaat kom.

Daarom verkreeg ik van de geachte minister graag antwoord op volgende vragen :

1. Welke bedroegen de defensie-uitgaven in ons land per inwoner respectievelijk in 1980, 1985, 1990, 1995 en 1999, ervan uitgaande dat men het budget van Landsverdediging deelt door het aantal inwoners ?

2. Hoe verklaart hij dat men in The Military Balance 1999-2000 een substantieel ander bedrag vermeldt ? Op basis van welke elementen werd deze berekening gemaakt ?

3. Hoe verklaart hij de spectaculaire daling in de uitgaven tussen 1985 en 1998 van 23 706 frank naar 14 582 frank per inwoner ? Werden voor de berekening in beide jaren dezelfde elementen in aanmerking genomen ?

4. Werden de berekeningen van de publicatie voor alle landen van de NATO op basis van dezelfde criteria opgemaakt ? Zo neen, kreeg ik graag het meest recente overzicht per lidstaat van de NATO van de defensie-uitgaven per inwoner op basis van het budget Landsverdediging. Welke conclusies trekt hij hieruit voor de positie van ons land ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag.

1. Voorafgaande beschouwingen

Het ministerie van Landsverdediging deelt jaarlijks statistieken mee aan het « International Institute for Strategic Studies » (IISS) teneinde het tijdschrift The Military Balance te voorzien van gevevens. De verschafte financiële gegevens zijn van twee orden :

­ pure begrotingsbedragen, rechtstreeks genomen uit de begroting van het ministerie van Landsverdediging;

­ statistieken van defensieuitgaven, voortkomende van Navostatistieken (« Defense Planning Questionnaire » : DPQ). De defensieuitgaven hergroeperen niet alleen de uitgaven geïmputeerd op het budget van het ministerie van Landsverdediging maar ook van deze in verband met :

· de pensioenen van het militair en burgerpersoneel van MLV;

· het onderwijs in BRD;

· enz.

Vóór de demilitarisatie van de rijkswacht was een gedeelte van het budget van dit korps eveneens mee opgenomen.

Het concept defensieuigaven werd ingevoerd op het niveau van de Navo teneinde de defensieinspanning van haar lidstaten te kunnen vergelijken zonder rekening te houden met nationaal eigen boekhoudkunidge regels.

2. Teruggeplaatst in dit algemeen kader, vindt het geachte lid hieronder het precieze antwoord op zijn vier vragen.

a) De defensieuitgaven per inwoner

1980 1985 1990 1995 1999
Dépenses de défense (OTAN) en francs belges constants 1990. ­ Defensieuitgaven (NAVO) in constante Belgische frank 1990 16 116 15 973 15 581 11 440 11 112
Dépenses de défense (OTAN) en francs belges courants. ­ Defensieuitgaven (NAVO) in courante Belgische frank 11 748 14 626 15 581 12 938 13 317
Budget de la Défense nationale en francs belges constants 1990. ­ Begroting van Landsverdediging in constante Belgische frank 1990 12 081 12 715 10 812 8 693 8 428
Budget de la Défense nationale en francs belges courants. ­ Begroting van Landsverdediging in courante Belgische frank 8 807 11 642 10 812 9 831 10 101

De gegevens met betrekking tot de defensieuitgaven en de bevolking zijn afkomstig van de statistieken van de NAVO en deze met betrekking tot de begroting van parlementaire documenten.

b) Juistheid van de gegevens van The Military Balance

Wat betreft de cijfers gepubliceerd in The Military Balance, valt op te merken dat deze hernomen onder de rubriek « Belgium » correct zijn. Daarentegen wijken de bedragen die voorkomen in tabel 50 gevoelig af van de bedragen meegedeeld aan het IISS, dit als gevolg van de omrekeningen in dollars. Om deze reden komen de hernomen defensieuitgaven niet overeen met de officiële statistieken van de NAVO, noch met de evolutie van de defensieuitgaven uitgedrukt in Belgische frank. Deze uitgaven in reële termen hebben tussen 1985 en 1998 een afname gekend van 28,5 % in plaats van 36,9 % vooropgesteld door The Military Balance.

c) Vermindering van de werkelijke uitgaven tussen 1985 en 1998

De spectaculaire afname van de defensieuitgaven tussen 1985 en 1998 is voornamelijk te wijten aan de volgende factoren :

­ de demilitarisering van de rijkswacht die, volgens de definitie van de NAVO, niet meer toeliet een gedeelte van het budget van de rijkswacht te integreren in de defensieuitgaven;

­ de blokkering van het budget van Landsverdediging tussen 1993 en 1998 die, zoals blijkt uit de tabel hieronder, een afname van het budget in constante frank veroorzaakt heeft.

d) Vergelijkbaarheid van statistische gegevens en relatieve positie van België

Voorzover de landen van de NAVO aan het IISS hun uitgaven meedelen op de wijze aanvaard door de NAVO, zijn de gegevens die in The Military Balance hernomen zijn vergelijkbaar.

Zoals hoger aangegeven, is het niet aangewezen om een vergelijking te maken op basis van budgetten, maar wel op basis van defensieuitgaven. Het geachte lid vindt hieronder een vergelijkende tabel van de defensieuitgaven per inwoner (in reële termen en uitgedrukt in dollars 1990) met drie andere landen die zich in een gelijkaardige macro-economische situatie bevinden.

Pays. ­ Land 1985 1990 1995 1999
Belgique. ­ België 447 466 342 333
Danemark. ­ Denemarken 498 516 480 474
Pays-Bas. ­ Nederland 494 496 407 391
Norvège. ­ Noorwegen 758 800 726 728

Deze tabel werd genomen uit de statistieken van de NAVO.

De conclusies die de NAVO trekt uit de vergelijking van de defensieuitgaven zijn geïntegreerd geworden in het grote nationale debat in verband met defensie dat gehouden werd in het Parlement.