Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9424

van Olga Zrihen (PS) d.d. 28 juni 2013

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

De rampzalige humanitaire toestand in de vluchtelingenkampen van Zuid-Soedan

Zuid-Sudan
vluchteling
noodhulp
vluchtelingenhulp
humanitaire hulp

Chronologie

28/6/2013Verzending vraag
11/7/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2851

Vraag nr. 5-9424 d.d. 28 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens een studie van Artsen Zonder Grenzen (AZG) van september jongstleden, is de humanitaire situatie in de vijf Zuid-Soedanese vluchtelingenkampen bijzonder zorgwekkend.

In het bijzonder wegens de dramatische kindersterfte is de humanitaire hulp er meer dan ooit nodig. Het sterftecijfer bij kinderen onder de vijf jaar ligt er tweemaal hoger dan de nooddrempel en vertegenwoordigt meer dan 58% van het totaal aantal geregistreerde overlijdensgevallen.

De medische equipes die instaan voor de Soedanese vluchtelingen in die kampen doen alles wat technisch mogelijk is om personeel en materiaal ter plaatse te laten komen om levens te redden.

Mijnheer de minister:

1) De media besteden weinig aandacht aan de humanitaire situatie in Zuid-Soedan en onze medeburgers zijn zich helemaal niet bewust van de ernst ervan, maar heeft de minister toch informatie over de evolutie van de humanitaire situatie in de vluchtelingenkampen?

2) Soedan behoort niet tot de 18 partnerlanden van onze ontwikkelingssamenwerking, maar aangezien de gezondheid, en in het bijzonder die van de kinderen, een van onze prioriteiten van de ontwikkelingssamenwerking vormt, stel ik de vraag welk initiatief kan worden overwogen om een einde te maken aan de rampzalige humanitaire toestand in de vluchtelingenkampen in Zuid-Soeadan.

3) Is het mogelijk noodhulp te organiseren? De Soedanese vluchtelingen kunnen in de huidige toestand immers niet in hun behoeften voorzien en de toestand is zo ernstig dat nationale of regionale hulp geen oplossing kan bieden.

Antwoord ontvangen op 11 juli 2013 :

1. Tijdens zijn eerste jaar als onafhankelijk land werd Zuid-Soedan geconfronteerd met een aantal crisissen die bijzonder grote humanitaire noden veroorzaakten: intracommunautaire conflicten, aanvallen van gewapende milities, grensconflicten en overstromingen, wat leidde tot de ontworteling van 330 000 burgers die IDP’s werden – Internally Displaced Persons, waarvan de helft in 2012. Het land heeft sinds 2005 en het vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Soedan ook meer dan 2,5 miljoen mensen moeten absorberen die in Zuid-Soedan terugkeerden, waarvan 406 000 sinds 2010 (cijfers van OCHA).

De humanitaire situatie blijft somber en onvoorzienbaar, voornamelijk in de Staten van het noorden die grenzen aan de Republiek van Soedan. De gevechten in de Soedanese Staten van Zuid-Kordofan en van de Blauwe Nijl hebben meer dan 200 000 Soedanezen ertoe gebracht naar Zuid-Soedan te vluchten, waar ze humanitaire hulp krijgen. Tienduizenden bijkomende vluchtelingen zouden de volgende weken of maanden kunnen volgen. Deze vluchtelingen komen aan in kampen die al vol zijn en volledig van de humanitaire hulp afhangen, waarbij het risico op besmetting met cholera en andere ziekten groot is.

2. Soedan en Zuid-Soedan maken deel uit van de complexe humanitaire crisissen die door de dienst humanitaire hulp van de DGD zijn geïdentificeerd.

Zo steunde de Belgische samenwerking in 2012 een project voor kinderbescherming van UNICEF (Strengthening Child Protection and Birth Registration Systems in South Sudan) ter hoogte van 1 000 000 euro.

