Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-35

31 DECEMBER 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de eerste minister

Vraag nr. 47 van de heer Destexhe d.d. 25 november 1995 (Fr.) :
Financiering van de NGO's.

1. Het Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking heeft de spreiding onderzocht van de subsidies voor cofinanciering ABOS/NGO voor de Nederlandstalige, Franstalige en tweetalige organisaties. Dit zijn de cijfers :

Vergelijking voor de jaren 1994 en 1995

Néerlandophones
­
Nederlandstalige
Francophones
­
Franstalige
Bilingues
­
Tweetalige
Fonds de survie. ­ Overlevingsfonds 471 051 568 133 558 715 15 652 000
Programmes. ­ Programma's 674 911 208 109 070 639 569 226 587
Projets. ­ Projecten 738 756 471 541 636 960 712 136 573
Totaux. ­ Totaal 1 884 719 247 784 266 315 1 297 015 160
(47,52 %) (19,77 %) (32,7 %)

Kunt u deze cijfers bevestigen ?

Kunt u mij de cijfers geven per jaar en voor iedere rubriek (overlevingsfonds, programma's en projecten) ?

2.

Jaar 1995 1996
Franstalige NGO's 7,33 % 6,32 %
Nederlandstalige NGO's 49,95 % 47,53 %
Tweetalige NGO's 42,7 % 46,13 %

Volgens het stuk dat u heeft overhandigd aan de leden van de commissie voor de Buitenlandse Aangelegenheden op 15 oktober 1996 en na onderzoek van de evolutie van de cijfers, blijkt duidelijk dat er een groot onevenwicht is tussen wat aan de Franstalige NGO's en aan de Nederlandstalige NGO's wordt toegekend voor de financiering van hun programma's.

Kunt u een verklaring geven voor dit verschil ?