Het besluitenverslag inzake de weigering van de spoeddiensten van drie ziekenhuizen in de provincie Luxemburg om een zwaargewond slachtoffer van een verkeersongeval op te nemen
eerste hulp
geneeskundige noodhulp
ongeval bij het vervoer
ziekenhuis
rechten van de zieke
19/4/2013 | Verzending vraag |
22/11/2013 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3343
In de plenaire vergadering van de Senaat van donderdag 14 maart werd u ondervraagd over de weigering van drie spoeddiensten van Vivalia om een zwaargewond slachtoffer van een verkeersongeval te verzorgen.
Naar aanleiding daarvan verwees u naar een brief die de federale gezondheidsinspecteur van Luxemburg op uw verzoek naar de directeur medische zaken van Vivalia gestuurd heeft om tegen 18 maart de redenen te kennen waarom de drie betrokken spoeddiensten (Bastenaken, Marche en Libramont) geweigerd hebben het zwaargewonde slachtoffer op te nemen.
De commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening van Luxemburg is nu dus in het bezit van het antwoord op die brief.
Dat antwoord moest op 21 maart jongstleden worden geanalyseerd op de vergadering van het Bureau van die commissie.
Hebt u die analyse al ontvangen en kunt u ons de inhoud ervan meedelen?
Het bureau van de PCDGH van Luxemburg, dat inderdaad op 21 maart is bijeengekomen, heeft het antwoord van de verantwoordelijken van Vivalia op de vraag om uitleg rond de behandeling van twee polygetraumatiseerde patiënten op 21 februari 2013 onderzocht.
Wat de weigering van een patiënt in kritieke toestand in de gespecialiseerde spoedgevallendienst (GSD) van Bastogne betreft:
De GSD van Bastogne heeft de behandeling van de tweede gewonde geweigerd, voornamelijk op basis van het hangende, potentieel heelkundige bilan van de eerste binnengebrachte patiënt, daar waar de tweede gewonde gepolytraumatiseerd is, klinisch instabiel en dus een bilan vertoont dat de noodzaak op een onmiddellijke heelkundige ingreep met postoperatieve reanimatie suggereerde, wat het ziekenhuis van Bastogne, dat niet beschikt over een intensieve zorgeenheid, niet op zich kan nemen zonder risico voor de patiënt.
Het bilan van de eerste patiënt zal echter later aangeven dat zijn chirurgische urgentiegraad overgeëvalueerd bleek te zijn.
Wat de weigering van een patiënt in kritieke toestand door de GSD van Marche betreft :
De logische volgorde, op basis van de afstanden en de rijtijden, is Libramont, dan Arlon en dan Marche. Het is dus logisch dat er gevraagd werd deze volgorde te respecteren.
Wat de weigering van een patiënt in kritieke toestand door de GSD van Libramont betreft:
Er is duidelijk een communicatieprobleem tussen de arts van de MUG eenheid aan de grond van Bra-sur-Lienne en de geneesheer-hoofd van dienst van de GSD van CHA in Libramont, die ervan overtuigd is dat de MUG van Bra-sur-Lienne werd geactiveerd via zijn helikoptervoertuig, hoewel de helihaven van CHA is gesloten wegens werkzaamheden.
Uiteindelijk vinden de geneesheren-hoofd van dienst van de drie GSD (IFAC, CHA en CSL) samen met hun medisch directeur dat de eindkeuze van Arlon als GSD van bestemming de juiste beslissing was, wetende dat de toestand van de patiënt werkelijk kritiek was.
Het bureau van de PCDGH heeft akte genomen van deze opmerkingen en van de door Vivalia genomen initiatieven om de communicatie tussen de vier ziekenhuissites te verbeteren, waarvan de medische en verpleegkundige hoofden van de spoedgevallendiensten al zes maanden elke maand bijeenkomen om elk afstemmingsprobleem te regelen en te streven naar een geleidelijke harmonisering.