(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Op 20 februari 1999 werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 11 januari 1999 tot regeling van de exploitatie van zonnecentra gepubliceerd.
Deze wet bepaalde dat zij in werking trad op de eerste dag van de derde maand die volgde op de bekendmaking.
Voor de exploitanten van onbemande zonnecentra, die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds in bedrijf waren, werd voorzien in een termijn van negen maanden, volgend op de datum waarop de wet in werking trad, om aan de bepalingen van de wet te voldoen.
Concreet betekent dit dat de wet in werking getreden is op 1 mei 1999 en dat vanaf 1 februari 2000 ook de onbemande centra aan de bepalingen van de wet dienen te voldoen.
Buiten enkele kleinere voorwaarden, voorziet artikel 4 van de wet dat « Een zonnecentrum niet kan werken in afwezigheid van een persoon die een opleiding overeenkomstig artikel 5 van deze wet genomen heeft ».
Gezien echter :
deze opleidingen nog steeds niet bepaald zijn door de gemeenschappen;
er nog geen enkel uitvoeringsbesluit is genomen;
het bijgevolg voor onbemande centra onmogelijk is om aan deze wet te voldoen voor 1 februari 2000;
het in de praktijk onmogelijk is de vele personen een opleiding te geven in de nog resterende tijd, en dit op voorwaarde dat er al een opleiding zou bepaald zijn door de gemeenschappen zodat ook de bemande centra niet aan de bepalingen van de wet kunnen voldoen,
Hoe denkt de geachte minister dit probleem op te lossen ? Ziet ze een andere mogelijkheid dan met onmiddellijke ingang, voor alle centra, een uitstel op deze wet toe te staan van minimaal 3 jaar ?