1-1066/3

1-1066/3

Belgische Senaat

ZITTING 1997-1998

15 SEPTEMBER 1998


Wetsvoorstel betreffende de verticale integratie van het openbaar ministerie, het federaal parket en de raad van procureurs des Konings


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 13

Dit artikel doen vervallen.

Nr. 2 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 13bis (nieuw)

Een artikel 13bis invoegen, luidende :

« Art. 13bis. ­ In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 152bis ingevoegd, luidende :

« Art. 152bis. ­ In elk parket is er een afdeling belast met de economische, fiscale en financiële materies, waarbij een of meer substituten en een of meer eerste substituten worden benoemd. Nochtans kan één dergelijke afdeling worden opgericht voor meerdere arrondissementen, overeenkomstig de bepalingen van het bijvoegsel bij dit Wetboek.

De oudstbenoemde eerste substituut voert, als hoofd van deze afdeling, de titel van auditeur.

Alleen de leden van deze afdeling oefenen, onder het toezicht en de leiding van de procureur des Konings, de opdrachten van het openbaar ministerie uit bij de rechtbanken van koophandel. Zij oefenen dezelfde bevoegdheid uit bij de hoven van beroep, wanneer het optreden van het openbaar ministerie daar vereist is in handelszaken. »

Verantwoording

1. Het amendement behoudt de huidige tekst van artikel 152 van het Gerechtelijk Wetboek (dus de arbeidsauditoraten) en maakt van de afdeling « economisch, financiële en sociale materies » een afdeling bij de rechtbank van koophandel.

De opslorping van de arbeidsautoritaten door de gewone parketten is niet behoorlijk verantwoord. Te vrezen valt dat de beperkte voordelen niet opwegen tegen de ernstige nadelen, vooral voor de sociaal verzekerden. De arbeidsauditoraten hebben immers niet in hoofdzaak een strafrechtelijke taak, maar spelen een heel ruime adviserende rol in sociale zaken, vooral administratieve geschillen over de toepassing van de sociale zekerheidswetgeving. Het gaat om een zeer gespecialiseerde materie, waarin veel verzoekers zonder advocaat optreden, en de rechters zijn ook niet allemaal juristen.

J. Petit in de Algemene Praktische rechtsverzameling « Arbeidsgerechten en sociaal procesrecht » schrijft onder meer : (blz. 79) « De taak van het arbeidsauditoraat is veel belangrijker dan die van het openbaar ministerie bij de burgerlijke rechtbanken. Dit is normaal wanneer men het grondig verschil dat bestaat tussen de burgerlijke en de sociale geschillen onder ogen neemt. » Hij vervolgt, de Senaatsstukken citerend : « Inzake sociale zekerheid stelt hij het dossier samen dat aan de rechtbank zal worden onderworpen en vordert van de openbare besturen dat hem alle stukken worden voorgelegd... Zijn bemoeiing maakt ook deel uit van een inquisitoriale rechtspleging die wellicht meer beantwoordt aan de aard van het rechtsverkeer met betrekking tot de sociale voorzieningen. » « Die taak » aldus nog Petit « werd vergeleken met die van het auditoraat bij de Raad van State, en terecht, want het gaat zeer vaak over de al of niet correcte toepassing van de wet door een bestuursinstantie (pensioendienst, RVA...) ».

De bestuurlijke en complexe aard van de procedures maakt de auditeur nodig als instrument dat de ongelijke positie van de rechtzoekende ten aanzien van de administratie enigszins herstelt.

2. We horen veel klachten over de parketten ­ juiste en onjuiste ­ maar haast geen over de auditoraten. Te vrezen valt dat een over het algemeen goed functionerende dienst wordt opgegeheven, in de hoop dat de correctionele parketten, die naar adem snakken, zullen opgevijzeld worden. De sociaal verzekerden zullen er de dupe van zijn.

3. Dat sommige strafprocedures mislopen, doordat de procureur des Konings vordert in plaats van de arbeidsauditeur of omgekeerd (beruchte vrijspraak van frauderende aannemers in Hasselt) is voor de toekomst al grotendeels voorkomen door de wet van 3 augustus 1992 en kan eenvoudiger op een andere manier helemaal worden uitgesloten : aanneming van ons wetsvoorstel nr. 1/920 over de ontvankelijkheid en de overname van de vervolgingen.

