Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-17

7 MEI 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 129 van de heer Anciaux d.d. 29 maart 1996 (N.) :
Bouwgeschillen.

Meer en meer stelt men vast dat mensen bij het verwezenlijken van hun droomhuis in een nachtmerrie ontwaken.

Honderden bouwgeschillen met dramatische omvang liggen in de rechtbanken te wachten op behandeling en uitspraken. De enorme duurtijd van deze procedures is een tweede nachtmerrie voor veel gedupeerden.

Kan de oprichting van een « bouwkamer », een arbitragekamer die recht spreekt op korte termijn, met daarin o.a. vertegenwoordigers van architecten, aannemers, beroepsmagistraten en leveranciers van materialen, geen goede oplossing betekenen ?

Deze bouwkamer kan opgericht worden naar het Nederlands model, waardoor in Nederland een bouwgeschil maximaal 1 jaar aansleept tegenover in België een duurtijd van gemiddeld 4,5 jaar voor de eerste aanleg alleen.

Is de geachte minister het eens met dit voorstel ? Welke stappen zal hij ondernemen om de bouwgeschillen efficiënt te laten behandelen ?