Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9454

van Dominique Tilmans (MR) d.d. 2 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

Het MUSIS-programma

ruimtevaartindustrie
satelliet
defensiebegroting
ruimteonderzoek
Europees Defensieagentschap

Chronologie

2/7/2013Verzending vraag
1/8/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3254

Vraag nr. 5-9454 d.d. 2 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Mijnheer de minister, op 10 juli 2012 antwoordde u mij het op een vraag over het MUSIS-programma dat momenteel een interne studie binnen Defensie aan de gang is met het oog op het bepalen van het nodige niveau van deelname om de beste operationele return te verkrijgen. Defensie kan zich niet formeel verbinden in een deelname aan het MUSIS-programma zolang de resultaten van deze interne studie niet gekend zijn. MUSIS is een gezamenlijk programma van het Europees Defensie Agentschap. Het dateert van 2009 en werd oorspronkelijk onderschreven door zes lidstaten, waaronder Belgie. Binnen MUSIS is het CSO-satellietsysteem de opvolger van de diensten die geleverd werden door de Helios- satellieten.

Mijn eerste vraag gaat over deze studie. Is ze beëindigd en wat zijn de conclusies?

Anderzijds verneem ik dat voor de 50 miljoen die BELSPO heeft geïnvesteerd, er voor de Belgische ondernemingen een return van bijna 85 % is. België draagt bij aan het CSO-systeem, zowel aan boord als op de grond.

Volgens de laatste informatie waarover ik beschik zou Frankrijk een bijdrage van 75 miljoen euro voor CSO vragen. Zou het niet interessant zijn met Frankrijk dit bedrag te heronderhandelen en te proberen het te beperken tot de de 50 miljoen euro die door BELSPO werden geïnvesteerd? Op die manier moet Defensie iets meer dan 10 miljoen euro investeren voor de aanpassing van het Helios-centrum te Evere, waar momenteel ongeveer 40 personen werken. Rekening houdend met de levensduur van het nieuwe systeem, bedraagt deze investering minder dan 1 miljoen euro per jaar. De onderhoudskosten zouden dezelfde moeten zijn als deze voor Helios, of zelfs lager liggen, gezien de nieuwe technologieën die worden gebruikt.

Met dit programma kan België zich inschrijven in het Veiligheids- en Defensieysteem van het Europees ruimtebeleid. Het is een echte opportuniteit voor de Belgische industrie om de meest geavanceerde technologieën te beheersen (elektronica, optica, informatica, automatisering, structuur, materialen, ...). Ons land zal tot 2030 een inlichtingencapaciteit gebaseerd op satellietbeelden kunnen handhaven.

Zou het, vooral met het oog op een belangrijke vermindering van de participatie in het CSO-programma van MUSIS, niet logisch zijn dat Defensie kan profiteren van een grotere en betere toegang tot het strategisch satellietinformatiesysteem, waarmee tegelijkertijd onze industrie wordt ondersteund in de tak Veiligheid en Defensie, een systeem dat met federale middelen wordt gefinancierd?

Ik veronderstel dat dit in ieder geval de motivatie moet zijn voor elke internationale partner die aan dit soort programma's deelneemt.

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2013 :

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen

Het interne onderzoek teneinde het niveau van deelname te bepalen om de beste operationeel rendement te bereiken is inderdaad afgesloten. Dit onderwerp werd behandeld in de Commissie Landsverdediging van de Kamer op 16 april 2013, in antwoord op vraag Nr. 16482 van de heer volksvertegenwoordiger Christophe Lacroix (CRIV 53 COM 714). Ik verwijs eveneens het geachte lid naar de interpellatie 85 van mevrouw Karolien Grosemans (CRIV 53 COM714), naar het antwoord op de vraag Nr. 17386 van mevrouw Karolien Grosemans in de Commissie Landsverdediging van de Kamer op 24 april 2013 (CRIV 53 COM723), en naar mijn antwoord op de schriftelijk vraag Nr. 452 van mevrouw Karolien Grosemans (QRVA 53-115).

Ik zou er echter willen op wijzen dat Landsverdediging er eerst en vooral moet op toezien op de coherentie tussen het Plan Investering Defensie- en veiligheid en de operationele prioriteiten, wat me terug naar mijn antwoord op de bovenstaande vraag brengt, wat betreft de operationele prioriteiten van de inlichtingen diensten.