4. Sommige parketten zijn nu al te groot om behoorlijk bestuurd te worden. De toevoeging van de arbeidsauditoraten zal dat probleem zeker niet verbeteren. Misschien kan in een of andere materie een betere coördinatie worden bereikt, maar anderzijds is de toewijzing van de sociale EN financiële EN fiscale zaken EN het optreden bij de handelsrechtbanken aan een « gespecialiseerde dienst » die in de schoot van de parketten wordt ingebouwd, tegelijk een ongewenste de-specialisatie !

De rechtsregels en de praktijk inzake invaliditeit, arbeidsongevallen, pensioen, kinderbijslagen, werkloosheid ... hebben met economisch recht maar weinig raakpunten.

5. In zoverre het amendement voor het overige de tekst van het voorstel overneemt, wordt de formulering verbeterd. De uitdrukking « Er kan evenwel slechts één ... afdeling bestaan voor meerdere arrondissementen » betekent immers dat het niet toegestaan is anders te handelen, terwijl de bepaling als de uitzondering en niet als de regel is bedoeld.

Nr. 3 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 14

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

In de logica van het vorige amendement, blijven vanzelfsprekend de substituten van de arbeidsauditeur bestaan.

Nr. 4 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 15

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Zelfde logica als bij het vorige amendement.

Nr. 5 VAN DE HEER BOUTMANS

(subamendement op het amendement nr. 4)

Art. 15

Artikel 154 van hetzelfde Wetboek vervangen als volgt :

« Art. 154. ­ De arbeidsauditeur verdeelt de dienst onder de leden van het arbeidsauditoraat. Hij kan hieraan wijzigingen aanbrengen of zelf het ambt waarnemen dat hij in het bijzonder aan een van zijn substituten heeft opgedragen. »

Verantwoording

Herstel van de huidige tekst van artikel 154, maar beperkt tot de arbeidsauditoraten. (Voor het geval de indieners van het voorstel de bedoeling hebben deze bepaling voor de procureurs des Konings niet te behouden, wat eigenlijk niet zo vanzelf spreekt.)

Nr. 6 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 16

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 16. ­ Artikel 155 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een derde lid, luidende :

« De strafvordering wegens een overtreding van de wetten en verordeningen van economische, financiële en fiscale aard wordt voor de politierechtbanken en voor de rechtbanken van eerste aanleg en, behoudens de uitzonderingen bepaald door de wet, voor de hoven van beroep, bij voorrang uitgeoefend door de leden van de economische, financiële en fiscale afdeling van het parket, zonder dat enige nietigheid of onontvankelijkheid kan worden afgeleid uit de schending van dit voorschrift. »

Verantwoording

Nog steeds consequent met de vorige amendementen : het arbeidsauditoraat behouden. Voorts wordt de tekst van de indieners van het voorstel behouden, maar wordt uitdrukkelijk gesteld dat dit slechts een regeling van interne orde is. Vooral in de context van het behoud van het huidige artikel 155 is dit nuttig, maar ook zonder dat is het wellicht niet overbodig.

Nr. 7 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 18

Dit artikel aanvullen met een tweede zin, luidende :

« In de Nederlandse tekst worden de woorden « een bijzondere wet » vervangen door de woorden « een specifieke wet. »

Verantwoording

Even goed als de Franse tekst van artikel 186, gebruikt de Nederlandse tekst de verwarrende terminologie « bijzondere wet ».

Nr. 8 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 22

In dit artikel de woorden « en van het auditoraat-generaal » invoegen na de woorden « parket-generaal », en de woorden « en zijn substituten » vervangen door « de arbeidsauditeurs en hun substituten ».

Verantwoording

Nog steeds consequent met de vorige amendementen : het arbeidsauditoraat behouden.

Nr. 9 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 24

In het 1º van het voorgestelde artikel 9, na de woorden « procureurs des Konings » de woorden « de arbeidsauditeurs, » invoegen.

Verantwoording

Nog steeds consequent met de vorige amendementen : het arbeidsauditoraat behouden.

Nr. 10 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 26

In het voorgestelde artikel 47ter , na de woorden « procureur des Konings », de woorden « en de arbeidsauditeurs » invoegen.

