1-1377/2 | 1-1377/2 |
20 APRIL 1999
1º Overeenkomst tussen de Republiek Oezbekistan en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en Protocol, ondertekend te Brussel op 14 november 1996,
2º en Aanvullend Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Oezbekistan, tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 november 1996, gedaan te Tashkent op 17 april 1998
Het gaat om een exclusief federaal verdrag.
De op 14 mei 1996 te Brussel ondertekende overeenkomst tussen België en Oezbekistan en de daarbij gevoegde protocollen, met inbegrip van het aanvullend protocol ondertekend te Tashkent op 17 april 1998, hebben tot doel dubbele belasting te vermijden en het ontgaan van belasting te voorkomen inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen.
Zoals de meeste gelijkaardige overeenkomsten die door België de laatste jaren worden gesloten, sluit de nieuwe Overeenkomst aan bij het model van overeenkomst dat door de OESO werd opgesteld.
Het vermijden van dubbele belasting wordt bereikt ofwel door het recht van belastingheffing uitsluitend aan de woonplaatsstaat van de belastingplichtige toe te kennen, ofwel door een al dan niet beperkt recht van belastingheffing aan de bronstaat toe te kennen, wat voor de woonplaatsstaat de verplichting meebrengt, hetzij de aldus in de bronstaat geheven belasting met zijn eigen belasting te verrekenen hetzij de in die Staat belastbare inkomsten vrij te stellen.
De Overeenkomst regelt bovendien de uitwisseling tussen de belastingadministraties van beide Staten van de inlichtingen die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepalingen van de Overeenkomst. Die uitwisseling gaat gepaard met de gewone voorzorgsmaatregelen.
Tot slot voorziet de Overeenkomst in een administratieve bijstand voor de invordering van de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.
Naar het voorbeeld van gelijkaardige overeenkomsten die door België reeds zijn gesloten, bevat de Overeenkomst bepalingen in het bijzonder betreffende een regeling voor onderling overleg, de beperking van de werking van de Overeenkomst en de non-discriminatie.
Over het aanvullend protocol van 17 april 1998 werd onderhandeld om het probleem van het juridisch vacuüm op te lossen waarmee de Belgische bedrijven in Oezbekistan geconfronteerd worden. Op 10 maart 1992 werd immers een protocol ondertekend tussen België en Oezbekistan waarin bepaald werd dat de overeenkomsten tussen België en de ex-Sovjet-Unie zouden blijven gelden in de betrekkingen tussen België en Oezbekistan tot op het ogenblik waarop ze zouden worden vervangen door nieuwe bilaterale overeenkomsten. Op die manier werd een juridisch vacuüm voorkomen. Op 26 augustus 1997 hebben de autoriteiten in Tashkent België evenwel meegedeeld dat het akkoord betreffende het voorkomen van dubbele belasting tussen België en de Sovjet-Unie niet langer van toepassing was in Oezbekistan omdat het in strijd was met de wetgeving en de economische belangen van Oezbekistan. Men werd dus geconfronteerd met een juridisch vacuüm dat diende aangevuld te worden.
De minister verstrekt de volgende gegevens betreffende Oezbekistan en de betrekkingen tussen België en Oezbekistan :
Oppervlakte : ongeveer 15 × België. Oezbekistan telt 22,8 miljoen inwoners.
De politieke toestand is vrij stabiel. Het politieke leven wordt beheerst door president Karimov. De vrees voor een destabilisering van het land wegens conflicten tussen verschillende etnische groepen of wegens conflicten in Afghanistan en Tadjikistan leidt ertoe dat de president kiest voor een autoritaire aanpak en een autoritair beleid.
Op economisch gebied is het land rijk aan delfstoffen. De economische hervorming en de privatisering staan nog in de kinderschoenen. Economische resultaten : groei + 2 %, inflatie ongeveer 40 %, werkloosheid ongeveer 2 %.
Wat het buitenlands beleid betreft, vaart het land een onafhankelijke koers en poogt het de afstand tussen Oezbekistan en Moskou even groot te houden als de afstand tussen Oezbekistan en Teheran. Het land ziet zichzelf als een regionale macht.
De betrekkingen met België zijn veelbelovend maar bevinden zich nog in een beginstadium (zie bezoek eerste minister in april 1998).
Een lid is van mening dat België en Europa meer moeten samenwerken met Oezbekistan. Het lid heeft persoonlijk een handelsmissie in dit land geleid. Volgens hem moet Oezbekistan zich op het Westen richten teneinde afzetmarkten te vinden voor zijn gas en petroleum.
Daarom ook was de vergadering die hij in september 1998 heeft bijgewoond over het TRACECA-project zeer belangrijk. Het gaat om een verkeersader die Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië verbindt. De vooruitzichten met betrekking tot de samenwerking met dit deel van de wereld zijn dus buitengewoon en Belgische bedrijven zoals Tractebel zijn reeds bij bovenstaand project betrokken.
De artikelen 1, 2 en 3 alsmede het wetsontwerp in zijn geheel worden door de acht aanwezige leden eenparig aangenomen.
Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor een mondeling verslag in plenaire vergadering.
De rapporteur,
Anne-Marie LIZIN. |
De voorzitter,
Valère VAUTMANS. |