Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-2004

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 9 mei 2023

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Forensisch psychiatrisch centrum voor langverblijf – Locatie – Bouw – Oost-Vlaanderen – Beveiliging

psychiatrische inrichting
forensische geneeskunde
sociaal verweer
psychiatrie
provincie Oost-Vlaanderen

Chronologie

9/5/2023Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/6/2023)
3/7/2023Antwoord

Vraag nr. 7-2004 d.d. 9 mei 2023 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Reeds geruime tijd zijn de Vlaamse en federale overheid op zoek naar een geschikte locatie voor de bouw van een Forensisch Psychiatrisch Centrum voor langverblijf (LFPC) in Aalst.

In een LFPC worden geïnterneerde psychiatrische patiënten opgevangen waar ze in een gespecialiseerde instelling kwaliteitsvolle zorg en begeleiding krijgen. Het gaat om personen die een misdrijf pleegden en een psychische kwetsbaarheid of verstandelijke beperking hebben. De patiënten worden beschouwd als geïnterneerden met een hoog risico statuut.

Deze instellingen worden opgericht na een eerdere veroordeling van België door het Europees Hof voor de rechten van de Mens, omdat deze mensen vaak in de psychiatrische afdeling van de gevangenis verbleven en volgens het Europees Hof een gepaste zorg moeten krijgen in een instelling buiten de gevangenis.

Momenteel zijn er al twee LFPC's in werking in Antwerpen en Gent. Deze volstaan niet en er is nood aan bijkomende capaciteit. Terwijl er in Oost-Vlaanderen reeds een LFPC is, wordt er opnieuw de keuze gemaakt om een bijkomende LFPC te bouwen in Oost-Vlaanderen, nl. in Aalst. In Oost-Vlaanderen is er reeds opvang van geïnterneerden met een gemiddeld risico-statuut en een 'high security' afdeling voor geïnterneerde vrouwen met een hoog risico statuut in het psychiatrisch centrum Sint-Jan-Baptist in Zelzate. Daar bovenop is er ook een afdeling voor seksueel delinquenten in het algemeen psychiatrisch ziekenhuis Sint-Lucia in Zelzate.

Momenteel wordt de Gates-site in Erembodegem als toekomstige locatie naar voor geschoven. Deze site ligt in een dichtbebouwde omgeving en in de nabijheid van drie scholen met lager onderwijs. De bevolking stelt zich ook vragen bij eerdere incidenten in de reeds bestaande LFPC's over niet werkende noodknoppen, defecte deuren, gijzelingen en pogingen om te ontsnappen.

De procedure voor de opmaak van een gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) is lopende en momenteel zitten we in de fase van het voorontwerp van het GRUP en de effectenrapporten.

1) Kan de minister wat meer duiding geven in welke mate hij of zijn administratie betrokken waren bij het aanduiden van Aalst om nog een bijkomende LFPC op te richten? Dit terwijl er in Oost-Vlaanderen reeds een LFPC in Gent gevestigd is en er reeds andere opvanginitiatieven zijn in Oost-Vlaanderen voor geïnterneerden zoals hoger beschreven.

2) In welke mate werd er rekening gehouden met de negatieve adviezen van onder meer Infrabel, Agentschap Natuur en Bos, …?

3) Waarom wordt er niet de keuze gemaakt om een LFPC per provincie te installeren? Welke elementen lagen aan de basis om nog een extra LFPC in Oost-Vlaanderen op te richten?

4) Op welke manier wordt de beveiliging gegarandeerd van buurtbewoners en de scholen die in de nabijheid gelegen zijn? Komt er een verhoogd toezicht rond deze LFPC's na reeds heel wat incidenten in de reeds bestaande LFPC's?

5) Neemt de minister nog bijkomende initiatieven rond het oprichten van bijkomende LFPC's in de toekomst?