Verantwoording

Nog steeds consequent met de vorige amendementen : het arbeidsauditoraat behouden.

Nr. 11 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 28

In het 1º van dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

A) In het eerste lid van de voorgestelde § 4, na de woorden « procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Brussel », een komma en de woorden « arbeidsauditeur-generaal bij het Arbeidshof te Brussel » invoegen;

B) In het tweede lid van dezelfde § 4, na de woorden « federale procureurs-generaal », een komma en de woorden « arbeidsauditeurs-generaal bij het Arbeidshof te Brussel » invoegen;

C) In hetzelfde lid, na de woorden « procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Brussel » de woorden « of de arbeidsauditeur-generaal bij het Arbeidshof te Brussel » invoegen.

Verantwoording

Nog steeds consequent met de vorige amendementen : het arbeidsauditoraat behouden.

Nr. 12 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 13

Het voorgestelde artikel 152 waarvan het eerste tot en met het derde lid, § 1 zal vormen, aanvullen met een § 2, luidende :

« § 2. In elk parket is er bovendien een afdeling belast met milieuaangelegenheden, waarbij een of meer substituten en een of meer eerste substituten worden benoemd. Nochtans kan één dergelijke afdeling worden opgericht voor meerdere arrondissementen, overeenkomstig de bepalingen van het bijvoegsel bij dit Wetboek. »

Verantwoording

Niemand betwist dat het aantal milieuzaken en het belang ervan ontzaglijk is toegenomen. Het is bovendien een zeer gespecialiseerde wetgeving geworden, die grotendeels gereorganiseerd is en waarvoor zelfs, in bepaalde gevallen, specifieke bevoegdheids- en procedurebepalingen gelden. De handhaving ervan veronderstelt onder meer samenwerking met gewestelijke diensten. Het is dan ook zinvol daartoe op ieder parket de nodige magistraten te benoemen. In het parket te Brussel zullen dat voldoende magistraten moeten zijn, met kennis van de milieuwetgeving, die van toepassing is in het Vlaamse, het Waalse gewest en het Brussels hoofdstedelijk gewest, aangezien die wetgevingen steeds meer van elkaar verschillen. Ook op taalgebied zal in een voldoende bestaffing moeten worden voorzien om zowel de Nederlandstalige als de Franstalige zaken af te handelen.

Het begrip « milieuzaken » moet in dezelfde brede zin worden begrepen als in de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu. Het omvat dus onder meer stedenbouw en ruimtelijke ordening. De vorderingen op grond van die wet zullen ook door de leden van het milieuparket worden behandeld. Indien ons amendement tot behoud van de arbeidsauditoraten wordt aanvaard, geldt huidig amendement als aanvulling op het door ons in dat verband voorgestelde artikel 152bis .

Nr. 13 VAN DE HEER BOUTMANS

Art. 16

Het voorgestelde artikel 155 aanvullen met een tweede lid, luidende :

« De strafvordering wegens een overtreding van de wetten, ordonnanties en decreten betreffende de bescherming van het leefmilieu wordt voor de politierechtbanken en voor de rechtbanken van eerste aanleg en, behoudens de uitzonderingen bepaald door de wet, voor de hoven van beroep, bij voorrang uitgeoefend door de leden van de milieuafdeling van het parket, zonder dat enige nietigheid of onontvankelijkheid kan worden afgeleid uit de schending van dit voorschrift. Hetzelfde geldt voor de vorderingen gesteund op de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu. »

Verantwoording

Het bevoegdheidsdomein is overgenomen van de wet van 12 januari 1993. Wij hebben alleen de termen « verordeningen en besluiten » weggelaten, omdat die geen autonome strafbepalingen kunnen bevatten, en ze dus vanzelfsprekend in de opsomming ook bedoeld zijn.

Indien ons amendement tot behoud van de arbeidsauditoraten wordt aanvaard, geldt huidig amendement als toevoeging op de door ons in dat verband voorgestelde aanvulling op artikel 155. Het leek ook hier essentieel een procedurediscussie uit te sluiten, voor het geval de milieumagistraten bij de ondertekening van een of ander stuk of ter zitting verhinderd zouden zijn. De procedure blijft onaantastbaar, indien daarbij een ander parketmagistraat is opgetreden.

