1-1378/2 | 1-1378/2 |
20 APRIL 1999
Het gaat om een exclusief federaal verdrag.
Een aanhangsel bij de overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting van 10 maart 1964 werd te Brussel ondertekend op 8 februari 1999.
Dit aanhangsel heeft voornamelijk tot doel de regeling die van toepassing is op de grensarbeiders aan te passen ingevolge een arrest van het hof van beroep van Luik gewezen na een verwijzing van het Hof van Cassatie (arrest Verast van 14 januari 1998), dat het grensarbeidersstelsel waarin de overeenkomst van 64 voorziet, beschouwt als een keuzestelsel.
De regeling waarin de overeenkomst voorziet, wordt niet fundamenteel gewijzigd daar de grensarbeiders uitsluitend in hun woonstaat belastbaar blijven. De regeling wordt evenwel aangepast, waarbij elke keuzemogelijkheid voor de betrokken belastingplichtigen uitgesloten wordt.
Het aanhangsel definieert de grensarbeiders als inwoners van een overeenkomstsluitende Staat die hun duurzaam tehuis in de grenszone van die Staat hebben en die hun activiteit uitoefenen in de grenszone van de andere overeenkomstsluitende Staat. De grenszone van elke Staat omvat alle gemeenten die gelegen zijn in de zone begrensd door de gemeenschappelijke grens van de beide Staten en een lijn getrokken op een afstand van 20 km van die grens.
De nieuwe grensarbeidersregeling wordt toegepast op de inkomsten betaald of toegekend vanaf 1 januari 1999.
Van het aanhangsel werd gebruik gemaakt om de bepalingen betreffende de non-discriminatie aan te passen. Bijgevolg genieten de inwoners van een Staat die hun activiteit uitoefenen in de andere Staat en die in die andere Staat belastbaar zijn (het gaat hier dus niet om grensarbeiders) de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen uit hoofde van de gezinstoestand of gezinslasten welke die andere Staat aan zijn eigen inwoners verleent. Deze verminderingen moeten evenwel worden verminderd naar rata van het gedeelte van de beroepsinkomsten dat uit die andere Staat afkomstig is in verhouding tot het totale beroepsinkomen, ongeacht de herkomst ervan, waarvan die inwoners de begunstigden zijn.
Die laatste bepalingen zijn met terugwerkende kracht van toepassing op de inkomsten verkregen vanaf 1 januari 1996.
Een lid merkt op dat de tekst van het aanhangsel bij de overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting pas bij het begin van de vergadering beschikbaar was, wat de parlementaire controle moeilijk maakt.
Spreker is dus voornemens zich bij de stemming te onthouden.
Een ander lid verklaart dat hij zoals de vorige spreker die het heeft gehad over Zuid-Luxemburg, eveneens belang stelt in de overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting met Frankrijk, maar dan wat Henegouwen betreft. Het lid vindt het onontbeerlijk de overeenkomst te ratificeren vóór de ontbinding van de Kamers en schenkt vertrouwen aan de regering wat de inhoud ervan betreft.
De minister antwoordt dat de bepalingen van de overeenkomst van 1964 van toepassing blijven. Het Belgisch Hof van Cassatie heeft evenwel gemeend dat sommige passages een keuze mogelijk maken voor het Belgische systeem of voor het Franse systeem. Noch de Belgische autoriteiten noch de Franse wensen dit. Daarom werd het voorliggende aanhangsel opgesteld.
De artikelen 1 en 2 alsmede het wetsontwerp in zijn geheel worden aangenomen met 8 stemmen bij 1 onthouding.
Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor een mondeling verslag in de plenaire vergadering.
De rapporteur,
Charles-Ferdinand NOTHOMB. |
De voorzitter,
Valère VAUTMANS. |