1-1330/3

1-1330/3

Belgische Senaat

ZITTING 1998-1999

30 MAART 1999


Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 3 VAN DE HEER DARAS

Art. 6

Het 4º schrappen.

Verantwoording

Er is geen reden om de onverenigbaarheid tussen het personeel van bewakingsondernemingen, enerzijds, en het personeel van openbare politie- of inlichtingendiensten, anderzijds, niet toe te passen op de werkzaamheden van toezicht op een controle van personen. Deze onverenigbaarheid heeft tenminste, zo niet méér tot doel belangenconflicten te voorkomen tussen de openbare politiedienst en de privé- en bewakingsdiensten, veeleer dan het risico van het weghalen door de privé-sector van politiemensen, zoals aangenomen in de verantwoording van amendement nr. 2, dat ten grondslag ligt aan de tekst die dit amendement wil schrappen.

Er is ook geen enkele reden waarvoor het voldoen aan de moraliteitsvoorwaarden nodig voor het uitoefenen van bewakingsopdrachten en de afwezigheid van zware tekortkomingen aan de beroepsdeontologie niet vereist zouden worden van bewakingsagenten die werkzaam zijn in de sector van de bewaking van personen of het beheer van alarmcentrales.

José DARAS.

Nr. 4 VAN DE HEER DARAS EN MEVROUW MILQUET

(Subamendement op amendement nr. 3)

Art. 6

In artikel 6, 4º, tweede lid, van de ontworpen nieuwe bepaling, in fine , het « 2º » schrappen.

Verantwoording

Het lijkt nodig om ook een moraliteitsonderzoek verplicht te stellen voor de personen belast met de bewaking van personen.

José DARAS.
Joëlle MILQUET.