1-1133/3

1-1133/3

Belgische Senaat

ZITTING 1998-1999

8 DECEMBER 1998


Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 318 tot 323 van de nieuwe gemeentewet betreffende de gemeentelijke volksraadpleging


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 26 VAN DE HEER VERGOTE

Art. 2

Het voorgestelde artikel 318 vervangen door wat volgt :

« Art. 318. ­ Op verzoek van 10 % van de inwoners beslist de gemeenteraad de inwoners van de gemeente te raadplegen over de aangelegenheden bedoeld in de artikelen 117, 118, 119, 121, 122 en 135, § 2.

De inwoners moeten voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 322, § 1. »

Verantwoording

A. Schrappen van de gemeenteraad als initiatiefnemer

Daar de politiek verkozenen voldoende inspraakmogelijkheden hebben via het representatieve orgaan, de gemeenteraad, dienen zij in een mechanisme van directe democratie, de volksraadpleging, niet over een supplementair initiatiefrecht te beschikken.

B. Zelfde drempel voor alle gemeenten (in functie van gerechtigden)

Hoewel het in absolute termen makkelijker lijkt om in kleine gemeenten een drempel van 20 % te halen is de inspanning die moet geleverd worden in relatieve termen identiek in grote en kleine gemeenten.

Indien het omwille van een hechter sociaal weefsel in kleinere gemeenten toch relatief makkelijker zou zijn om een bepaalde drempel te halen is het niet gepast om dit positief element te bestraffen.

De universele drempel van 10 % voor alle gemeenten wordt daarom best behouden.

C. Verplicht in plaats van facultatief inrichten van volksraadpleging op volksinitiatief

In het wetsvoorstel wordt in artikel 5 voorzien dat de gemeenteraad een volksraadpleging dient te organiseren indien het verzoek aan de voorwaarden voldoet. Bijgevolg kan het facultatief karakter zoals dat in artikel 318 is bepaald door de formulering « De gemeenteraad kan, ... » niet worden gehandhaafd.

Nr. 27 VAN DE HEER VERGOTE

Art. 6

In de voorgestelde tekst, § 1, 1º, vervangen door :

« 1º in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven of vermeld zijn en wat de deelname aan de volksraadpleging betreft tevens over de nationaliteit van één van de lidstaten van de Europese Unie beschikken; »

Verantwoording

Het is logisch om voor het toekennen van politiek beslissingsrecht aan niet-Belgen voor de gemeentelijke volksraadpleging (directe democratie) dezelfde voorwaarden te hanteren als voor de gemeenteraadsverkiezingen (representatieve democratie).

Nr. 28 VAN DE HEER VERGOTE

Art. 6

In de voorgestelde tekst, § 6 vervangen door wat volgt :

« § 6. Tot het opnemen van de stemmen wordt overgegaan ongeacht het percentage van de stemgerechtigde bevolking die aan de volksraadpleging heeft deelgenomen. »

Verantwoording

Daar het de bedoeling is van de volksraadpleging om de bevolking via het mechanisme van de directe democratie te laten beslissen of adviseren in de plaats van of ter ondersteuning van de representatief verkozen politieke organen is het aangewezen dat de burgers ook voor hun verantwoordelijkheid worden geplaatst.

Indien het de bedoeling is om het instrument van de volksraadpleging tot een ernstig en volwaardig instrument van politieke besluitvorming uit te bouwen is het noodzakelijk dat de burgers die een inspanning leveren om aan de politieke besluitvorming deel te nemen minimaal gegarandeerd wordt dat hun stemgedrag in de volksraadpleging publiek wordt geregistreerd.

Fons VERGOTE.

Nr. 29 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 7bis (nieuw)

Een artikel 7bis (nieuw) invoegen, luidend :

« Art. 7bis. ­ Van zodra de Grondwet het toestaat, is de uitslag van de in overeenstemming met deze wet georganiseerde volksraadpleging bindend, en heeft hij dezelfde rechtskracht als een besluit van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen, naar gelang van het geval. »

Eddy BOUTMANS.