Eddy BOUTMANS.

Nr. 14 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 16bis (nieuw)

Een artikel 16bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 16bis. ­ In artikel 182 van hetzelfde Wetboek, vervangen door artikel 27 van de wet van 17 februari 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) het eerste lid vervangen als volgt :

« Aan ieder parket is een secretariaat verbonden bestaande uit twee afdelingen. De ene afdeling verleent bijstand aan de magistraten van de afdeling belast met economische, financiële en sociale materies; de andere afdeling verleent bijstand aan de overige magistraten van het parket. Elke afdeling van het secretariaat staat onder de leiding van een hoofdsecretaris. »

B) het derde lid vervangen als volgt :

« De hoofdsecretaris van elke afdeling is belast met de leiding van de administratieve diensten van zijn afdeling. De hoofdsecretaris van de afdeling belast met economische, financiële en sociale materies staat daarbij onder rechtstreekse leiding en toezicht van de auditeur waarvan sprake in het tweede lid van artikel 152 van dit Wetboek. De hoofdsecretaris van de andere afdeling staat onder leiding en toezicht van de procureur-generaal of de procureur des Konings. De hoofdsecretaris verdeelt de administratieve taken onder de leden en het personeel van de afdeling van het secretariaat waarover hij de leiding heeft. »

C) het vierde lid vervangen als volgt :

« Elke hoofdsecretaris kan worden bijgestaan door een of meer secretarissen en door adjunct-secretarissen die de Koning benoemt. Hun aantal wordt voor elke afdeling afzonderlijk door de Koning bepaald naar de behoeften van de dienst. »

D) in het vijfde lid de woorden « De secretaris staat de procureur-generaal, de procureur des Konings of de arbeidsauditeur bij. » vervangen door de woorden « De secretaris staat de procureur-generaal of de procureur des Konings bij. »

E) het zesde lid vervangen als volgt :

« De procureur-generaal en de procureur des Konings bij een gerecht waarvan het rechtsgebied meer dan vijfhonderdduizend inwoners telt, kunnen een kabinetssecretaris kiezen uit de leden of de personeelsleden van het secretariaat op advies van de hoofdsecretaris van de afdeling waartoe betrokkene behoort. »

F) in het zevende lid de woorden « een parket » telkens vervangen door de woorden « een afdeling van het secretariaat ».

G) in het achtste lid de woorden « en van de hoofdsecretaris van het parket » vervangen door de woorden « en van de hoofdsecretaris van de afdeling van het secretariaat. »

Verantwoording

Het achtpartijenoverleg dat door het parlement werd goedgekeurd bij resolutie van 28 mei 1998 vermeldt in het deel « Krachtlijnen inzake de hervorming van de gerechtelijke organisatie » onder punt 1.1 ­ De verticale herstructurering van het openbaar ministerie : « de parketten van eerste aanleg en de arbeidsauditoraten worden geïntegreerd met behoud van de specialisatie, in verschillende secties, conform het model van de parketten bij de hoven van beroep. Hun rol in burgerlijke aangelegenheden zal eveneens integraal behouden blijven.

Door de voorgestelde nieuwe tekst van artikel 152 van het Gerechtelijk Wetboek (artikel 13 van het wetsvoorstel) wordt dit geconcretiseerd, maar enkel wat de magistraten, maar niet wat de omkadering betreft. Het zal echter onmogelijk zijn voor deze magistraten om de rol die de vroegere arbeidsauditoraten en auditoraten-generaal speelden integraal te blijven vervullen, als afzonderlijke sectie van het parket, indien zij niet verder kunnen beschikken over hun vroegere medewerkers uit deze diensten die terzake gespecialiseerd zijn en een rijke ervaring hebben opgebouwd.

Het voorgestelde amendement moet deze continuïteit mogelijk maken en realiseert een model van parketsecretariaat dat conform is aan dat van de huidige parketten bij de hoven van beroep zoals vooropgesteld in het octopusakkoord. Reeds sinds 1970 bestaan er daar twee afzonderlijke secretariaten : het ene voor het parket bij het hof van beroep en het andere voor het auditoraat-generaal bij het arbeidshof.

Jacques D'HOOGHE.