1-269

1-269

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 29 AVRIL 1999

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 29 APRIL 1999

(Vervolg-Suite)

REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN

ORDRE DES TRAVAUX

De voorzitter. ­ Dames en heren, wat de addenda betreft die werden rondgedeeld, stel ik voor de punten waarvoor het verslag klaar is vandaag te behandelen en de overige morgen. De meeste geëvoceerde ontwerpen van die addenda zijn klaar voor bespreking en kunnen dus ook vanmiddag worden behandeld. Anderzijds stel ik voor het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden pas morgen om 10 uur te behandelen.

Geen bezwaar ?

Het woord is aan de heer Van Hauthem.

De heer Van Hauthem (Vl. Bl.). ­ Dit voorstel van agenda is nog steeds niet goedgekeurd.

De voorzitter. ­ De agenda is wel goedgekeurd, maar de addenda nog niet.

De heer Van Hauthem (Vl. Bl.) ­ Mijnheer de voorzitter, ik wil het hier meer bepaald hebben over het ontwerp tot wijziging van de wet van 30 juli 1981, dat als tweede punt op het addendum ter voorkomt.

De voorzitter. ­ Mijn voorstel is dit punt morgen om 10 uur te bespreken. De meeste andere punten kunnen wellicht nog vandaag worden behandeld.

De heer Van Hauthem (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de voorzitter, we zijn het niet eens met het voorstel om dit ontwerp op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen, noch vandaag noch morgen. Het ontwerp gaat over de verstrenging van de racismewet. Zo zou onder meer onverkiesbaarheid als straf kunnen worden opgelegd. Waarom moeten we dit ontwerp zo nodig behandelen ? Het is niet bicameraal en is al in de Kamer goedgekeurd. Waarom werd het eigenlijk geëvoceerd ? Om het te amenderen ? Dit blijkt niet het geval te zijn. Het werd geëvoceerd gewoon om tegemoet te komen aan de vraag van de Parti socialiste die hiermee wil tonen dat ze de kampioen is van het antiracisme en van de politieke correctheid. Zowel vandaag als gisteren hebben we hier een echte vaudeville gezien. De commissie voor de Justitie heeft dit ontwerp besproken en bijna niemand van degenen die om de evocatie hadden gevraagd, heeft daar het woord gevoerd. Alleen de vertegenwoordigers van het Vlaams Blok hebben dat wel gedaan. Hetzelfde zal zich waarschijnlijk in de plenaire vergadering voordoen. De evocatie blijkt een grap, dient niet voor amendering. Dat is beschamend. Als het Vlaams Blok op deze manier met de instellingen zou sollen, zouden we moeten horen dat we antidemocratisch zijn. De Parti socialiste wil blijkbaar van de Senaat een circus maken. Dat is haar verantwoordelijkheid. Met de behandeling van dit ontwerp wanen we ons in een klucht van Monty Python, met dit verschil dat de kluchten van Monty Python niet zo beschamend zijn. Collega's, wees gerust, als u niet beschaamd bent, dan zijn we het in uw plaats.

De voorzitter. ­ Dames en heren, wat de addenda betreft, stel ik voor de punten waarvan het verslag klaar is vannamiddag nog te bespreken, met uitzondering van het wetsontwerp tot wijziging van de wet tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden, dat we morgen om 10 uur zouden bespreken. Aangezien ik begrepen heb dat een aantal leden het hier niet mee eens zijn met dit voorstel, zullen we hierover bij zitten en opstaan stemmen.

Het woord is aan de heer Verreycken.

De heer Verreycken (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de voorzitter, de heer Van Hauthem vraagt het ontwerp tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 van de agenda af te voeren omdat het om oneigenlijke redenen werd geëvoceerd. Ik stel voor dat de Senaat zich eerst uitspreekt over het voorstel van de heer Van Hauthem en daarna over uw voorstel om dit agendapunt morgen te behandelen. We kunnen daarmee instemmen als de vraag van collega Van Hauthem wordt verworpen.

De voorzitter. ­ Mijn voorstel impliceert de verwerping van het voorstel van de heer Van Hauthem. Formeel hebt u echter gelijk, mijnheer Verreycken. Als u dat verkiest, zullen we eerst bij zitten en opstaan stemmen over het voorstel van de heer Van Hauthem om dit punt van onze agenda af te voeren.

Ik breng het voorstel van de heer Van Hauthem in stemming.

Je mets aux voix la proposition de M. Van Hauthem.

­ Dit voorstel, bij zitten en opstaan in stemming gebracht, wordt niet aangenomen.

Cette proposition, mise aux voix par assis et levé, n'est pas adoptée.

De voorzitter. ­ Aangezien het voorstel van de heer Van Hauthem verworpen is, stemmen we nu over het voorstel van agenda dat ik daarnet heb geformuleerd.

Nous votons maintenant sur la proposition d'ordre du jour que je viens de vous soumettre.

­ Dit voorstel van agenda, bij zitten en opstaan in stemming gebracht, wordt aangenomen.

Cette proposition d'ordre du jour, mise aux voix par assis et levé, est adoptée.

De voorzitter. ­ Dan is het voorstel van agenda aangenomen.

La proposition d'ordre du jour est adoptée.

Dames en heren, het Bureau stelt voor het voorstel van resolutie over de toelating van Taiwan tot de Verenigde Naties niet aan de agenda toe te voegen. Omdat hierover echter betwisting bestaat, stel ik voor bij zitten en opstaan te stemmen over het voorstel van het Bureau.

Je propose au Sénat de se prononcer par assis et levé sur la décision du Bureau de ne pas inscrire à l'ordre du jour la proposition de résolution sur l'admission de Taiwan aux Nations unies.

­ Het voorstel van het Bureau bij zitten en opstaan in stemming gebracht, wordt aangenomen.

La proposition du Bureau, mise aux voix par assis et levé, est adoptée.

De voorzitter. ­ Bijgevolg wordt dit voorstel van resolutie niet aan de agenda toegevoegd.

Par conséquent, cette proposition n'est pas ajoutée à l'ordre du jour.