Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-13

26 MAART 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 36 van de heer Destexhe d.d. 26 februari 1996 (Fr.) :
Ministerie van Buitenlandse Zaken. ­ Formaties.

1. Sedert 1994 beschikt het ministerie van Buitenlandse Zaken over een formatie voor de 63 ambtenaren buitenlandse dienst die aangesteld zijn in het hoofdbestuur.

2. Er zijn echter geen formaties voor de 267 diplomaten die benoemd zijn in diplomatieke en consulaire ambten.

3. Welke initiatieven is de minister van plan te nemen om deze toestand te regulariseren zodat eventuele procedures voor de Raad van State voorkomen kunnen worden ?


Antwoord : De carrière buitenlandse dienst maakt het onderwerp uit van twee teksten inzake personeelsformatie, enerzijds opgelegd door de taalwetgeving en anderzijds door het organiek reglement van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het betreft :

­ Het koninklijk besluit van 29 maart 1995 betreffende de personeelsformatie van de betrekkingen die bij het hoofdbestuur zijn voorbehouden aan ambtenaren van deze carrière, vereist door artikel 43, § 3, van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken;

­ Het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende de personeelsformatie, overeenkomstig het organiek reglement (koninklijk besluit van 14 januari 1954) van het departement.

Geen enkele wettelijke of reglementaire bepaling legt echter de verplichting op een personeelsformatie in te stellen voor deze ambtenaren in de buitenlandse posten. Een dergelijke formatie zou aan het departement trouwens de noodzakelijke soepelheid ontnemen om het personeelsbestand in de posten met de gewenste snelheid aan te kunnen passen aan de vereisten van de evolutie van de internationale betrekkingen in het algemeen en de verdediging van onze nationale belangen.