Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7962

van Dominique Tilmans (MR) d.d. 23 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De burn-out in de medische beroepssector

geestelijke gezondheid
mentale spanning
dokter
algemene geneeskunde
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

Chronologie

23/1/2013Verzending vraag
22/2/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2652

Vraag nr. 5-7962 d.d. 23 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het tekort aan zorgverstrekkers is in bepaalde streken van ons land onrustwekkend. Over het probleem van het tekort aan huisartsen en over de middelen om het beroep weer aantrekkelijker te maken wordt heel wat gediscussieerd. Om het beroep te herwaarderen moet nagedacht worden over de werkomstandigheden van het medisch beroep. Heel wat huisartsen en specialisten zijn overbelast. Bij sommigen brengt dit stress teweeg or zelfs tot een burn-out leiden. Het burn-outverschijnsel kan het tekort aan artsen nog doen toenemen. Sommigen kunnen kiezen voor zelfmedicatie om de continuďteit van de zorg te verzekeren, wat geen ideale oplossing is.

Mevrouw de minister, om die reden wens ik u een aantal vragen te stellen over het burn-outverschijnsel in de medische beroepssector.

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg heeft het probleem bestudeerd en een aantal actiepunten uitgewerkt inzake preventie van burn-out en de ondersteuning van huisartsen. Uit het onderzoek blijkt dat er geen specifieke begeleiding is voor artsen die met dit probleem kampen. Verschillende landen hebben maatregelen genomen om wanhopige artsen te hulp te komen. In Frankrijk werd in 2009 een vereniging opgericht om informatie te verzamelen voor het uitstippelen van een beleid dat beantwoordt aan de behoeften die het gevolg zijn van specifieke aandoeningen bij zorgverstrekkers (preventie, behandeling, ontwikkeling van structuren voor de opvang en de zorgverlening aan zorgverstrekkers). In Spanje bestaat al sinds 1998 een integraal zorgprogramma voor zieke artsen. In Quebec werd eveneens een hulpprogramma voor artsen opgezet. Ook in de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland werden initiatieven ontwikkeld.

De Fédération des maisons médicales schatte in 2005 dat 10% van de huisartsen een burn-out had. Het precieze aantal huisartsen in België met een burn-out is niet gekend. Het zou interessant zijn om over wetenschappelijke gegevens te beschikken.

Mevrouw de minister,

1. Beschikt u over meer precieze cijfers van het aantal personen in de medische sector dat met een burn-out wordt geconfronteerd?

2. Wat denkt u van het opzetten van een specifieke begeleidingsstructuur voor artsen die eraan lijden?

3. Welk gevolg werd gegeven aan de aanbevelingen van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg?

4. Werd hierover binnen de Nationale Commissie artsen-ziekenfondsen al nagedacht?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2013 :

1. Zoals u weet heb ik in 2009 het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) gevraagd om die problematiek meer gedetailleerd te onderzoeken. Het KCE-rapport 165 “Burn-out van huisartsen: preventie en aanpak” verscheen op 12 oktober 2011. Voorafgaand aan dat rapport (2007-2008) werd de problematiek van de burn-out uitvoerig besproken in de werkgroep “huisartsen” van de Nationale raad voor Kwaliteitspromotie (NRKP), en daarna in de voltallige zitting van de NRKP. Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) heeft mij vervolgens over het eindrapport van de NRKP ingelicht. Desondanks blijft het moeilijk om voor België over nauwkeurige cijfers te beschikken.

2. Vóór we een beslissing kunnen nemen over de aard en/of de noodzaak van een begeleidingsstructuur lijkt het belangrijk om te evalueren welke concrete maatregelen het meest geschikt en relevant zijn om aan de problematiek van de burn-out bij de huisartsen te verhelpen.

3. De besluiten en aanbevelingen van het rapport van het KCE werden op het plenum van de NRKP van 22 november 2011 voorgesteld en besproken, na voorafgaande discussies in de werkgroep “huisartsen” van 8 november 2011. De NRKP besliste daarop om een projectbeheerder aan te werven. Het Verzekeringscomité van het RIZIV heeft op 5 maart 2012 een overeenkomst getekend met de Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG - projectcoördinator). Die overeenkomst, die op 31 december 2012 afliep, heeft juist de bedoeling om na te gaan welke concrete maatregelen het meest geschikt en relevant zijn om aan de problematiek van de burn-out bij de huisartsen te verhelpen.

4. Het eindrapport van de projectleider (zie punt 3) zal als basis dienen voor een grondige bezinning in de Nationale artsen-ziekenfondsencommissie.