1-578/1 | 1-578/1 |
13 MAART 1997
Dit voorstel van resolutie beoogt een experiment te starten waarin een beperkt aantal mensen in de administratie van de federale overheid de mogelijkheid wordt geboden om hun professionele taken thuis te verrichten.
Huisarbeid lijkt terug tot de mogelijkheden van de moderne arbeidsmarkt te kunnen behoren. Tot voor kort regelde geen enkele wetsbepaling de arbeidsovereenkomst voor huisarbeid in zijn globaliteit. De Kamer van volksvertegenwoordigers en de Belgische Senaat hebben respectievelijk op 13 juni 1996 en 24 oktober 1996 een nieuwe wettelijke regeling voor de huisarbeid aangenomen. De wet van 6 december 1996 betreffende de huisarbeid werd in het Belgisch Staatsblad van 24 december 1996 (blz. 31993-31996) bekendgemaakt.
Over de Nederlandse term « huisarbeid » heeft zich tijdens de bespreking van het wetsontwerp een uitgebreide discussie ontwikkeld. Velen waren van oordeel dat de term huisarbeid veeleer refereert aan huishoudelijk werk, dan aan het verrichten van professionele arbeid in een locatie die door de werknemer zelf wordt gekozen en die zijn woonplaats of één van zijn verblijfplaatsen kan zijn. Na opzoekingswerk is gebleken dat men in het Sociaalrechtelijk Woordenboek de termen « thuiswerk », « thuiswerker », « thuisarbeid » en « thuisarbeider » niet terugvindt.
Daarentegen vindt men er :
« huisarbeid » : arbeid ten behoeve van een onderneming, welke niet wordt verricht op een plaats door de werkgever aangewezen, doch meestal in of nabij de woning van de arbeider;
« huisarbeider » : werknemer die huisarbeid verricht.
Het gebruik van de sociaalrechtelijke terminologie, vastgesteld in het Sociaalrechtelijk Woordenboek, wordt bij decreet van 25 september 1975 van de Vlaamse Cultuurgemeenschap tot verbetering van de sociaalrechtelijke terminologie verplicht gesteld voor alle teksten die in overheidsdiensten worden opgesteld of voorbereid.
Vroeger situeerde huisarbeid zich vooral in het bewerken van grondstoffen of gedeeltelijk afgewerkte producten. Vooral in de textiel- en kledingsector kende huisarbeid een opmerkelijke opgang in de vorige eeuw.
Ten gevolge van de toegenomen standaardisering van het productieproces én de teloorgang van de sectoren waar er het meest een beroep werd gedaan op huisarbeid, in het bijzonder na de Tweede Wereldoorlog, ging het aantal huisarbeiders sterk achteruit. Vandaag situeren de mogelijkheden van huisarbeid zich in de tertiaire sector, in tegenstelling tot vroeger, toen huisarbeid zich hoofdzakelijk in de secundaire sector ontwikkeld heeft.
De steeds verdergaande ontwikkeling van de dienstensector, de sterke vooruitgang op het vlak van de communicatietechnologie en telematica én de problemen inzake ecologie en mobiliteit, hebben een vernieuwde aandacht voor de mogelijkheden van de huisarbeid gewekt. Tevens wordt huisarbeid overwogen vanuit het perspectief van gezinstaken en de kinderopvang. In tegenstelling tot vroeger, gaat het echter niet meer om manuele huisarbeid, maar veeleer om intellectuele arbeid, en in het bijzonder om telewerk.
In het Witboek van de Europese Commissie (blz. 29) wordt telewerk, in essentie een vorm van huisarbeid, voorgesteld als één van de 9 toepassingsgebieden voor strategische projecten met betrekking tot de ontwikkeling van transeuropese telecommunicatienetwerken. Volgens het witboek is in de periode 1994-1999 een investering van 3 miljard ecu vereist voor telewerk. Volgens de commissie kan telewerk een belangrijke bijdrage leveren tot de verplaatsing van werk en vestigingen naar de minder begunstigde gebieden in Europa (het platteland, perifere gebieden, saneringsgebieden enz.). Telewerk maakt als dusdanig deel uit van een omvattend pakket maatregelen dat gericht is op economische groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid.
