1-324/1

1-324/1

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996

30 APRIL 1996


Voorstel van resolutie betreffende de mensenrechten van etnische en religieuze minderheden in India en het recht op een zekere vorm van autonomie

(Ingediend door de heer Anciaux)


De Senaat,

­ Gelet op de vele duizenden doden die reeds gevallen zijn in de strijd voor onafhankelijkheid van Nagaland, Khalistan en Kashmir;

­ Gelet op het feit dat Sikhs in de periodes 1710-1716 en 1765-1849 zelf Pundjaab bestuurden;

­ Gelet op de belofte vanwege de leiders Gandhi en Nehru dat de Sikhs een grote mate van vrijheid zouden kunnen genieten en dat geen enkele wet die de rechten van Sikhs zou aantasten, zou worden aanvaard zonder het fiat van de Sikhs zelf;

­ Gelet op het feit dat van deze laatste belofte niets in huis kwam, na de afkondiging van de Indiase grondwet;

­ Gelet op de door onafhankelijke mensenrechtenorganisaties, zoals Amnesty International, veelvuldig vastgestelde en gerapporteerde schendingen van de mensenrechten jegens deze etnische en religieuze minderheden in India, die zelfs de vorm aannemen van folteringen, verkrachtingen en doding in gevangenschap;

­ Gelet op het veelvuldige misbruik van de preventieve hechtenis, waardoor gevangenen geen beroep kunnen doen op de normale rechtsbedeling;

­ Overwegende dat volgens Amnesty International in India in 1995 ten minste 100 mensen in gevangenschap stierven als gevolg van folteringen en medische nalatigheden;

­ Overwegende dat India nog steeds de V.N.-conventie tegen foltering niet heeft aangenomen;

Vraagt de Regering :

1. ­ het streven van de zwaarverdrukte volkeren der Sikhs in Pundjaab-Khalistan, der moslims in Kashmir en der Naga's in Nagaland, om op vreedzame wijze tot een grotere vorm van autonomie te komen, te steunen;

­ bij de Indiase regering de wens uit te drukken een referendum te organiseren onder internationale auspiciën over onafhankelijkheid voor Khalistan.

2. ­ de Indiase regering te verzoeken de mensonterende praktijken van martelingen, verkrachtingen en het ombrengen van gevangenen onmiddellijk stop te zetten;

­ de Indiase regering te verzoeken een einde te maken aan de preventieve hechtenis, waardoor duizenden Indiërs zonder aanklacht of proces vastzitten;

­ de Indiase regering te verzoeken de doodstraf af te schaffen, vermits deze straf het recht op leven van elk individu schendt;

­ de Indiase regering te verzoeken de V.N.-conventie tegen foltering aan te nemen.

3. ­ de Commissie voor de Buitenlandse Aangelegenheden regelmatig op de hoogte te houden van de vooruitgang in dit dossier.

Bert ANCIAUX.