(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
In haar contacten met de Volksrepubliek China geeft de Belgische regering de voorkeur aan bilaterale contacten om resultaten te bereiken inzake mensenrechten in Tibet en in China. Heeft dit discrete beleid totnogtoe al resultaten gehad ? Kunt u mij eventueel zeggen :
bij welke gelegenheden in de loop van 1996 en 1997 concrete gevallen werden aangesneden;
over het lot van welke personen besprekingen hebben plaatsgehad;
welke resultaten bereikt zijn voor elk geval afzonderlijk ?
Kunt u mij ook zeggen of de twee voorgaande jaren op initiatief van vertegenwoordigers van de Belgische overheid besprekingen konden worden gevoerd over het statuut van Tibet en over de opening van onderhandelingen zonder voorafgaande voorwaarden tussen de Tibetaanse regering in ballingschap en de Chinese regering ?
Antwoord : De Belgische regering blijft bezorgd over de schendingen van mensenrechten in de Volksrepubliek China en probeert de Chinese regering ervan te overtuigen om deze te verbeteren.
De aktie van de Belgische regering situeert zich tegelijkertijd op het Europees niveau, in het kader van de mensenrechtendialoog tussen de Europese Unie en China, en op bilateraal vlak, ter gelegenheid van bezoeken van Belgische ministers in China en Chinese ministers in België.
Bij de hervatting, in oktober 1997, van de dialoog met China teneinde de toestand van de mensenrechten in dat land te verbeteren, heeft het Voorzitterschap van de Europese Unie de Chinese overheid een lijst bezorgd van individuele gevallen van schendingen van mensenrechten. Op die lijst stonden de volgende namen : Wei Jingsheng, Wang Dan, Liu Xiaobo, Ngawang Cheophel, Liu Nianchun, Gao Yu, Hu Shigen, Kang Yuchun, Liu Jingsheng, Gedhun Choekyi Nyima. Bij elke expertenvergadering in het kader van deze dialoog worden er aan de Chinese overheid inlichtingen gevraagd over het lot van de op die lijst vermelde personen.
Op bilateraal vlak het ik het probleem van de mensenrechten in China besproken tijdens mijn onderhoud met de Chinese vice-eerste minister Li Lanqing, op bezoek in België van 8 tot 11 februari 1998. Mensenrechten werden ook aangekaart tijdens de onderhouden tussen de toenmalige Chinese eerste minister Li Peng en vice-eerste minister Maystadt ter gelegenheid van de economische zending in China van december 1996 en tussen de Chinese minister van Landsverdediging generaal Chi Haotian en zijn Belgische collega Poncelet, tijdens diens bezoek aan China van 12 tot 18 oktober 1997. Ik was bovendien een van de weinige Europese verantwoordelijken die, op 17 maart 1998, de onlangs vrijgelaten en naar de Verenigde Staten uitgewezen Wei Jingsheng ontvingen.
België, evenals zijn partners van de Europese Unie, betreurt het tekort schieten van de Chinese regering op het vlak van de bescherming van de etnische, culturele, godsdienstige en taalidentiteit van de Tibetanen. Ze beveelt de weg van de dialoog aan tussen de betrokken partijen. En speciaal gezant van de dalaï lama, de heer Tsewang Thetong, werd onlangs ontvangen op het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De samengebundelde inspanningen van de internationale gemeenschap om een verbetering van de toestand op het vlak van mensenrechten in de hand te werken zijn niet zonder gevolg gebleven : enkele positieve tekens werden geregistreerd zoals de vrijlating en uitwijzing naar de Verenigde Staten van de dissidenten Wei Jingsheng en Wang Dan, de ondertekening van het VN-Verdrag over sociale, economische en culturele rechten (1996), de belofte het VN-Verdrag over burgerlijke en politieke rechten te ondertekenen, de uitnodiging aan de VN-commissaris voor mensenrechten om een bezoek te brengen aan China en ook nog het bezoek aan Tibet van de troïka van de EU-ambassades in Peking. Zonder dat er klaarblijkelijk sprake is van vooruitgang in Tibet erkent de dalaï lama zelf het bestaan van enkele tekens van positieve verandering.
In het licht van deze bemoedigende ontwikkelingen en teneinde de nieuwe met China aangeknoopte dialoog niet op de helling te zetten hebben niet alleen de Europese Unie maar ook de Verenigde Staten en de hele internationale gemeenschap beslist geen resolutie over China in te dienen of te steunen tijdens de 54e zitting van de VN-Commissie Mensenrechten te Genève. De Europese Unie heeft evenwel duidelijk laten weten dat ze haar houding op de volgende zitting van de Commissie Mensenrechten zou evalueren op basis van de bereikte vooruitgang.