2-102/1 | 2-102/1 |
11 OKTOBER 1999
De inspanningen voor ontwikkelingshulp bleven in België de afgelopen jaren achter op de stijging van het BNP. Niet alleen de besparingsmaatregelen tot sanering van de overheidsfinanciën lagen aan de basis hiervan maar ook de problemen met betrekking tot een efficiënt beheer en gebruik van de overheidsgelden. Bovendien slaagt ons land er niet in om alles volledig uit te geven wat volgens de begroting ter beschikking staat. Ontwikkelingssamenwerking werkt per definitie in moeilijke omstandigheden. Het ontwikkelingscomité van de OESO stlet dan ook dat één derde van de projecten mislukken.
Deze malaise beperkt zich niet alleen tot België. Jaar na jaar gaat het totaalbedrag van de internationale officiële ontwikkelingshulp erop achteruit. Hoewel de leden van het ontwikkelingscomité van de OESO er zich toe verbonden hadden om 0,7 % van het BNP te reserveren voor ontwikkelingshulp, slagen enkel de Scandinavische landen en Nederland erin om dit doel te halen of zelfs te overschrijden. Meer nog, het gemiddelde van de donorgemeenschap bedroeg in 1996 slechts 0,25 %. Internationaal gezien plaatst België zich toch nog boven het OESO-gemiddelde. Enkele cijfers met betrekking tot de Belgische ontwikkelingssamenwerking zullen dit overigens verduidelijken :
1995 | 1996 | 1997 | 1998 | |
Ontwikkelingsuitgaven (in miljarden franken) Dépenses consacrées au développement (en milliards de francs) | 30,4 | 28,6 | 27,3 | 32,4 |
BNP PNB | 7 989 | 8 260 | 8 797 | 9 097 |
% van het BNP % du PNB | 0,37 | 0,34 | 0,31 | 0,36 |
De reorganisatie van het overheidsapparaat inzake ontwikkelingssamenwerking moet nu een efficiënter beheer van de overheidsgelden mogelijk maken. Daarom is het ook van belang dat dit hervormingsproces afgesloten wordt met een kwantitatieve stijging van het budget tot 0,7 % van het BNP. Uit een Europese opiniepeiling in opdracht van de Europese Commissie in 1998 blijkt dat 76 % van de bevolking vindt dat de voortzetting van de ontwikkelingshulp belangrijk tot zeer belangrijk is. Meer dan 51 % van de Europeanen is zelfs voorstander van een verhoging van de overheidshulp van hun land. Ook de politieke partijen hebben deze boodschap van de bevolking vertaald in hun verkiezingsprogramma waarbij nagenoeg alle partijen pleiten voor een geleidelijke doch onomkeerbare of onmiddellijke realisatie van 0,7 % van het BNP.
De Senaat,
gezien het belang van ontwikkelingshulp voor de duurzame ontwikkeling in de strijd tegen armoede en ongelijkheid;
rekening houdende met een streven naar een ware internationale samenwerking;
gezien de afspraak binnen het ontwikkelingscomité van de OESO om 0,7 % van het BNP aan ontwikkelingshulp te besteden;
verwijzende naar de resultaten van de Europese enquête van 1998 in de Europese lidstaten over het belang en de omvang van ontwikkelingshulp;
verwijzende naar het verkiezingsprogramma van de verschillende politieke partijen en de wil over de partijgrenzen om tot een substantiële verhoging van het budget te komen;
rekening houdende met de kwalitatieve vooruitgang van het overheidsapparaat belast met de ontwikkelingssamenwerking;
verwijzende naar de passage in het regeerakkoord met betrekking tot de geleidelijke en substantiële verhoging van de beschikbare middelen tot 0,7 % van het BNP;
verwijzende naar de algemene aanbevelingen van de Bijzondere Kamercommissie voor de opvolging van de problemen van het ABOS waar deze de regering eraan herinnert om tegen het jaar 2000, of zo snel mogelijk erna, de 0,7 % norm te halen en waar deze van elke regering bij haar aantreden verwacht dat zij aangeeft in welke mate de 0,7 % norm zal benaderd worden en op welke manier;
verzoekt de federale regering,
de onmiddelijke en onomkeerbare realisatie van de norm van 0,7 % van het BNP voor ontwikkelingshulp voor de begroting van het jaar 2000;
zich op internationaal niveau in te zetten om ook de andere leden van het ontwikkelingscomité ervan te overtuigen de afgesproken norm van 0,7 % van het BNP voor ontwikkelingssamenwerking na te leven;
deze resolutie over te maken aan het ontwikkelingscomité van de OESO.
Erika THIJS. Mia DE SCHAMPHELAERE. |