1-1423/1 | 1-1423/1 |
29 APRIL 1999
Vandaag is het onmogelijk voor personen die een geslachtsverandering ondergingen hun huwelijk te ontbinden omwille van die specifieke reden. Anderzijds is het voor gehuwde personen die een geslachtswijziging ondergingen onmogelijk die wijziging ook juridisch erkend te krijgen, zolang hun huwelijk niet werd ontbonden.
Die toestand is verwerpelijk om verschillende redenen.
De medische wereld erkent de geslachtswijziging in bepaalde gevallen als een noodzakelijke therapeutische ingreep. Deze ingreep wordt ook door de maatschappij aanvaard en door het RIZIV terugbetaald. Het burgerlijk recht staat die personen een voornaamswijziging toe.
Toch weigert ons rechtssysteem de juridische geslachtswijziging toe te kennen zolang het huwelijk van de persoon in kwestie niet ontbonden werd. Het huwelijk zou raken aan de openbare orde en het is volgens de vigerende rechtspraak onmogelijk een geslachtswijziging toe te staan bij gehuwden omdat dan een huwelijksband zou worden erkend tussen twee personen van hetzelfde geslacht. Momenteel worden gehuwde transseksuelen dus verplicht een echtscheiding aan te gaan zonder dat de grond voor die echtscheiding in de wetgeving is opgenomen. In vele gevallen is de onmogelijkheid van het verkrijgen van een juridische geslachtswijziging, waarbij de juridische staat in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke staat, de enige reden om een einde te maken aan een reeds jarenlang bestaand huwelijk.
De staat van de persoon raakt echter ook de openbare orde. Het is vereist dat elk gegeven van de burgerlijke stand waarheidsgetrouw is en zonodig verbeterd dient te worden in overeenstemming met de gewijzigde situatie.
Dit is een volkomen absurde situatie. Zowel het huwelijk als de staat van de persoon raken de openbare orde en staan in dit geval, volgens de vigerende wetgeving, met elkaar in strijd.
Het is duidelijk dat transseksuelen vandaag in het nauw worden gedreven en verplicht worden op basis van leugenachtige feiten te scheiden om een correcte staat van de persoon te verkrijgen, of om verder te leven onder hun huwelijkse staat terwijl hun feitelijke situatie in strijd is met de gegevens van hun burgerlijke stand, met alle gevolgen vandien. Dit is onaanvaardbaar en wijst erop dat ons rechtssysteem niet is aangepast aan mogelijke bestaande feitelijke situaties. Daarom willen wij voorstellen het rechtssysteem zo aan te passen dat het recht kan beantwoorden aan de feitelijke situaties van vandaag.
Wij opteren ervoor de wet in die zin te wijzigen dat transseksualiteit als grond voor echtscheiding in de wetgeving wordt ingeschreven. Daarnaast pleiten wij ervoor dat het beëindigen van een huwelijk geen voorwaarde meer kan zijn om de juridische geslachtswijziging aan een persoon toe te kennen. Het verschillend zijn van het geslacht van de partners is met name een toetredingsvoorwaarde voor het aangaan van een huwelijksverbintenis, doch de geslachtswijziging en het dus feitelijk gelijk zijn van geslacht kan geen grond tot nietigverklaring van deze verbintenis zijn.
Concreet stellen wij voor de mogelijkheid in te voeren om transseksualiteit als grond tot echtscheiding op te nemen in het Burgerlijk Wetboek en tegelijkertijd in ons recht te verduidelijken dat het hebben van de huwelijkse staat een juridische geslachtsverandering niet in de weg kan staan.
Bert ANCIAUX. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel 233bis ingevoegd, luidende.
« Art. 233bis . Ieder der echtgenoten kan echtscheiding vorderen op grond van geslachtswijziging van de echtgenoot of van zichzelf. Het bestaan van een huwelijk kan de juridische geslachtswijziging niet in de weg staan. De juridische geslachtswijziging brengt geen ambtshalve ontbinding van het huwelijk tot stand. »
Bert ANCIAUX. |