De keuze voor dit project gebeurde samen met UNICEF, op basis van hun aanwezigheid ter plaatse, hun expertisegebied en de op voorhand bepaalde humanitaire noden.

Bijkomende humanitaire financieringen voor Zuid-Soedan – inzake gezondheid, voeding, voedsel en bescherming – zouden begin 2013 gedeblokkeerd kunnen worden indien de evaluatie van de humanitaire noden van OCHA, het ICRC en ECHO in lijn blijven met deze prioriteiten.

3. De dienst humanitaire hulp werkt met financieringskaders die de administratie de mogelijkheid geeft projectoproepen te lanceren. Vier types kaders zijn in het bijzonder voor Zuid-Soedan interessant:

a. Financieringskader van de complexe crisissen voor de multilaterale organisaties:

Dit kader biedt de mogelijkheid projecten te financieren van multilaterale organisaties (VN en Rode Kruis) in de crisissen die voorafgaandelijk als complex zijn geïdentificeerd door de dienst humanitaire hulp. Zuid-Soedan maakte hier tot 2012 deel van uit. De dienst humanitaire hulp onderzoekt vandaag het behoud van dit land in de lijst van complexe crisissen voor 2013.

b. Financieringskader van de complexe crisissen voor de Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s):

Dit kader laat toe projecten van ngo’s te financieren in de crisissen die voorafgaandelijk als complex werden beschouwd door de dienst humanitaire hulp. Zuid-Soedan maakte hier tot 2012 deel van uit. De dienst humanitaire hulp onderzoekt vandaag het behoud van dit land in de lijst van de complexe crisissen voor 2013.

c. Financieringskader van de ad hoccrisissen:

Mocht de humanitaire crisis in Zuid-Soedan nog verergeren, zou de dienst humanitaire hulp kunnen voorstellen dat fondsen via een ad hoc-kader zouden worden gemobiliseerd om deze bijzondere crisis te financieren. Deze optie hangt natuurlijk af van de mate van de hulp die kwetsbare bevolkingen en onze partners nodig hebben, en van de nog beschikbare middelen op de humanitaire budgetallocaties.

d. Multilateraal flexibel financieringskader:

Dit kader biedt de Belgische samenwerking de kans om, onder andere, flexibele fondsen te financieren: CERF (OCHA), DREF (IFRC), IRA (PAM), SFERA (FAO), Pooled Fund DRC (UNDP), ERF Syrië (OCHA) en CHF Zuid-Soedan (UNDP).

Dit type financiering impliceert dat België niet langer één crisis in het bijzonder financiert maar aan zijn partner de mogelijkheid biedt tussen te komen in elk humanitaire crisis die een interventie nodig heeft. De reactietijden worden er gevoelig door verkleind en de doeltreffendheid van de humanitaire organisaties neemt toe.

In een wereld waarin de crisissen zich vermenigvuldigen en waarin hun schaal zichtbaar toenemen, waardoor de humanitaire actoren verplicht zijn erg snel en op grote schaal tussen te komen, is er dus een grote vraag naar dit type financiering door onze humanitaire partnerorganisaties. België bevindt zich dus in de top 10 van de donoren van de CERF, SFERA en DREF.

Algemeen gesproken moet de financiering van flexibele fondsen zeker als een essentieel interventie-instrument op de voorgrond geplaatst worden. Dit maakt een uiterst snelle bijstand mogelijk van de humanitaire organisaties, op basis van de noden die voortvloeien uit de terreinevaluaties. Evenzeer maken de flexibele financiering van de organisaties zelf het mogelijk om de fondsen te richten daar waar ze het meest nodig zijn. Maar indien deze benadering een snelle interventie van de humanitaire organisaties garandeert, verkleint ze de rechtstreekse zichtbaarheid van de donoren. Het toegekende geld komt vanaf nu van het fonds of de organisatie en niet langer van een land. Dat is echter een kleine prijs die betaald moet worden voor een onmiddellijke humanitaire respons.