Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6982

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 4 september 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Strijd tegen de financiering van terrorisme - Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) - Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) - Staatsveiligheid - Financiën - Coördinatie en informatie-uitwisseling tussen diensten - Middelen - Info

geheime dienst
uitwisseling van informatie
terrorisme
belastingadministratie
witwassen van geld
staatsveiligheid
Cel voor financiële informatieverwerking

Chronologie

4/9/2012Verzending vraag
4/10/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6983
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6984

Vraag nr. 5-6982 d.d. 4 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Luidens de voorzitter van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI), Jean-Claude Delepière staat ons land nog nergens in de strijd tegen de financiering van terrorisme. Gezien de bevoegdheden van betrokken voorzitter is dit standpunt relevant.

Het onderzoek naar terrorismegeld zou lijden onder een gebrek aan coördinatie tussen de verschillende diensten: de CFI, de Staatsveiligheid, de militaire inlichtingendienst ADIV, Financiën, enzovoort. "We hebben goede diensten maar geen echte cultuur van informatie-uitwisseling", aldus betrokkene.

Delepière vraagt aan de wetgever om de samenwerking tussen de verschillende departementen te vergemakkelijken.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageren de respectieve ministers op de opmerkingen van het hoofd van het CFI wat betreft de gebrekkige informatie-uitwisseling tussen de verschillende bevoegde diensten (CFI, de Staatsveiligheid (VSSE), de militaire inlichtingendienst ADIV, Financiën)?

2) Welke concrete stappen zullen binnen de respectieve diensten worden ondernomen (CFI, de VSSE, ADIV en Financiën) om de financiële informatieverwerking rond terrorisme en extremisme te verbeteren? Welke middelen op het vlak van personen en budgetten worden hiervoor uitgetrokken?

3) In hoeverre is de gebrekkige informatie-uitwisseling een gevolg van het uitblijven van uniforme informaticasystemen en een communicatieplatform zoals vastgesteld in het rapport van het Comité I? Kunt u toelichten?

Antwoord ontvangen op 4 oktober 2012 :

1. In maart 2012 bracht de voorzitter van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) de eerste minister, de minister van Justitie, de minister van Financiën en andere ministers van de regering op de hoogte dat het nationale stelsel ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en proliferatie van massavernietigingswapens aan de nieuwe aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF) moet worden aangepast.

De nieuwe aanbevelingen 1 en 2 van de FATF vereisen enerzijds dat de benadering gebaseerd op het risico op witwassen of financiering van terrorisme, uitgaat van een “nationale risico– en dreigingsanalyse”. Anderzijds moet er een overheid worden aangeduid of werkwijzen worden opgesteld die het mogelijk maken om het passende nationale beleid hierover uit te werken, te coördineren en op regelmatige basis bij te werken.

De regering zorgt er momenteel voor dat er snel een werkwijze wordt opgesteld die aan de aanbevelingen van de FATF voldoet.

2. De besprekingen tussen de verschillende diensten werden aangevat en zouden ertoe moeten leiden dat er spoedig een structuur wordt opgezet voor de voortdurende analyse van het risico en de dreigingen op vlak van terrorisme en extremisme en de coördinatie van de vereiste handelingen om dit risico en deze dreigingen aan te pakken.

Duidelijke afspraken qua coördinatie en gegevensuitwisseling moeten leiden tot een efficiënter functioneren van de betrokken diensten en hoeven niet noodzakelijk bijkomende middelen te vergen.

3. Het ontbreken van een uniform informaticasysteem of van een communicatieplatform vormt in dit geval geen beletsel voor de efficiënte uitwisseling van informatie tussen de betrokken diensten.

Belangrijker dan informatica is in dit geval gestructureerde samenwerking. De structuur die binnenkort zal worden opgezet om de handelingen van de verschillende diensten te coördineren zal de uitwisseling van informatie vergemakkelijken.