Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1267

van Tom Ongena (Open Vld) d.d. 21 juni 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Jodenhaat - Conflict tussen Israël en Palestina - Antisemitisme - Stijging - Cijfers en tendensen - Strijd - Maatregelen - Nationale coördinator bestrijding antisemitisme - Aanduiding

antisemitisme
bestrijding van discriminatie
Palestijnse kwestie
xenofobie
racisme

Chronologie

21/6/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/7/2021)
8/12/2021Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1268

Vraag nr. 7-1267 d.d. 21 juni 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse coördinator voor antisemitismebestrijding (NCAB) meldt dat sinds de laatste uitbraak van het geweld in Israël het aantal meldingen van antisemitisme «schrikbarend» gestegen is (cf. https://www.nrc.nl/nieuws/2021/05/25/het-gedogen-moet-stoppen-tot-hier-en-niet-verder-a4044826). Zij roepen dan ook op om het gedogen hiervan een halt toe te roepen. Bij het Centrum Informatie en Documentatie Israël kwam in één week 15 % van het aantal meldingen van een gemiddeld jaar binnen.

De kritiek op de Staat Israël en hun controversiële houding omtrent de Palestijnen dreigt op te gaan in onverholen antisemitisme.

«De grens tussen kritiek op een Staat en een vermeende volksaard vervaagt. De Turkse president Erdogan had het laatst over bloedzuigende Israëli's. Hij haakt zo aan bij het aloude bloedsprookje. Als leiders dat zeggen, nemen anderen dat over. (…)

Verder zijn er oude fabels over Joden die achter je geld aan zitten en het bloed van kinderen verwerken in matzes. Die fabels worden nu geprojecteerd op het conflict in Israël. Er wordt gezegd dat Israëli's net zo erg zijn als nazi's. Zo wordt eigenlijk gezegd dat de Joden, die in de oorlog zijn weggevoerd en vermoord, het misschien wel verdienden,» aldus de Nederlandse coördinator voor antisemitismebestrijding.

In Amerika werd recentelijk nog een recordaantal antisemitische incidenten vastgelegd. In Frankrijk werden nog niet zo lang geleden Sarah Halimi en Mireille Knoll vermoord, ingegeven door antisemitisme. België krijgt op zijn beurt ook te maken met antisemitische taferelen, gaande van vernielingen tot fysieke en verbale agressie.

Onlangs nog werden in Brussel tijdens pro-Palestijnse betogingen antisemitische slogans gescandeerd (cf. https://www.demorgen.be/nieuws/manifestanten-in-brussel-beschuldigd-van-antisemitische-slogan-wat-is-er-exact-geroepen~b654037d/). Op beelden is een groep te zien die deel uitmaakt van de manifestatie en in het Arabisch zingt: «Khaybar, Khaybar, ya yahud, Jaish Muhammad, sa ya'ud.» Wat betekent: «Khaybar, oh Joden, het leger van Mohammed keert terug.» De veldslag bij Khaybar is een strijd in het jaar 628, toen de troepen van de profeet Mohammed ten strijde trokken tegen Joden van de plaats Khaybar en wonnen.

In 2019 veroordeelde het Antwerpse hof van beroep een Palestijn in ons land voor het scanderen van exact dezelfde slogan op een manifestatie enkele jaren eerder. Volgens de rechtbank kon de slogan «niet anders begrepen worden dan als het aanzetten tot haat of geweld jegens de Joodse gemeenschap».

Vorig jaar werd de slogan opnieuw gebruikt bij een demonstratie in Brussel. De Belgische Liga tegen antisemitisme diende toen klacht in bij de politie. Dit keer allicht niet: «Het kost te veel geld en lost niks op», aldus de voorzitter van de Liga.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen en de Gewesten. Het Centrum voor racismebestrijding werd immers in 2014 geïnterfederaliseerd. Het werd daarbij bevoegd voor gewest- en gemeenschapsmateries om zijn taak te kunnen volbrengen. Het is belangrijk dat het over alle indicatoren betreffende racisme beschikt. De strijd tegen antisemitisme is hierbij een kerntaak.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Wat zijn de tendensen omtrent antisemitisme in de jongste vijf jaar? Waar zijn de veranderingen en pieken waar te nemen? In hoeverre heeft het oplaaiende geweld in Israël en Palestina sinds kort deze statistieken de hoogte ingeduwd?

