Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-20

18 JUNI 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Landsverdediging

Vraag nr. 26 van de heer De Decker d.d. 5 april 1996 (Fr.) :
Toekomst van de School voor militaire administrateurs.

Kort na de Tweede Wereldoorlog werd zowat overal in de wereld de noodzaak aangevoeld om scholen op te richten voor kaderleden die gespecialiseerd zijn in administratieve aangelegenheden : « Business Schools » in de Angelsaksische landen, de « École nationale d'administration » (ENA) in Frankrijk en andere soortgelijke instellingen in diverse landen.

In België, waar men nog altijd geen soortgelijke school heeft voor de opleiding van de ambtenaren van niveau I, heeft alleen de krijgsmacht die beweging gevolgd in 1947, met de oprichting van de « School voor militaire administrateurs », een instelling voor hoger onderwijs, voor de opleiding van jonge kapiteins, die na een lessencyclus van twee jaar niet alleen beschikten over de wetenschappelijke bagage eigen aan de burgerlijke beheerders, zowel in de particuliere sector als in de overheidssector, maar ook vertrouwd waren met de administratieve aangelegenheden van het leger.

Van 1947 tot 1994 heeft de School voor militaire administrateurs meer dan driehonderd Belgische officieren opgeleid van de drie machten, de medische dienst en de rijkswacht, en meer dan dertig buitenlandse officieren behaalden het diploma van militair administrateur; de meesten onder hen hebben een schitterende carrière gemaakt bij het leger en zelfs daarbuiten, waar hun deskundigheid steeds werd gewaardeerd. Ook een vijftigtal ambtenaren van niveau I, meestal van het ministerie van Landsverdediging, die in de burgerlijke sector geen gelijkwaardige opleiding vonden, hebben als vrije leerling talrijke lessen gevolgd in deze school.

Sinds 1994 is, zonder dat een wetgevende of bestuursrechtelijke tekst de sluiting van deze school aankondigt of verantwoordt, de opleiding van de militaire administrateurs geschorst op een ogenblik dat het leger wordt hervormd op een nooit geziene wijze sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog en waarop het aantal beheerders die bekwaam zijn om deze hervorming tot een goed einde te brengen, veeleer zou moeten worden verhoogd.

Kunt u mij mededelen welke maatregelen genomen zijn om de kwaliteit van het beheer van de strijdkrachten te vrijwaren en welke maatregelen de toekomst verzekeren van de School voor militaire administrateurs en van haar burgerlijk lerarenkorps ? Het zou immers niet verstandig zijn de kwaliteit en de ervaring ervan te moeten verliezen op een ogenblik waarop we die het meest nodig hebben.


Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Met het doel te rationaliseren en te besparen werd in 1990 beslist het Koninklijk Hoger Instituut voor defensie en de School der militaire administrateurs samen te voegen. Er werd ook geopteerd voor het behoud van de benaming « Koninklijk Hoger Instituut voor defensie ».

Wat betreft de vormingscursus voor kandidaat-hoofdofficieren ­ met andere woorden de voorbereiding tot toetreding van de graad van majoor ­ wordt in het nieuwe concept een gemeenschappelijke cursus voor alle officieren gegeven, waarin het accent wordt gelegd op het beheer.

Voor de hogere stafcursus wordt voorzien dat vanaf 1997, naast een gemeenschappelijk deel, de keuze zal kunnen gemaakt worden tussen een richting « operaties » (met hoger stafbrevet) en een richting « beheer » (met hoger brevet van militair administrateur).

Er is bijgevolg geen reden tot ongerustheid over een kwaliteitsvermindering in het domein van het beheer van de krijgsmacht. Integendeel, ik ben van oordeel dat deze evolutie een betere wederzijdse verstandhouding en betere uitwisseling van gedachten zal verzekeren.

Wat betreft het professorenkorps van de School der militaire administrateurs wordt in het ontwerp van de wettelijke tekst ter zake voorzien dat de professoren worden overgeplaatst naar het Koninklijk Hoger Instituut voor defensie om gebruik te maken van hun bekwaamheid en ervaring.

Teneinde de burger professoren in hun functie te houden zal het koninklijk besluit en ministerieel besluit van 18 oktober 1982, met betrekking tot de School der militaire administrateurs, pas teruggetrokken worden vanaf het in werking treden van het nieuwe koninklijk besluit, betreffende de organisatie van het Koninklijk Hoger Instituut voor defensie onder zijn nieuwe vorm.