Antwoord ontvangen op 3 juli 2023 :

1) Geïnterneerden horen niet thuis in een gevangenis. Zij hebben nood aan en recht op een gepast hulpverleningsaanbod. Hierbij ligt de nadruk op de nauwe aansluiting bij de reguliere geestelijke gezondheidszorg en dit via lokale zorgnetwerken. De vorige regering heeft beslist om, naast de bouw van twee forensische psychiatrische centra (Gent en Antwerpen) ook een long stay centrum te voorzien voor geïnterneerden (beslissing ministerraad 18 november 2016), in Aalst. Deze, en ook andere initiatieven, zijn vervat in het derde Masterplan «Detentie en internering in humane omstandigheden». Intussen zijn het Forensisch psychiatrisch centrum (FPC) in Gent en het FPC in Antwerpen geopend en zijn er verschillende plaatsen bijgekomen voor geïnterneerden in psychiatrische ziekenhuizen. Er blijft echter een duidelijke nood bestaan aan specifieke opvang voor geïnterneerden, waaronder deze met een profiel langverblijf of long stay.

FPC Gent en Antwerpen zijn zorginstellingen gericht op doorstroom van geïnterneerde patiënten naar een vervolgsetting. In de praktijk blijkt dat de doorstroom voor sommige patiënten bijzonder moeilijk, zelfs niet haalbaar is. Voor geïnterneerden met een hoog risicoprofiel die niet of weinig reageren op therapeutische behandeling, waardoor hun kansen op re-integratie in de maatschappij als lager worden ingeschat, is er daarom ook nood aan een zogenaamd «longstay centrum».

Re-integratie en rehabilitatie zijn geen realistische opties op het moment van plaatsing in een longstay FPC (LSFPC). De zorg voor deze groep geïnterneerden is daarom meer gericht op het bieden van levenskwaliteit binnen een beveiligde omgeving. Uit ervaring blijkt immers dat bij patiënten die weinig ontvankelijk zijn voor een intensieve behandeling, een begeleiding binnen de LSFPC context een verbetering kan opleveren op psychiatrisch vlak en op het vlak van levenskwaliteit. De plaatsing in een LSFPC centrum sluit de mogelijkheid dat patiënten evolueren en uiteindelijk doorstromen naar een andere zorgvoorziening ook niet uit.

2) Een centrale ligging / toegankelijkheid is doorslaggevend voor de keuze van de locatie van dit LSFPC, want het is het enige dat in Vlaanderen voorzien is. Er is een uitgebreid locatie onderzoek uitgevoerd van meerdere sites in Aalst. Hiervoor werden de administraties van Volksgezondheid, Justitie, Regie der Gebouwen (die bevoegd is voor deze materie), departement omgeving samengebracht in een Planteam – zie verder.

De adviezen zijn publiek toegankelijk op het platform Digitale stedenbouwkundige informatie (DSI) en kunnen daar geraadpleegd worden. Er werden adviezen uitgebracht door het Agentschap onroerend erfgoed, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) en Infrabel, de Vlaamse Strategische Adviesraad voor ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed (SARO), de provincie Oost-Vlaanderen, het departement Landbouw en Visserij, het Agentschap voor natuur en bos, het departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Agentschap ondernemen, de Lijn, Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en de stad Aalst. Deze adviezen en alle inspraakreacties zijn verwerkt in de scopingnota, die een bijlage bevat waarin specifiek wordt ingegaan op alle advieselementen. De scopingnota kan eveneens geraadpleegd worden op de website van het departement Omgeving.

3) De Vlaamse en federale overheid zoeken nauwgezet naar een geschikte locatie voor de bouw van een Forensisch psychiatrisch centrum voor langverblijf met een capaciteit van honderdtachtig plaatsen, in Aalst. Bij het locatieonderzoek wordt gestreefd naar een «geïntegreerd planningsproces». Het planteam, samengesteld uit het departement Omgeving (inclusief team Milieueffectrapportage (MER) en team Veiligheidsrapportering (VR)), Regie der Gebouwen, federale overheidsdienst (FOD) Justitie en FOD Volksgezondheid, staat in voor de voortgang van het geïntegreerd planningsproces. Waar nodig laat het planteam zich ondersteunen door externe deskundigen (Antea groep, DenS Communicatie, enz.).

