Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-95

ZITTING 1998-1999

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen

Vraag nr. 1428 van de heer D'Hooghe d.d. 4 november 1998 (N.) :
Anciënniteitstoeslag aan oudere werklozen.

De artikelen 126 en 127 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering voorzien in de toekenning van een anciënniteitstoeslag aan oudere werklozen. De regelingen verschillen naargelang de leeftijd van de werkloze en naargelang het geval zij de anciënniteitstoeslag ontvangen van vóór 1 januari 1997 of sinds 1 januari 1997.

Graag hadden wij van de geachte minister vernomen hoeveel werklozen deze toeslag ontvangen en dit ingedeeld in volgende categorieën :

­ gezinshoofden;

­ alleenwonenden (oud stelsel 60 % : 54,5 %/nieuw stelsel 60 %; 54,5 %);

­ samenwonenden (oud stelsel 45 %; 60 %/nieuw stelsel 45 %; 50 %; 55 %).

Antwoord : In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende mededelen.

­ Het aantal gezinshoofden met anciënniteitstoeslag bedraagt : 28 162 aan 60 % + 140 F.

­ Het aantal alleenwonenden met anciënniteitstoeslag bedraagt : 5 652 aan 54,5 %; 10 519 aan 60 %.

­ Het aantal samenwonenden met anciënniteitstoeslag; oud en nieuw stelsel van toepassing bedraagt :

­ vóór januari 1997 : 11 aan 42,5 %; 16 559 aan 60 %;

­ sedert januari 1997 : 21 511 aan 45 %; 8 243 aan 50 %; 1 419 aan 55 %.