Uiteraard betekent deze werkvorm een revolutie inzake arbeidsorganisatie, zowel voor werkgever als voor werknemer. Zelfdiscipline vanuit de hoek van de werknemer en een goed uitgetekende planning naar opdrachten toe voor de werkgever, zullen de sleutelwoorden worden in deze nieuwe werkvorm. De voornaamste oorzaak van het uitblijven van de doorbraak van huisarbeid zou te situeren zijn op het vlak van de managementcultuur. Belgische managers zouden moeilijk kunnen afstappen van de idee dat een gebrek aan directe controle een dalende productiviteit van de werknemers tot gevolg zou hebben.
Het is evident dat huisarbeid geen zaligmakend alternatief biedt voor elk administratief werk, voor elke functie en elk niveau. Huisarbeid verdient echter een kans, opdat de praktijk kan leren in welke mate huisarbeid voor welke werknemer en voor welke werkgever een geschikte arbeidsformule kan worden.
Huisarbeid vertoont naast de vele voordelen ook enkele nadelen. Vanuit het oogpunt van de werkgever is er het reeds aangehaalde probleem van controle. Van de kant van de werknemers bestaat er een vrees om terecht te komen in een sociaal isolement. Bovendien kan er een te grote vermenging tussen privé- en beroepsleven optreden. Daarom is het belangrijk om het vrijwillige karakter van de huisarbeid zoveel als mogelijk te waarborgen.
Huisarbeid genereert echter een aantal positieve « spill-over-effecten » op andere maatschappelijke domeinen, zoals ontlasting van de steden, tijdwinst inzake woon-werkverkeer én kinderopvang.
Tenslotte laat huisarbeid ook toe dat de werknemer zijn werk veel soepeler organiseert. Hij zal voor het afwerken van opdrachten een bepaalde deadline opgelegd krijgen of een bepaald aantal dossiers per week moeten afhandelen. Hierdoor wordt het voor thuiswerkende ouders gemakkelijker om de opvoeding van de kinderen en de professionele opdrachten van de werkgever op een meer bevredigende wijze te combineren.
De vernieuwde aandacht voor en het nieuwe karakter van huisarbeid doen op dit ogenblik een aantal vragen rijzen :
In welke mate kunnen wij in België gebruik maken van de moderne technologie om huisarbeid mogelijk te maken ?
Welke functies komen in aanmerking voor huisarbeid ?
Welke voor- en nadelen ondervinden huisarbeiders en hun werkgevers ?
Bevordert huisarbeid inderdaad de combinatie van professionele arbeid met gezinstaken ?
Vergroot huisarbeid de efficiëntie ?
Welke impact heeft huisarbeid op het fileprobleem ?
Welke impact heeft huisarbeid op het vlak van kinderopvang ?
Wie is er geïnteresseerd in huisarbeid ?
Op welke manier kan huisarbeid in de overheidsadministratie worden ingevoerd zonder afbreuk te doen aan de openbare dienstverlening ?
Om enig uitsluitsel te krijgen over deze vragen, zou het interessant zijn dat de federale overheid in haar administratie een aantal experimenten doorvoert met huisarbeid. Aangezien huisarbeid recentelijk een geactualiseerd wettelijk kader heeft gekregen en door de Europese Commissie wordt aanbevolen als een belangrijke strategische tewerkstellingsformule, is het nu het ideale moment om dergelijk experiment op te zetten in de federale besturen.
Bovendien stellen de werknemersorganisaties niet per definitie hun veto tegen huisarbeid. Tijdens de Vlaamse ACV-dagen (18-19 oktober 1996) keurde het ACV een krachtlijn goed waarin telehuiswerk voor hen bespreekbaar was, zij het onder stringente voorwaarden.