2) Is het inmiddels mogelijk om haatmisdrijven op basis van antisemitisme te onderscheiden van andere discriminatiecriteria? Welke stappen zijn reeds gezet om te komen tot een «coördinator bestrijding antisemitisme» (conform met de resolutie van de Senaat betreffende de bestrijding van antisemitisme, doc. Senaat, nr. 6-437/5)?

3) Indien het aantal antisemitische incidenten in stijgende lijn is, zullen dan extra stappen ondernomen worden om de veiligheid van deze bevolkingsgroep te garanderen? Zo ja, welke?

4) In hoeverre komt antisemitisme voor bij extreemrechts? In hoeverre bij extreemlinks? Hoe zit het met diverse complottheoretici (antivaxx, anti-5G, Qanon, enz.)? Kan u dit duiden?

5) Wat kan de overheid doen om anderen hieromtrent te informeren? Wat kan het onderwijs hierbij betekenen? Hoe kan de gemeenschap zichzelf wapenen hiertegen?

6) Bent u bereid een studie te laten uitvoeren betreffende het toegenomen antisemitisme en het daderprofiel en na te gaan in hoeverre de toepassing van de wet en de bestaande regelgeving moeten worden aangescherpt?

7) Bent u het eens met het principe om naar het voorbeeld van Nederland te voorzien in aan afzonderlijke aangifte en registratie van antisemitisme door de politie? Enkel door alle feiten correct te registreren kunnen we hier als beleidsmakers correct op inspelen. Kan u concreet toelichten?

8) Ik heb vernomen dat de Waakzaamheidscel belast met de strijd tegen het antisemitisme terug samen is gekomen. Kan u meedelen hoeveel maal per jaar deze de jongste drie jaar is samenkomen? Kan u oplijsten welke maatregelen aldaar werden bepleit?

4) Hoe reageert u op de vraag om een «nationale coördinator bestrijding antisemitisme» zoals gevraagd door de Joodse gemeenschap alsook de eerder unaniem goedgekeurde resolutie in de Senaat en dit naar het voorbeeld van Zweden, Bulgarije en Duitsland? Bent u bereid hier concrete stappen te zetten?

Antwoord ontvangen op 8 december 2021 :

1) De federale politie registreert en publiceert gegevens over holocaustontkenning en -revisionisme, die in de onderstaande tabel worden weergegeven.

Jaar

Ontkennen of trivialiseren van de holocaust

Goedkeuren of rechtvaardigen van de Holocaust

Niet nader bepaald

Totaal

2009

4

7

0

11

2010

1

1

0

2

2011

0

2

0

2

2012

1

6

0

7

2013

0

7

1

8

2014

1

4

0

5

2015

4

4

0

8

2016

1

3

1

5

2017

3

9

0

12

2018

4

6

0

10

2019

2

11

1

14

2020

8

18

1

27

Wat antisemitische, haatmisdrijven en discriminatie betreft, is het momenteel nog niet mogelijk om gedetailleerde cijfergegevens te bekomen op basis van de databases van politie en justitie. Deze feiten worden nu immers geregistreerd onder de grote categorie “racisme”, zonder dat er een onderscheid gemaakt wordt naargelang het desbetreffende haatmotief.

Wat Unia betreft, vindt u het aantal klachten over antisemitisme per jaar sinds 2009 in de onderstaande tabel.

Jaar

Klachten met betrekking tot antisemitisme

2009

109

2010

57

2011

62

2012

88

2013

69

2014

133

2015

51

2016

82

2017

56

2018

101

2019

79

2020

115

Na de sterke stijging van het aantal klachten over antisemitisme dat in 2014 bij Unia werd ingediend (tot 133 klachten), bleef het aantal klachten in de daaropvolgende jaren onder dit niveau. Het aantal klachten verdubbelde bijna van 2017 tot 2018, maar is sindsdien gedaald van 101 klachten in 2018 tot 79 klachten in 2019. De algemene trend van gemelde klachten over antisemitisme voor de periode 2008-2020 is stabiel, met regelmatige schommelingen in het aantal klachten van jaar tot jaar.

