Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7447

van Helga Stevens (N-VA) d.d. 28 november 2012

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

De modernisering van het uitkeringsstelsel voor personen met een handicap

invaliditeitsverzekering

Chronologie

28/11/2012Verzending vraag
4/2/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2621

Vraag nr. 5-7447 d.d. 28 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele maanden geleden kondigde u via een grote mediacampagne en in de senaatscommissie Sociale Zaken aan dat u het stelsel van de uitkeringen aan personen met een handicap wenste te hervormen. Om de werking van het huidige stelsel te typeren nam u termen in de mond als "verouderd en ingewikkeld".

In een eerste fase voorzag u in een consultatieronde met alle actoren uit de gehandicaptensector. In een tweede fase zou wetgevend initiatief volgen. U beloofde vóór het verstrijken van 2012 wijzigingen aan de wet van 1987 voor te stellen.

1) Kan u een overzicht geven van de actoren die (niet) reageerden op uw oproep tot wijziging van de reglementering met betrekking tot het uitkeringsstelsel voor personen met een handicap?

2) Wat de reacties van de actoren uit de sector betreft: welke punten genoten uw bijzondere aandacht?

3) Wanneer mogen we uw wetgevend initiatief verwachten ?

Antwoord ontvangen op 4 februari 2013 :

In antwoord op uw vraag, kan ik u het volgende meedelen.

Zoals u in de inleiding van uw vraag aanstipt, heb ik in juni laatstleden beslist in eerste instantie de voornaamste partners die betrokken zijn bij de geplande hervorming uitgebreid te raadplegen: personen met een handicap zelf en hun gezin, de verschillende actoren van de handicapsector, voornamelijk de verenigingen die hen vertegenwoordigen, en de handicapdeskundigen (maatschappelijk assistenten van de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s), van de ziekenfondsen, van de opvangstructuren of van de ondernemingen voor aangepast werk, evenals de gemeentelijke ambtenaren die tegemoetkomingsaanvragen invoeren, enz.).

Ik wilde heel bewust werken in de geest van het Verenigde Natie-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, die als volgt kunnen worden samengevat: “Niets over ons zonder ons!”.

Ik heb 272 bijdragen ontvangen.

De deelnemers komen uit alle hoeken: privépersonen, ouders, verenigingen, ondernemingen voor aangepast werk, verblijfsinstellingen, arbeidsauditoraten, gemeenschaps- en gewestfondsen, adviesraden, gemeentebesturen, OCMW’s, ziekenfondsen, vakverenigingen, ziekenhuizen…

Op te merken valt dat sommigen hebben gekozen voor een “transversale” benadering, door andere partners op het terrein bij de denkoefening te betrekken (ziekenhuizen, rusthuizen, lokale verenigingen, adviesraden, personen met een handicap en hun gezin).

Alle bijdragen werden zorgvuldig onderzocht en worden verwerkt in een synthese die natuurlijk zal voorgelegd worden aan de parlementsleden van deze commissie.

In antwoord op uw laatste vraag betreffende de hervormingswet is het mijn bedoeling in de eerste jaarhelft van 2013 een ontwerp voor te leggen.