Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-22

2 JULI 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Landsverdediging

Vraag nr. 40 van de heer Destexhe d.d. 7 juni 1996 (Fr.) :
Het begrip Combined Joint Task Force.

Kan de geachte minister mij enige belichting geven over het begrip Combined Joint Task Force ?

Wat zijn de gevolgen voor België ?


Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te willen vinden.

Voortvloeiend uit een beslissing van de NAVO top van januari 1994 zijn Combined Joint Task Forces (CJTF of in het Frans : Groupes de Forces Interarmées Multinationales ­ GFIM) samengesteld voor opdrachten die beperkt zijn in tijd en ruimte.

De CJTF's beantwoorden aan een vijfdelige behoefte :

­ De NAVO beter in staat stellen « gelegenheidsoperaties » uit te voeren die niet vallen onder het artikel 5 van het Atlantisch Verdrag voor collectieve verdediging ;

­ Het praktisch bestaan van een Europese identiteit van veiligheid en defensie. Dat wil zeggen, in casu, de WEU toelaten operaties uit te voeren met middelen die door de NAVO worden ter beschikking gesteld, onder meer hoofdkwartieren en communicatiemiddelen ;

­ De NAVO in staat stellen om deze « gelegenheidsoperaties » uit te voeren met eenheden van landen die geen deel uimaken van deze organisatie ;

­ De NAVO in staat stellen om operaties buiten de zone uit te voeren ;

­ De herstructurering van de NAVO voorbereiden, alsook zijn potentiële uitbreiding.

Een CJTF zal de volgende elementen omvatten :

­ Een hoofdkwartier bestaande uit een vooraf aangeduide vaste kern, die bij activering van de CJTF wordt aangevuld met versterkingen en steunelementen op het gebied van onder meer logistieke steun, strategisch vervoer en communicaties ;

­ Militaire eenheden die voor de voorziene opdracht ter beschikking gesteld worden, in principe door leden van het Bondgenootschap maar eventueel ook door landen die er geen lid van zijn.

CJTF's krijgen een oriëntatie die ofwel grond-lucht of amfibie is. Bijvoorbeeld CJTF's met de oriëntatie grond-lucht moeten operaties kunnen uitvoeren gaande tot het volume ­ en dus opdrachten ­ van een legercorps. Nochtans zullen ook kernen van kleinere CJTF's voorzien worden.

Op vergaderingen van de Noordatlantische Raad te Berlijn en te Brussel werd een akkoord bereikt over de principes aan de basis van de CJTF's en dit binnen het breder kader van de herstructurering van de NAVO en van het ontstaan van een Europese veiligheids- en defensie-identiteit binnen het Bondgenootschap. Deze principes dienen echter verder uitgewerkt te worden teneinde op korte termijn tot de concrete verwezenlijking van deze CJTF's te komen.

Tijdens haar voorzitterschap van de WEU in het tweede semester van 1996, heeft België zich tot doel gesteld de modaliteiten vast te leggen van de overdracht van NAVO naar WEU van de CJTF's in het vooruitzicht van operaties die door de WEU zouden gevoerd worden.

Daarnaast heeft het concept van CJTF voor België dezelfde implicaties als voor elke andere NAVO- en WEU-lidstaat, aangezien onze strijdkrachten deel uitmaken van de geïntegreerde militaire structuur van de NAVO. Het is dus vanzelfsprekend dat pas na een uitdrukkelijke beslissing van de regering, elementen van de Belgische strijdkrachten zouden kunnen deelnemen aan werkelijke operaties binnen dergelijke CJTF's.