Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-85

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 14 oktober 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking

CITES-Verdrag - Handel in beschermde dier- en plantensoorten - Uitgebreide evaluatie - Koppelen databanken - Financiering - Moratorium op nieuwe handel

dierenwinkel
zwarte handel
beschermde soort
milieubescherming
Werelddouaneorganisatie
uitvoervergunning
beroep in het douanewezen
douanecontrole

Chronologie

14/10/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/11/2019)
12/11/2019Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-86
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-87

Vraag nr. 7-85 d.d. 14 oktober 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ons land, alsook de Europese Unie (EU), is een Verdragspartij wat betreft het CITES Verdrag (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora). Dit Verdrag van de Verenigde Naties (VN) is een internationaal Verdrag bedoeld om de internationale handel in met uitsterven bedreigde soorten te reglementeren en strekt ertoe om de internationale handel in bedreigde wilde dier en plantensoorten op duurzame wijze te organiseren. Het Verdrag dateert van 1975.

Momenteel is er een beperkte vraag tot herziening van het verdrag vanwege de Democratische Republiek Congo, Namibië en Zimbabwe.

Het CITES Verdrag werd tot op heden slechts eenmaal geëvalueerd in haar vierenveertig jarig bestaan en die evaluatie dateert van meer dan vierentwintig jaar geleden. Volgens de Wereld Douane Organisatie (WCO) is er de laatste achttien maanden een enorme toename van de criminaliteit in verband met in het wild levende dieren en planten. U kan dit terugvinden in het «World Customs organisations 2017 Illicit Trade Report». De winsten op de handel in illegale dieren en planten bedragen tussen de 91 en de 258 miljard dollar per jaar. In de illegale economie bekleedt deze vorm van criminaliteit dan ook de vierde plaats na drugshandel, handel in namaak en mensenhandel. Diverse niet gouvernementele organisaties (NGO), waaronder «For the Love of Wildlife» en «Nature Needs More», wijzen erop dat het huidige CITES systeem fouten bevat en dat er dringend werk moet worden gemaakt van een uitgebreide evaluatie van het CITES Verdrag met het oog op het vrijwaren van de dier en plantsoorten op een effectieve en efficiënte manier. Het huidige systeem van handelsvergunningen onder CITES is nog steeds georganiseerd zoals in de jaren 70 en werkt met papieren vergunningen. Bovendien is het niet geïntegreerd met de systemen van de diverse douanes. Momenteel zijn er meer dan 35 000 soorten opgenomen in de lijsten waarvoor er handelsbeperkingen gelden. Het hoeft geen betoog dat dit de identificatie en de handhaving voor de politie en douanediensten bijna onmogelijk maakt. Het wordt tijd om het hele systeem tegen het licht te houden en over te gaan tot een «reverse listing» methode. Dit werd overigens reeds in 1981 op de CITES Conferentie van verdragspartijen in New Delhi, verdedigd door Australië.

Een ander nijpend probleem is de dramatische onderfinanciering van CITES zelf om de verdragspartijen bij te staan in de implementatie van een effectief en sluitend elektronisch vergunningssysteem dat geïntegreerd is met de systemen van de douaneautoriteiten.

Wat betreft transversaal karakter van deze vraag: milieu en dierenwelzijn zijn een bevoegdheid van de Gewesten, maar handel is een federale bevoegdheid.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen:

1) Hoe evalueert u momenteel de werking van het CITES Verdrag? Hoe reageert u op de vele hiaten die er zijn ontstaan in de regulering van deze handel? Kan u dit uitvoerig toelichten?

2) Bent u het eens dat er dringend een uitgebreide en gehele evaluatie moet plaatsvinden van het CITES Verdrag om de handhaving te versterken, te komen tot een effectiever en moderner vergunningssysteem, en tot een betere informatievergaring van de concrete cijfers wat betreft de handel in bedreigde dier en plantensoorten, alsook om een duidelijker beeld te krijgen van de illegale handel? Zo neen, waarom niet? Kan u dit toelichten?

3) Kan u zeer gedetailleerd toelichten welke aandachtspunten ons land naar voor heeft geschoven als Verdragspartij van CITES op de Conferentie van Partijen (CoP) die onlangs plaatsvond? Kan u dit gedetailleerd overlopen?

4) Bent u het met mee eens dat een agentschap met een budget op jaarbasis van 6 miljoen dollar, onmogelijk de handel in bedreigde wilde dier en platsoorten kan monitoren en reguleren? Kan u gedetailleerd meedelen welke mogelijkheden u ziet om te komen tot een betere financiering van het Agentschap?

5) Bent u bereid het debat aan te vatten bij de EU om desgevallend, via het invoeren van een kleine heffing op de legale handel in bedreigde dier en plantensoorten, te komen tot een betere financiering voor dit Agentschap alsook financiering te voorzien voor het opzetten van elektronische vergunningssysteem in de landen met een beperkt bruto nationaal product (BNP)?

