1-49 | 1-49 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 6 JUIN 1996 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 6 JUNI 1996 |
De Voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Coveliers aan de minister van Buitenlandse Zaken over « de Belgische kandidaturen voor de Europese Commissie voor de rechten van de mens ».
Het woord is aan de heer Coveliers.
De heer Coveliers (VLD). Mijnheer de Voorzitter, iedere burger kan krachtens het Europees Verdrag voor de rechten van de mens een beroep doen op het Europees Hof voor de rechten van de mens. Bij dit hof brengt een commissie advies uit over de klachten die worden ingediend.
De leden van de commissie worden voorgedragen door de parlementaire delegatie en benoemd door de raad van de 38 regeringen. De leden van het hof daarentegen worden voorgedragen door de raad en benoemd door de parlementen.
De Belgische delegatie bij de parlementaire vergadering van de Raad van Europa, onder het voorzitterschap van de heer Charles-Ferdinand Nothomb, droeg de heer Marc Bossuyt unaniem voor als eerste kandidaat voor de Europese Commissie voor de rechten van de mens.
Als tweede kandidaat werd de heer Jean-Claude Geus, lid van de Raad van State, voorgedragen. Van hem is bekend dat hij tot de PS-strekking behoort.
Het is gebruikelijk dat de Belgische afgevaardigde in de Europese Commissie van de rechten van de mens alternerend wordt aangeduid, zowel op linguïstisch als op filosofisch vlak.
Ik lees in de pers dat de Eerste minister, die het halfrond net verlaten heeft, de opdracht zou hebben gegeven om bij de ministers van Buitenlandse Zaken van de 37 andere landen van de Raad van Europa te lobbyen, opdat zij niet voor de eerste kandidaat zouden stemmen.
Kan de minister, die hier weliswaar bij monde van staatssecretaris Moreels zal antwoorden, mij meedelen of aan de Belgische ambassadeur de opdracht werd gegeven om te lobbyen, zodat de tweede kandidaat zou worden verkozen in plaats van de eerste ?
De Voorzitter. Het woord is aan staatssecretaris Moreels die zal antwoorden namens de minister van Buitenlandse Zaken.
De heer Moreels, staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Eerste minister. Mijnheer de Voorzitter, sinds 1990 is de heer Jean-Claude Geus, kamervoorzitter bij de Raad van State, lid van de Europese Commissie voor de rechten van de mens van Straatsburg. Zijn mandaat geldt voor een periode van zes jaar.
Sedert 1986 zetelt professor emeritus Jan De Meyer in het Europees Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg. Zijn mandaat geldt voor een periode van negen jaar en werd in 1995 hernieuwd.
In het licht van het taalevenwicht dat van oudsher wordt nagestreefd tussen de Belgische afgevaardigden in het Hof en in de Commissie voor de rechten van de mens in Straatsburg, is het wenselijk dat ook het mandaat van staatsraad Geus wordt verlengd.
Daarom heeft de minister van Buitenlandse Zaken de Belgische ambassadeur bij de Raad van Europa in Straatsburg de opdracht gegeven om de leden van de Raad van ministers te wijzen op het belang dat de Belgische Regering hecht aan het behoud van dit taalevenwicht, ook in de toekomst.
De Raad van ministers zal de volgende weken moeten overgaan tot de benoeming van de leden van de commissie, hierbij uitgaand van de lijst van kandidaten, voorgesteld door de betrokken nationale delegaties bij de parlementaire vergadering van de Raad van Europa.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Coveliers voor een repliek.
De heer Coveliers (VLD). Mijnheer de Voorzitter, na de jongste versie van de volmachtenwetten verkeerde ik in de overtuiging dat wij in dit land de laatste aberratie van autoritair optreden voor gezien mochten beschouwen, maar nu geeft de Regering openlijk toe dat zij de kandidatuur, voorgedragen door de vijftien parlementsleden afgevaardigd in de Raad van Europa, onder het voorzitterschap van de heer Charles-Ferdinand Nothomb, wenst te weren in het voordeel van een ander kandidaat. Voor de tweede maal zal de Belgische Regering zich bij de vertegenwoordigers van de zevenendertig lidstaten belachelijk maken door te vragen niet de kandidatuur van een democratisch aangewezen kandidaat in overweging te nemen, maar wel deze van iemand die de voorkeur van de Regering wegdraagt. Als drogreden hiervoor wordt het linguïstisch evenwicht ingeroepen. Bij inzage van de lijst van mandaten sinds 1954 bij zowel het Hof als de Commissie van de Raad van Europa blijkt dat het taalevenwicht nagenoeg nooit werd geëerbiedigd. Wel kwam men de afspraak na om het levensbeschouwelijke en taalevenwicht te respecteren door de mandaten te alterneren. Op die manier heeft overigens één van onze collega's ooit nog eens zitting gehad in deze commissie. Ik kan de namenlijst ter beschikking stellen.
Ik vrees dat verklaring van het weekblad Père Ubu van 30 mei 1996 het toch bij het rechte eind heeft : met de benoeming van de heer Geus wil de Regering deze laatste danken voor de diensten die hij heeft bewezen bij de behandeling van de klacht van de firma Van Hool voor de Raad van State. Toen de vordering tot nietigverklaring van de door de Waalse regio aanbestede openbare bestelling van bussen door de firma Van Hool bij de Raad van State werd ingeleid, besloot de eerste voorzitter van deze raad, wijlen de heer Tapie, plots tot wijziging van de samenstelling van de bevoegde kamer en kreeg de heer Geus er zitting in. Voorts is het gerecht in dit land uiteraard volstrekt onafhankelijk ! Het resultaat van de operatie is gekend. De Franstalige kamer van de Raad van State heeft het Waalse Gewest gelijk gegeven, maar het Europees Hof te Luxemburg heeft het Waalse Gewest ongelijk gegeven. Nu komt de heer Geus de beloning voor bewezen diensten opeisen en eist om zitting te hebben in de commissie van het Europees Hof.
Het andere argument geopperd in het weekblad Père Ubu maakt melding van andere vooraanstaanden die naar Straatsburg zouden moeten worden gezonden. Ik wil echter te goeder trouw blijven en zal dit niet citeren.
Mijnheer de Voorzitter, de heer Moreels is niet bevoegd voor deze materie en kan dus enkel als tussenpersoon optreden. Maar ik wens hem ervan te verwittigen dat ik, na het aanhoren van zijn antwoord, als voorzitter van een fractie die hier tot de oppositie behoort, aan de zevenendertig regeringen een schrijven zal richten om de verkeerde wijze van voorstellen van de Belgische Regering aan de kaak te stellen. De zevenendertig lidstaten, waarvan er reeds twee uiting hebben gegeven aan hun verbazing over het optreden van de Belgische Regering, zullen er dan moeten op toezien dat er een correcte benoeming gebeurt. Voor de zoveelste keer worden de prerogatieven van dit Parlement miskend.
Voor mij kan dit incident slechts voorlopig worden gesloten.
De Voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.