Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-8

van Carina Van Cauter (Open Vld) d.d. 19 september 2019

aan de vice-eersteminister en Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen

Gebruik van lachgas als drug bij jongeren - Handhaving - Preventie - Studie Trimbos-instituut - Nederland

gevaren voor de gezondheid
jongere
Nederland
verdovend middel
gas
verkoopvergunning
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
actieprogramma
officiële statistiek
ongeval bij het vervoer
verkeersveiligheid
bewustmaking van de burgers

Chronologie

19/9/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/10/2019)
9/10/2019Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-9
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-10

Vraag nr. 7-8 d.d. 19 september 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gebruik van lachgas bij jongeren in het uitgaansmilieu neemt toe. Heden blijkt dit fenomeen wijdverspreid te zijn. De actieve stof, «distikstofoxide» is vrij in de handel te krijgen als gaspatroon voor slagroomtoestellen. Het gas wordt in een ballon geschoten en vervolgens ingeademd. Deze drugs veroorzaken volgens diverse bronnen hersenschade. Vooral wanneer het jongeren betreft zouden de gezondheidsrisico's groot zijn.

Het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil het voor minderjarigen moeilijker maken om lachgaspatronen aan te schaffen. Het departement gaat daarover in gesprek met de groothandel en de detailhandel.

De Nederlandse Minister Bruins en staatssecretaris Blokhuis denken aan het vrijwillig instellen van een leeftijdsgrens voor de verkoop van het lachgas. Ook kan er een maximum bepaald worden van het aantal patronen dat per keer mag worden verkocht.

Het Bonger Instituut (Universiteit van Amsterdam) en het Trimbos Instituut zeggen dat ruim een derde van het uitgaanspubliek geregeld lachgas gebruikt. De grootste groep gebruikers zijn jongvolwassenen.

De bezorgdheid van de onderzoekers van het Trimbos en het Bonger Instituut gaat vooral over jongeren tussen dertien en zeventien jaar. «We zien onder die groep een forse toename van het aantal gebruikers», zegt onderzoeker Ton Nabben. «Het is vaak hun eerste middel en dat zou drempelverlagend kunnen werken. Ze zien het niet als een drug omdat je het gewoon kan kopen.»

Volgens het Trimbos Instituut is het uitzonderlijk dat zulke jonge kinderen al drugs gebruiken. Zij zien dit nauwelijks bij marihuana en harddrugs. Volgens de onderzoekers is een mogelijke verklaring hiervoor dat kinderen in lachgas geen gevaar zien en het vrij verkrijgbaar is.

Jongeren blijken tijdens of kort na lachgasverbruik last te kunnen hebben van hoofdpijn, duizeligheid en tintelingen. Daarna volgen verwardheid, misselijkheid en de hunkering om opnieuw te gebruiken. De negatieve gezondheidseffecten op lange termijn zijn concentratieproblemen, vermoeidheid en duizelingen. Hoe vaker en hoe meer lachgas wordt gebruikt, hoe vaker deze effecten optreden. Het risico op verslaving kan niet worden uitgesloten.

Volgens de onderzoekers denken jongeren heel verschillend over de gezondheidsrisico's van lachgas. Vooral jongere gebruikers (van twaalf tot veertien jaar), die weinig ervaring met andere middelen hebben, zien lachgas vaak niet als een drug en denken dat er nauwelijks risico's zijn. De Nederlandse regering wil de beschikbaarheid van lachgaspatronen beperken, met name voor jongeren onder de achttien. Zij is met de detail- en groothandel in gesprek over vrijwillige maatregelen als een leeftijdsgrens of een quotum voor consumenten. Ook wil zij meer en betere preventie voor scholen, uitgaande jeugd en ouders. Ook in Frankrijk maken verschillende parlementsleden zich zorgen over de explosie van het gebruik van lachgas bij jongeren. In het noorden van Frankrijk zouden twee jongeren zijn overleden door het gebruik van lachgas.