De recente gebeurtenissen in Israël en de autonome Palestijnse gebieden hebben ook een impact in België. De overheden hebben de situatie nauwlettend opgevolgd en verschillende instanties lichten deze impact toe. Er werd proactief opgetreden vanaf het begin van het opflakkeren van het conflict. De aanwezigheid van politie en militairen voor de Joodse instellingen was effectief en kan bepaalde incidenten hebben voorkomen.

Er waren in Antwerpen enkele manifestaties n.a.v. de problematiek in Israël/Palestijnse gebieden maar zonder incidenten. Op sociale media leeft het thema maar het leidt niet tot concrete incidenten. Er is bijgevolg geen toename vast te stellen op het vlak van incidenten.

Het OCAD heeft de situatie meteen geanalyseerd, en er werden geen elementen gevonden die een hoger dreigingsniveau rechtvaardigden. Bij het OCAD zijn geen verslagen of dossiers over ernstige incidenten geopend.

2) Op het niveau van de politionele en gerechtelijke autoriteiten beschikken wij momenteel niet over specifieke cijfers met betrekking tot feiten van antisemitische discriminatie, haatmisdrijven of haatspraak. Niettemin, wordt een nauwkeuriger registratie van haatmisdrijven en de verschillende vormen van racisme uitvoerig besproken en dit in overleg tussen de verschillende actoren die op dit gebied actief zijn.  Door die nauwkeurigere registratie van de verschillende soorten haatmisdrijven (antisemitische, homofobe, …) zal kunnen worden nagegaan of, en met betrekking tot welke haatmisdrijven en vormen van discriminatie, mensen klacht indienen bij de politie. Door de registraties op het niveau van de gerechtelijke autoriteiten op elkaar af te stemmen, wordt de koppeling tussen politiële en gerechtelijke registraties vergemakkelijkt en kan worden nagegaan wat de gerechtelijke gevolgen van deze klachten zijn en waar de concrete problemen liggen. Dankzij betrouwbare cijfers zal op het gebied van haatmisdrijven en discriminatie een meer gericht beleid kunnen worden ontwikkeld. Om tot betrouwbare cijfers te komen, zijn aangepaste werkwijzen nodig om de politie en het parket in staat te stellen een mogelijk haatmotief gedetailleerd te identificeren en te registreren.

Eenmaal de registratiesystemen van politie en justitie geoptimaliseerd zullen zijn, zal het dus mogelijk zijn om bij haatmisdrijven en discriminatie het desbetreffende haatmotief te registreren. Die optimalisering zal  het mogelijk maken om statistieken te genereren betreffende de verschillende haatmotieven.

Om dit doel van optimalisering van de statistieken door een nauwkeuriger registratie van de motieven voor haatmisdrijven en discriminatie te bereiken, zullen de werkzaamheden van de subgroep rond de registratie van haatmisdrijven worden voortgezet.

Wat de aanwijzing van een nationaal coördinator voor de bestrijding van antisemitisme betreft, zou ik willen onderstrepen dat tal van groepen het mikpunt kunnen zijn van haatboodschappen, haatmisdrijven of discriminatie. Wanneer men dus de aanwijzing van een  coördinator bestrijding antisemitisme overweegt, mag men niet voorbijgaan aan het feit dat ook andere groepen het doelwit kunnen zijn van haatboodschappen, haatmisdrijven of discriminatie dus dat voor die groepen eveneens coördinatoren wenselijk zijn.

Op nationaal en Europees niveau hebben tal van instellingen de volgende groepen in het bijzonder geïdentificeerd: de Joodse gemeenschap, de moslimgemeenschap, de Roma, personen van Afrikaanse afkomst, migranten, …. Verschillende internationale of supranationale instellingen hebben specifieke coördinatoren aangesteld voor sommige van die groepen. De OVSE en de Europese Commissie hebben allebei een coördinator voor de bestrijding van antisemitisme en een coördinator voor de bestrijding van islamofobie aangesteld. De Raad van Europa heeft een speciale vertegenwoordiger voor antisemitische en anti-islamitische misdrijven en andere vormen van religieuze onverdraagzaamheid en haat aangesteld. Het klopt dat veel lidstaten dat voorbeeld volgen.

