Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-130

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 12 november 2019

aan de minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee

Bpost - Radicalisering - Aantal gevallen - Maatregelen

postdienst
radicalisering

Chronologie

12/11/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/12/2019)
3/12/2019Antwoord

Vraag nr. 7-130 d.d. 12 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Aanpak van radicalisering is een transversale aangelegenheid.

Uit het antwoord op schriftelijke vraag nr. 1 van Kamerlid Pas blijkt dat er bij Bpost in 2015 drie aangiftes van radicalisering waren, in 2016 elf, in 2017 drie, in 2018 drie en in 2019 (deels) één (cf. Kamer, QRVA 55 001).

1) Heeft u inmiddels een geactualiseerd cijfer voor 2019?

2) In hoeveel gevallen (op jaarbasis) was er effectief sprake van radicalisering?

3) Wat was de functie van de als geradicaliseerd bevonden personen?

4) Hoeveel van de als geradicaliseerd bevonden personeelsleden werden effectief ontslagen (op jaarbasis)? Welke andere maatregelen werden eventueel tegen hen genomen?

Antwoord ontvangen op 3 december 2019 :

1) Aantal meldingen, in 2019, van een zorg over radicalisering : 4

2) bpost spreekt zich niet uit over het feit of er al dan niet sprake is van radicalisering. Bovendien moet worden onderlijnd dat een melding nog altijd geen bewijs is van daadwerkelijke radicalisering. Elke melding van een zorg over radicalisering zal tot een onderzoek leiden van te nemen maatregelen inzake fysieke integriteit en meer algemeen het psychosociaal welzijn. In voorkomend geval kunnen disciplinaire maatregelen worden overwogen.

3) De meldingen in 2019 gingen over 3 sorteerders en 1 postbode.

4) Er waren geen ontslagen na een melding van een radicaliseringsprobleem. De maatregelen ten aanzien van medewerkers die een bezorgdheid over radicalisering veroorzaken, zijn dezelfde als diegene die kunnen worden ondernomen bij elk ander probleem op de werkvloer. Het uitgangspunt is de dialoog met de gerapporteerde persoon.