Het planteam neemt de globale verantwoordelijkheid voor het planproces op zich, inclusief het opmaken van documenten en verslagen met verwerking van inspraakreacties (onder andere van omwonenden), adviezen, enz.

De volgende stap is de milieubeoordeling en de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP). Een Forensisch psychiatrisch centrum kan immers alleen gebouwd worden in een zone voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen. Omdat er binnen al de onderzochte zones in Aalst onvoldoende ruimte beschikbaar is, zal de gekozen locatie eerst herbestemd worden. Dit valt onder de bevoegdheid van de Regie der gebouwen en gebeurt via een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan («GRUP»). Het GRUP wordt opgemaakt door de Vlaamse overheid, departement Omgeving in samenwerking met de federale overheid. Het GRUP vormt de basis om later de vergunning voor de bouw van het LSFPC aan te vragen. Dat zal gebeuren door de Regie der Gebouwen van de federale overheid. Zij zal het centrum bouwen in samenwerking met een privépartner.

Parallel met de opmaak van het GRUP wordt een plan-milieueffectenrapport of plan-MER gemaakt. Het plan-MER onderzoekt de verwachte effecten door de realisatie van de nieuwe bestemmingen. Vandaar de naam «geïntegreerd planningsproces», dat een grondige analyse van de verschillende locaties voorziet.

Inmiddels zijn er ook regelmatig contacten met vertegenwoordigers van de stad Aalst. De uiteindelijke beslissing voor een bepaalde locatie zal genomen worden door de Vlaamse regering.

4) Internering heeft een dubbel doel: naast het geven van de nodige zorg aan personen met een geestesstoornis, is het eveneens een veiligheidsmaatregel om de maatschappij te beschermen tegen de persoon die het misdrijf pleegde.

Zowel de bestaande FPC’s als het nieuwe LSFPC voorzien in een hoogbeveiligde omgeving. Dit betekent een maximale inzet van veiligheidstechnieken die enerzijds ten dienste staan van de interne werking van de site. Daarnaast wordt de perimeter – de grens tussen het LSFPC en de omgeving – maximaal beschermd. Dit door middel van infrastructuur (dubbel hekwerk, muur, camera’s, detectie-apparatuur, screening, beveiligde deuren), doorgedreven veiligheidsprocedures die continue getraind worden, alsook vierentwintig uur op vierentwintig en zeven dagen op zeven toezicht door een gespecialiseerd veiligheidsteam.

Wat de beveiliging betreft kan een Forensisch psychiatrisch centrum vergeleken worden met een gevangenis. Geïnterneerden kunnen er niet vrij naar binnen of naar buiten.

De verwijzing naar «heel wat incidenten» verdient enige nuancering. Vanzelfsprekend zijn er incidenten in een omgeving waar een groep mensen worden samengebracht met een bepaald risicoprofiel. Niettemin dient benadrukt te worden dat de beheersing van deze risico’s met de grootste zorg wordt aangepakt door middel van plannen, procedures, doorgedreven training. Dit gebeurt bovendien in samenspraak met en tussen de verschillende betrokken overheden en de hulpdiensten. Dit maakt dat de problemen waarnaar verwezen wordt, steeds volledig intern beheerd werden, zonder veiligheidsrisico naar de samenleving toe. Het gebeurt daarbij zelden dat een incident buiten de muren voelbaar is.

5) Het derde Masterplan «Detentie en internering in humane omstandigheden» voorziet in honderdtachtig longstay plaatsen in Vlaanderen, in Aalst, en honderdtwintig longstay plaatsen in Wallonië.