Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-123

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 4 november 2019

aan de vice-eersteminister en Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen

Illegaal verblijvende onderdanen van derde landen - Tewerkstelling - Inbreuken - Strafsancties

buitenlandse staatsburger
illegale migratie
zwartwerk
geldboete
administratieve sanctie
geografische spreiding
verblijfsrecht

Chronologie

4/11/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/12/2019)
18/12/2019Antwoord

Vraag nr. 7-123 d.d. 4 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Werk is een gewestelijke materie en bijgevolg behandelt deze vraag een transversale aangelegenheid.

In uitvoering van de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen, moet een werkgever die een derdelander (niet Europeaan) wil tewerkstellen, vooraf nagaan of die wel degelijk over een geldige verblijfsvergunning beschikt. Daarnaast moet hij, minstens voor de duur van de tewerkstelling, een afschrift of de gegevens van die vergunning of machtiging beschikbaar houden voor de inspectiediensten. Tot slot is hij ook verplicht om de in en uitdiensttreding van de derdelander aan te geven. Wie hiertegen een inbreuk pleegt, riskeert een sanctie van niveau 4: een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6 000 euro (of een van deze straffen) of een administratieve geldboete van 300 tot 3 000 euro (en de opdeciemen). De geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers. Naast een sanctie van niveau 4 kan de rechter de veroordeelde ook verbieden om gedurende een periode van een maand tot drie jaar zelf of via een tussenpersoon, de onderneming of inrichting waar de inbreuk werd begaan, geheel of gedeeltelijk uit te baten of er in dienst te worden genomen. Hij kan de inrichting ook doen sluiten voor maximum drie jaar. Deze bijzondere strafsancties gelden al langer in geval van illegale tewerkstelling van vreemdelingen en blijven ongewijzigd van toepassing. Zo blijft een werkgever ook hoofdelijk aansprakelijk voor de kosten van de repatriëring, de huisvesting, het verblijf en de gezondheidszorg van de illegale derdelander en zijn gezin.

1) In hoeveel dergelijke gevallen werd een strafrechtelijke geldboete opgelegd? Graag kreeg ik een overzicht voor de jongste vijf jaar op jaarbasis en per Gewest.

2) In hoeveel gevallen werd het dossier doorverwezen naar het gerecht? Graag kreeg ik een overzicht voor de jongste vijf jaar op jaarbasis en per Gewest.

3) In hoeveel gevallen werd de uitbating van de inrichting verboden of gesloten? Graag kreeg ik een overzicht voor de jongste vijf jaar op jaarbasis en per Gewest.

Antwoord ontvangen op 18 december 2019 :

Wat betreft de cijfergegevens met betrekking tot de strafrechtelijke boetes voor misdrijven inzake de sociale wetgeving, zijn er bij het College van Procureurs-generaal nog geen betrouwbare statistische gegevens beschikbaar, gelet op de nog aan de gang zijnde uitrol van MACH op het niveau « arbeid ». Voor het overige wordt verwezen naar de Minister van Werk, Economie en Consumenten, gelet op haar bevoegdheid ter zake.