de enquête inzake het aantal vrijstellingen op proef
opname in psychiatrische kliniek
sociaal verweer
voorwaardelijke invrijheidstelling
19/7/2013 | Verzending vraag |
20/8/2013 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3764
Deze vraag herneemt de schriftelijke vragen 5-4216 en 5-5986 inzake internering. In de laatste vraag kaartte ik aan dat er in februari 2011 bij de zeven Commissies voor de bescherming van de maatschappij een enquête liep inzake het aantal vrijstellingen op proef in verhouding met het totale aantal dossiers.
1) Heeft de geachte minister weet van deze enquête?
2) Heeft zij de resultaten van deze enquête reeds opgevraagd?
3) Kan zij mij de resultaten van deze enquête bezorgen?
De administratie EPI meldt dat zijn geen weet heeft van een enquête uitgevoerd in 2011. Er werd wel een rondvraag georganiseerd in juli 2012.
De administratie EPI beschikt over 3 cijfers in hun databanken: de opsluitingen van geïnterneerden, hun aantallen in de gevangenissen en IBM’s, en hun vrijlatingen. Deze cijfers zijn beschikbaar in het jaarverslag EPI. Het gaat om cijfers per gevangenis, en niet per CBM. De cijfers vertegenwoordigen maar één deel van de geïnterneerdenbevolking, namelijk de opgesloten geïnterneerden. De meeste geïnterneerden worden eerst op proef vrijgelaten. Eens buiten de gevangenis verlaten zij de databanken van EPI. Zij vallen wel nog steeds onder de verantwoordelijkheid van de CBM’s. Dit is te vergelijken met de situatie van veroordeelden die onder voorwaardelijke invrijheidstelling vrijkomen.