Onze regering geeft momenteel absolute prioriteit aan de voorbereiding van het nationaal actieplan tegen racisme, waarin de verschillende vormen van racisme, zoals antisemitisme, worden erkend en dat gebaseerd is op het nemen van inclusieve maatregelen wanneer dat mogelijk is en het nemen van specifieke maatregelen per doelgroep wanneer dat nodig is. In het kader van de werkzaamheden van het nationaal actieplan tegen racisme, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de specifieke behoeften van elke groep. De maatregelen die zullen worden getroffen met het oog op de concrete vertaling van de racismebestrijding, rekening houdend met de behoeften van elke groep, worden thans op beleidsniveau onderzocht.

3) Wij houden uiteraard een waakzaam oog op elke toename van incidenten op het gebied van antisemitisme en zullen de nodige veiligheidsmaatregelen nemen om in voorkomend geval de Joodse gemeenschap te beschermen. De regering blijft uiteraard bijzonder waakzaam voor enige evolutie op het gebied van antisemitische incidenten om de Joodse gemeenschap de passende bescherming te bieden.

4) Wij kunnen ook opmerken dat er verschillende vormen van antisemitisme kunnen worden onderscheiden, met name in het licht van extreemrechts, fundamentalistische moslimkringen en bepaalde anti-Israëlitische en/of pro-Palestijnse personen.

5) Onderwijs is een essentiële factor in de strijd tegen antisemitisme. Het is belangrijk om jongeren bewust te maken van antisemitisme, en deel uit te laten maken van een bredere bewustwording van elke burger. Onze federale regering heeft bijgevolg beslist om deze thematiek van het onderwijs en het antisemitisme in samenwerking met de Joodse gemeenschap en de gefedereerde entiteiten binnen de waakzaamheidscel antisemitisme grondiger te onderzoeken.

6) In het najaar van 2021 verwachten we het  eindverslag van de Commissie van Experten belast met de evaluatie van de antidiscriminatiewetgeving van 10 mei 2007. Ik zal de gerechtelijke aanbevelingen uit het eindverslag grondig analyseren en deze waar aangewezen omzetten in ontwerpen van wetswijziging of andere maatregelen. Het uiteindelijke doel is om de antidiscriminatiewetgeving te actualiseren, te verbeteren en ervoor te zorgen dat de doeltreffendheid en de toepassing van de wetgeving in de praktijk verbeterd worden.

7) Zoals in het antwoord op vraag 2 wordt vermeld, is er een werkgroep opgericht om te zorgen voor de optimalisering van het systeem van registratie op het gebied van haatmisdrijven  en discriminatie, waarbij de verschillende vormen van antisemitische haatmisdrijven en discriminatie zullen kunnen worden geïdentificeerd. De besprekingen zijn momenteel aan de gang. Deze werkgroep ligt in de lijn van een breder expertisenetwerk ‘Criminaliteit tegen personen’ dat door het openbaar ministerie wordt geleid teneinde het strafrechtelijk beleid ter zake te coördineren.

8) De eerste waakzaamheidscel antisemitisme werd in 2004 opgericht in het kader van de voorbereiding van een actieplan tegen racisme, waarvan de bestrijding van antisemitisme deel uitmaakt. Het hoofddoel ervan is om informatie en gegevens uit te wisselen tussen de bevoegde autoriteiten, Unia en de Joodse gemeenschap over onder andere de follow-up van het strafrechtelijk beleid, de beveiliging van de gebouwen van de Joodse gemeenschap en de preventiemaatregelen tijdens gelegenheden.

De cel was niet operationeel tussen 2014 en 2018, maar werd in januari 2019 gereactiveerd. Door die reactivering kan de samenwerking tussen de vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap, de federale regering en de andere actoren die betrokken zijn bij de bestrijding van antisemitisme, worden geïntensiveerd. Sinds 2019 zijn het voorzitterschap en het secretariaat toevertrouwd aan de cel Gelijke Kansen van de FOD Justitie. In 2021 werden twee vergaderingen georganiseerd. Eind 2021 staat er een nieuwe vergadering gepland die met name over onderwijs zal gaan.

Maatregelen werden nooit echt bepleit. Wel werd bijv. een officieel standpunt van de overheden gevraagd over de carnaval-polemiek in Aalst, werd versterking van middelen gevraagd voor de beveiliging van de joodse gemeenschappen, werd een uitwisseling over antisemitisme/onderwijs gevraagd. Maar het primaire doel is de dialoog te bevorderen en informatie uit te wisselen.

9) In antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op de tweede vraag.