Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-4

7 NOVEMBER 1995

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Landsverdediging

Vraag nr. 6 van de heer Destexhe d.d. 10 oktober 1995 (Fr.) :
Opleiding van onze Belgische militairen.

Sinds het einde van de koude oorlog worden onze strijdkrachten met nieuwe uitdagingen geconfronteerd, inzonderheid met zendingen in het kader van de Verenigde Naties, die in uiterst moeilijke omstandigheden verlopen. Die zendingen vragen van onze militairen een enigszins andere training en opleiding dan de traditionele militaire opleiding zoals die gegeven werd ten tijde van de koude oorlog. Ik denk in het bijzonder aan het humanitaire recht en aan de inlichtingen over de (politieke, sociologische,...) context van deze zendingen en over de verschillende actoren (organisaties van de Verenigde Naties, NGO's,...) die bij deze crises betrokken zijn.

1. Welke soort opleiding en training krijgen de Belgische militairen vooraleer zij naar deze gebieden vertrekken ?

2. Krijgen de militairen systematisch een bijzondere opleiding ?


Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden :

De deelname van militairen aan VN-operaties noodzaken in ieder geval een militaire opleiding van het klassieke type.

Het aanleren van bijkomende procedures eigen aan vredesondersteunende operaties zijn noodzakelijk om het profiel van « blauwhelm » te verkrijgen.

De opleiding van de Belgische militair kan onderverdeeld worden in vier fazen die elk een deel van de VN-operaties behandelen :

1. De basisopleiding (wapenscholen of instructiecompagnies) behandelt onderwerpen met betrekking tot de organisatie en de opdrachten van VN, technieken inzake communicatie/onderhandelingen voor de kaders, en de tactische procedures voor vredeshandhaving.

2. De continue vorming richt zich tot officieren (kapitein, majoor) en onder-officieren (B1, adjunct-chef). Deze wordt gegeven aan het Koninklijk Hoger Instituut voor defensie en de wapenscholen en behandelt materie zoals planningstechnieken, het voeren van vredesoperaties, de coördinatie met burgerorganisaties, onderhandelingsmethodes,...

Voor kaderleden worden ook bijkomende cursussen Engels georganiseerd. Cursussen en stages in het buitenland voor specifieke onderwerpen (logistiek, UNCIVPOL,...) zijn ook beschikbaar.

3. De tweejaarlijkse opleidingscyclus van de eenheden werd uitgebreid met aspecten van vredesondersteunende operaties. De nadruk wordt gelegd op het aspect bewapening en vuren, eerste zorgen, fysische conditie, « adventurous training », behalen van brevetten van gespecialiseerde functies (chauffeur, kanonnier, hulpverlener,...).

4. De specifieke opleiding om een bepaalde operatie voor te bereiden is een vierde faze. In 1994 heeft de landmacht een handboek uitgegeven voor de eenheden. Dit handboek inzake vredesoperaties bevat de oriėntatie voor opleiding alsook de verantwoordelijkheden van de hiėrarchische echelons met betrekking tot vredesoperaties.

Het programma dat de toekomstige blauwhelmen voorbereidt, behandelt een geheel van specifieke taken die grondig gekend moeten zijn. De kennis van het personeel wordt getoetst tijdens synthese-oefeningen voor ervaren onderrichters die reeds een VN-opdracht uitgevoerd hebben.

Deze specifieke vorming bevat onder meer volgende punten :

* Juridisch kader van de opdracht, « Rules of Engagement », en gedragsregels;

* Noties inzake gewapend conflict en verspreiding van de individuele kaart met « humanitaire richtlijnen van de strijder »;

* Tactische procedures van « vredeshandhaving »;

* Initiatie in de plaatselijke taal;

* Strijd tegen de « stress » in het gevecht;

* Voorzorgsmaatregelen tegen mijnen;

* Informatie aangaande de operatiezone (geschiedenis, geografie, politieke en sociale context, gewoontes en gebruiken van de bevolking);

* Organisatie van de VN-troepen en hun mandaat;

* Militaire inlichtingen met betrekking tot de strijdende partijen en hun uitrusting;

* Onderhandelingstechnieken, betrekking met de pers (voor sommige kaders).