6) Kan u meedelen of u bereid bent op de volgende Conferentie van Partijen (CoP) van CITES een gedetailleerd plan uit te werken om het vergunningssysteem van CITES eindelijk in de 21e eeuw te brengen door over te schakelen naar een systeem met elektronische vergunningen en een koppeling van deze vergunningen met de databanken van de diverse douanes, al of niet via of in samenwerking met de Wereld Douane Organisatie (WCO)? Zo ja, kan u de timing en de inhoud concreet toelichten? Zo neen, waarom niet? Kan u dit uitvoerig toelichten?

7) Bent u bereid om, in afwachting van een gehele evaluatie van het CITES systeem, te pleiten voor een tijdelijk moratorium wat betreft alle nieuwe handel alsook de uitbreiding van de bestaande quota? Zo ja, kan u dit concreet toelichten? Zo neen, waarom niet en kan u meedelen wat u dan wel bereid bent te doen?

8) Hoe evalueert de algemene administratie van de Douane en Accijnzen de huidige lijst van 35 000 soorten in functie van werkbaarheid en handhaving? Kan u zeer specifiek meedelen welke opleiding onze douaniers krijgen om deze handhaving te verzekeren? Hoeveel opleidingen, in aantal uren op jaarbasis rond CITES, krijgen onze douaniers en zijn er regelmatige terugkeermomenten? Kan u dit gedetailleerd toelichten?

Antwoord ontvangen op 12 november 2019 :

1) Met artikel 3 van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, werd in België de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL) – dienst CITES – als bevoegde overheid inzake de handel in beschermde dier- en plantensoorten aangeduid. De algemene administratie der Douane en Accijnzen (AAD&A) heeft met betrekking tot de CITES wetgeving een controle- en vaststellingsbevoegdheid bij het binnenbrengen in, de uitvoer uit en de doorvoer door de Europese Unie (EU) van CITES specimen. De controlebevoegdheid bestaat er in na te gaan of de vereiste CITES vergunningen bij de CITES specimen aanwezig zijn en geldig zijn. Ingeval van overtreding van de CITES wetgeving kan de AAD&A de inbreuk vaststellen en de betrokken CITES specimen in beslag nemen. De inbeslaggenomen specimen worden overgedragen aan de bevoegde overheidsdienst, de FOD VVVL. Hiertoe werd in 2014 een protocolakkoord afgesloten tussen AADA en FOD VVVL.

2) Het beheer van het CITES vergunningensysteem behoort niet tot de bevoegdheid van de AAD&A.

3) tot 7) Deze vragen behoren tot de bevoegdheid van de minister van Leefmilieu.

8) De algemene administratie Douane en Accijnzen voorziet cursussen inzake CITES in haar permanente opleidingen. Elke ambtenaar, die bij de algemene administratie van de Douane en Accijnzen in dienst treedt, volgt een verplichte basisopleiding. Tijdens deze basisopleiding, die ingeschaald wordt als een type 1 volgens het European Customs Competency Framework (ECCFW), zijnde basiskennis, wordt de materie inzake CITES gedurende 1,5 uur besproken. De focus in deze sessie is het voorzien van inzicht in de context, de bevoegdheden van de douane en het vergunningensysteem.

De voorbije jaren hebben ambtenaren die dossiers behandelen inzake de handhaving van CITES, opleidingen gevolgd en dit via samenwerking met en door externe partners. Zo werd in 2018 een multidisciplinaire opleiding inzake CITES georganiseerd van een volledige lesdag in samenwerking met het Instituut voor gerechtelijk opleiding (IGO) met als beoogde doelstelling het verstrekken van een praktijkgerichte kennismaking met het kader van de CITES-wetgeving en de handhaving ervan door de diverse betrokken actoren, waaronder dus ook Douane. In het kader van vijfenveertig jaar CITES, zal binnen het overleg van de Customs Intergov Assembly (werkgroep opleidingen) begin 2020 een voorstel van gezamenlijke opleiding bekeken worden.

In afwachting van een gezamenlijke beleidsbeslissing tussen de administrateur-generaal van Douane en Accijnzen en de directeur-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, bereiden we een aanvulling voor binnen de opleidingen van controle van passagiers en bagage, alsook controle van goederen. Daarin zullen we aandacht besteden aan de praktische afhandeling van overtredingen inzake de CITES-reglementering. Deze opleiding wordt beschouwd als type 2 van het ECCFW, zijnde getraind niveau. Bovendien hebben alle ambtenaren van de algemene administratie van de Douane en Accijnzen toegang tot de e-learning inzake CITES die aangeboden wordt door de Werelddouaneorganisatie (WDO).