1-199

1-199

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 18 JUIN 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 18 JUNI 1998

(Vervolg-Suite)

TOESPRAAK VAN DE HEER MOENS,

ONDERVOORZITTER VAN DE SENAAT

ALLOCUTION DE M. MOENS,

VICE-PRÉSIDENT DU SÉNAT

De voorzitter. ­ Mag ik ondervoorzitter Moens, verzoeken de hulde aan de heer Bourgeois uit te spreken ?

De heer Moens, ondervoorzitter. ­ Dames en heren, toen collega André Bourgeois in 1977 voor de eerste maal senator werd, had hij reeds meer dan zes jaar ervaring in het Parlement, vermits hij in 1971 oud-minister Albert Degryse was opgevolgd in de Kamer. Hij had toen ook al heel wat politieke ervaring opgedaan, onder meer tijdens zijn burgemeesterschap in zijn geliefde geboortestad Izegem en een zesjarig verblijf in de provincieraad van West-Vlaanderen.

Na een relatief kort oponthoud in de Senaat ging hij in 1978 terug naar de Kamer, waar hij tot 1995 zitting zou blijven hebben. In dat jaar stapte hij terug de Senaat binnen.

Ondertussen had deze Izegemnaar, die aan de universiteit van Gent een doctoraat in de rechten en een licentie in de bestuurswetenschappen had behaald, reeds heel wat prestaties geleverd in het Parlement.

Reeds vóór zijn verkiezing in 1971 was hij ten zeerste begaan met de middenstandsproblematiek. Hij maakte deel uit van een aantal sociale middenstandsorganisaties.

Ook in de Kamer ging zijn belangstelling in de eerste plaats uit naar de verdediging van de belangen van de middenstand.

Zijn ervaring als advocaat aan de balie te Kortrijk, een beroep dat hij sinds 1953 is blijven uitoefenen, stelde hem in staat met kennis van zaken actief te zijn eerst in de commissie voor de Justitie van de Kamer en nadien in die van de Senaat.

Zijn kwaliteiten op dat gebied werden naar waarde geschat en brachten mee dat hij lid werd van drie parlementaire onderzoekscommissies van de Kamer : over het Heizeldrama, over de illegale wapenhandel en over de organisatie van de bestrijding van criminaliteit en terrorisme.

Later werd hij in de Senaat een vooraanstaand lid van de Parlementaire Commissie van onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in België, waar zijn grote ervaring op dit gebied door eenieder op prijs wordt gesteld. Zijn ruime belangstelling voor het buitenlands beleid, alsook de ervaring opgedaan op heel wat internationale fora brachten logischerwijze mee dat hij een zeer actief lid werd van de commissie voor de Buitenlandse Aangelegenheden.

Na te hebben stilgestaan bij de parlementaire loopbaan van collega Bourgeois, is thans het ogenblik aangebroken om een terugblik te werpen op zijn ministeriële loopbaan.

Tot verrassing van velen doet formateur Dehaene een beroep op collega Bourgeois om als minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw in zijn regering te treden. Wij schrijven 7 maart 1992, precies de dag waarop hij jarig is. Kan hij zich een mooier verjaardagsgeschenk indenken ? Wellicht niet, alhoewel hij in het begin openlijk toegeeft het moeilijk te hebben, vooral dan met de hem vreemde landbouwmaterie, net op het ogenblik dat het Europees landbouwbeleid aan een ingrijpende hervorming toe was.

Collega Bourgeois, uw leergierigheid en werkkracht hebben u in staat gesteld in een minimum van tijd een grote dossierkennis te verwerven in de materies waarvoor u bevoegd was. Met de problemen van de KMO's was u ingevolge uw antecedenten zeer goed vertrouwd, zodat u met zwier kon optreden als voorzitter van de allereerste Europese Raad van ministers voor de KMO's in 1993.

Landbouw baarde u wel zorgen, bij de aanvang althans, toen u het hoofd moest bieden aan misnoegde landbouwers die niet aarzelden om uw privé-leven te schenden. De ontmoediging was zo groot dat u eraan dacht op te geven, maar de Koning en uw partijvoorzitter slaagden erin u op te beuren zodat u zich met nieuwe moed aan het werk zette. Het lukte u de vele problemen die in de landbouwsector rezen, op een menselijke manier te benaderen door rechtstreeks met de betrokkenen te spreken.

Deze benadering lukte wonderwel en leidde tot een beter inzicht bij de landbouwers, zodat u erin slaagde zonder verdere heibel de noodzakelijke hervormingen door te voeren.

Ik zou nog heel lang over uw verwezenlijkingen kunnen uitweiden door, bijvoorbeeld, te spreken over uw liefde voor de dieren, die leidde tot de modernisering van onze wetgeving op de dierenbescherming. Maar dit zou mij te ver leiden.

Sta mij toe even stil te staan bij de menselijke eigenschappen van collega Bourgeois, want die zijn talrijk. Ik vermeldde reeds zijn leergierigheid, werkkracht, dossierkennis, doorzettingsvermogen en zin voor menselijke relaties.

Deze laatste eigenschap, collega Bourgeois, bracht mee dat u populair werd in de landbouwwereld, maar niet alleen daar. Alle mensen die met u hebben samengewerkt, mochten op uw welgemeende dankbetuigingen rekenen. Dit geldt en gold niet alleen voor de ambtenaren van Kamer en Senaat, maar eveneens voor de medewerkers van uw kabinetten en administratie toen u minister was. Van u wordt gezegd dat u de enige minister was die niet aarzelde om te onderstrepen dat alle realisaties er kwamen dankzij de inzet van de betrokken ambtenaren.

Uw gemoedelijkheid heeft meegebracht dat u, ondanks een zeer lange politieke loopbaan in dit Parlement, alleen maar vrienden telt. U bent dan ook een bijzonder fijne collega, wiens aanwezigheid onder ons wij ten zeerste op prijs stellen. Wij zijn ervan overtuigd dat u onze democratie nog heel wat diensten kunt bewijzen, onder meer door met uw deskundigheid mede te werken aan de hervorming van de justitie en het politieapparaat, die voor u een absolute prioriteit vormt. (Zeer levendig applaus.)

De heer Moens, ondervoorzitter,

geeft de heer Bourgeois de accolade