De Nederlandse politie inventariseerde het aantal verkeersincidenten waarbij lachgas in het spel was. Duizenden processen-verbaal zijn doorzocht op de term lachgas in combinatie met de woorden ballon, gasfles of cilinder. In 2016 ging het om 60 gevallen, in 2017 om 130, in 2018 om 380 en dit jaar tot nu toe om 960 gevallen. Uit een onderzoek dat jongerenorganisatie TeamAlert deed samen met de NOS, bleek dat jongeren die lachgas gebruiken in de auto daar het risico niet van inzien. Bijna de helft van de ondervraagden denkt dat dit hun rijstijl niet beďnvloedt. Vaak gebruiken jongeren lachgas in de auto omdat het de plek is waar ze afspreken met vrienden. Vaak vinden jongeren lachgasgebruik achter het stuur «leuk» en «spannend». De helft vindt dat het «moet kunnen».

Deze vraag betreft een transversale gemeenschapsmaterie. Sinds de staatshervorming van 1980 is Vlaanderen bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden zoals gezondheidszorg en welzijnszorg (ook wel «bijstand aan personen» genoemd). Toch blijft ook de federale overheid nog gedeeltelijk bevoegd voor het zorg- en gezondheidsbeleid. Vlaanderen is aldus verantwoordelijk voor de drugspreventie terwijl de handhaving en de vervolging veeleer federaal is.

Graag had ik hieromtrent dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Hoe reageert u op de Nederlandse onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat vooral jongvolwassenen de grootste groep gebruikers zijn? Beschikt u over gelijkaardige signalen in ons land en kan u dit cijfermatig toelichten? Zo nee, ziet u reden om onderzoek te laten doen over het gebruik van lachgas door jongeren, gelet op de recente ontwikkelingen in Nederland en Frankrijk?

2) Bent u bereid om, in overleg met de detail-, groothandel en de distributie, maatregelen te nemen om de verkoop, handel en productie van lachgas als partydrug in te perken zoals in Nederland? Zo ja, kan u toelichten? Zo neen, Waarom niet?

3) Wat vindt u van de aanpak van uw Nederlandse collega, en in het bijzonder het overleg met de detail- en groothandel over vrijwillige maatregelen, zoals een leeftijdsgrens of een quotum? Overweegt u een gelijkaardig overleg en kan u dit toelichten wat betreft de timing en de inhoud?

4) Kan u meedelen wat de resultaten zijn van de door het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten opgerichte interadministratieve werkgroep, waarbij ook de Gewesten betrokken worden? Wordt, in het licht van de onrustwekkende resultaten van het Trimbos-Instituut, een actieplan overwogen? Zo ja, kan u de vooropgestelde maatregelen en de timing toelichten (preventiecampagene)? Zo neen, waarom niet, gelet op het toenemende gebruik en er in Frankrijk reeds doden vielen?

5) Hoe reageert u op de onderzoeksresultaten van het Trimbos Instituut en het Observatoire français des drogues et des toxicomanies (OFDT) die beide aangeven dat het herhaald gebruik van lachgas bij jongvolwassenen ernstige gezondheidsproblemen veroorzaakt?

6) Weet of er bij ons, net zoals in Nederland sprake is van een toename van het aantal verkeersincidenten met lachgas en kan u hierover gedetailleerde cijfers geven voor de laatste drie jaar? Zo neen, is het niet aangewezen dit vanaf nu apart te registreren gezien de klaarblijkelijke toename in Nederland? Kan u uw standpunt uitvoerig toelichten?

7) Bent u bereid mee te werken aan een preventiecampagne over het gebruik van lachgas in het verkeer? Zo ja, kan u precieze informatie verstrekken over de timing en de inhoud? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 9 oktober 2019 :

Enkel vraag 6) valt onder de bevoegdheid van de minister van Justitie.

De statistische databank van het College van procureurs-generaal bevat tot op heden geen betrouwbare gegevens met betrekking tot de politieparketten. Te dien einde heeft de minister recent nog overleg gehad met leden van het College. Het zal vanaf volgend jaar mogelijk zijn om juiste cijfers te geven met betrekking tot het verkeersmisdrijf van rijden onder invloed van andere stoffen dan alcohol, zoals voorzien in artikel 61bis van de Wegverkeerswet.