Gezien de experimentele fase, zal er geen uitsluitsel kunnen worden gegeven over de uiteindelijke impact op het fileprobleem, de kinderopvang e.d., maar zullen mannen en vrouwen wel ondervraagd kunnen worden over de voor- en nadelen van dit systeem. Een zorgvuldige selectie van de taken die in aanmerking komen voor het experiment kan reeds duidelijk maken welk type van werk geschikt is of kan zijn voor huisarbeid.
Tevens moet worden gezocht naar een mogelijke combinatie van huisarbeid en arbeid buitenshuis. Het is immers best mogelijk dat een aantal functies deels thuis, deels buitenshuis kunnen worden verricht. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de term « huisarbeid » niet al te letterlijk dient te worden opgevat als arbeid in de privé-woning van de werknemer. De essentie van huisarbeid is dat de werknemer tegen loon arbeid verricht onder het gezag van een werkgever in zijn eigen woonplaats of op elke andere door hem gekozen plaats, zonder dat hij onder het toezicht of de rechtstreekse controle van de werkgever staat. In de privé-sector heeft Alcatel, gelegen in Antwerpen, een satellietbureau in Gent opgericht opdat de Oost-Vlaamse werknemers de files aan de Kennedytunnel zouden kunnen vermijden.
Huisarbeid hoeft geen zwart-witdiscussie te worden tussen voor- en tegenstanders. Uit diverse bevragingen van werknemers blijkt dat de interesse voor huisarbeid groot is, maar dat huisarbeid tegelijk gemengde gevoelens oproept, zeer in het bijzonder met betrekking tot het gemis aan sociale contacten en de scheiding tussen privé- en professioneel leven. Belangrijk is dat er wordt gezocht naar een nieuwe plaats voor huisarbeid in de hedendaagse socio-economische situatie, opdat zowel werknemers, werkgevers én de maatschappij voordeel kunnen halen bij deze werkvorm.
Aangezien de overheid een voortrekkersrol wordt toebedeeld in het experimenteren met huisarbeid, wordt aan hen die beducht zijn voor mogelijke negatieve gevolgen voor de huisarbeider een waarborg geboden. Deze resolutie heeft immers tot doel om na afloop van het experiment de resultaten in het Parlement te evalueren en het systeem zo nodig bij te sturen. Op die manier wordt het maatschappelijk debat over huisarbeid op gang getrokken en zal de overheid tijdig een pasklaar antwoord kunnen aanreiken op het ogenblik dat de huisarbeid, en in het bijzonder het telewerk, tot volle ontplooiing zal komen. Het is immers niet voldoende dat de overheid enkel meehelpt aan het uitbouwen van een degelijke infrastructuur op het ogenblik dat huisarbeid tot ontwikkeling zal komen. De overheid moet ook een beleid voeren dat de uitbouw van nieuwe diensten stimuleert.
Lisette NELIS-VAN LIEDEKERKE. |
De Senaat,
Rekening houdend met het nieuwe wettelijke kader inzake de huisarbeid, in casu de wet van 6 december 1996 betreffende de huisarbeid;
Rekening houdend met het feit dat de Europese Commissie telewerk in haar Witboek voorstelt als één van de 9 strategische formules in het kader van de transeuropese communicatienetwerken waarvoor investeringen moeten worden aangemoedigd;
Gelet op de vooruitgang inzake communicatietechnologie en telematica;
Gelet op de mobiliteitsproblemen die het dagelijkse woon-werkverkeer veroorzaakt;
Gelet op de moeilijkheden die vele gezinnen ondervinden om op een bevredigende wijze hun professionele activiteiten te combineren met hun gezinstaken;
Rekening houdend met de potentiële positieve spill-over-effecten van huisarbeid op andere maatschappelijke domeinen, zoals ontlasting van de steden, tijdwinst inzake woon-werkverkeer, kinderopvang en dergelijke;
Vraagt de federale regering :
voor de duur van één jaar een beperkt experiment inzake huisarbeid binnen de federale administratie, op te starten;
de resultaten van één jaar experiment samen met de Belgische Senaat te evalueren met het oog op het al dan niet stimuleren van de huisarbeid in België, zowel in de overheidsbesturen als in de privé-sector.
Lisette NELIS-VAN LIEDEKERKE. Jeannine LEDUC. |