Digitaal erfgoed - Europese erfgoedportal Europeana - Beleid - "Digitaal Erfgoed Nederland" - Aggregator
cultureel erfgoed
elektronisch document
gegevensbank
internetsite
archief
3/7/2012 | Verzending vraag |
22/8/2012 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6668
In Nederland is een nieuw driejarig project gestart om het Nederlandse digitale erfgoed te vergroten op de Europese erfgoedportal Europeana. Onder de naam "Digitale Collectie" werken het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, de Koninklijke Bibliotheek, het Nationaal Archief, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Digitaal Erfgoed Nederland samen. De eerste vier dienen als zogeheten "aggregatoren". Zij zijn verantwoordelijk voor de aggregatie van metadata uit verschillende erfgoeddomeinen.
Digitaal Erfgoed Nederland is vanuit haar rol als kennis- en expertisepartner betrokken bij het project.
De nationale aggregator verschaft een standaard voor de aansluiting van digitale erfgoedcollecties op (inter)nationale diensten en voorzieningen. Het project zorgt ervoor dat de verspreide digitale collecties op één punt samenkomen, en vervolgens weer gebruikt kunnen worden in diverse toepassingen, door erfgoedinstellingen en Europeana, maar ook door andere (her)gebruikers. Zo kunnen de metadata de basis vormen voor innovatieve toepassingen binnen virtuele tentoonstellingen, wetenschappelijk onderzoek, digitale leermiddelen en toeristische applicaties. De metadata zullen worden samengebracht in een centrale index die binnenkort toegankelijk is via de website www.digitalecollectie.nl.
1) Hoe reageert u op het Nederlandse initiatief?
2) Bestaat er in ons land een evenknie van "Digitaal Erfgoed Nederland" en zo ja, met welk budget werken zij en wat zijn hun verwezenlijkingen?
3) Kan u toelichten welke initiatieven u, al of niet in samenwerking met de Gemeenschappen, heeft uitgewerkt om ons digitaal erfgoed te vergroten en de toegankelijkheid ervan te vergroten? Kan u zeer uitvoerig en concreet toelichten?
4) Kan u toelichten wie bij ons de functie vervult van "aggregator" van dit erfgoed?
5) Hoe schat u onze aanwezigheid op de Europese erfgoedportal Europeana tot op heden in? Hoe gaat u ons land en haar digitaal erfgoed meer prominent naar voor schuiven en welke budgetten staan daar tegenover alsook welke partners werken daaraan mee?
6) Bestaat er bij ons reeds een centrale index die als aanknopingspunt dient voor de respectieve digitale erfgoeddatabanken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe zijn deze toegankelijk?
7) Bent u zinnens een gelijkaardige website uit te bouwen - al of niet in samenwerking met de Gemeenschappen - naar het voorbeeld van de website www.digitalecollectie.nl? Zo ja, kan u toelichten op het vlak van timing, personeel en budgetten? Zo neen, waarom niet?
Het geachte lid gelieve in bijlage het antwoord op zijn vraag te vinden.
1. Het Nederlandse project is wellicht een efficiënt instrument om metadata te uniformiseren om zo de aanwezigheid van het Nederlandse digitale erfgoed op de portaalsite Europeana te vergroten.
2. In ons land zijn er verscheidene soortgelijke initiatieven.
In de tweede fase van het federale plan om de collecties van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI's) die onder mij ressorteren en die van het Koninklijk Belgisch Filmarchief (KBF) te digitaliseren, is voorzien in de installatie van een intersectorale compiler (bibliotheken, archiefinstellingen, musea, audiovisuele sector) waardoor de aanwezigheid van het erfgoed van de FWI's in Europeana fors zou moeten worden versterkt.
Bij de deelgebieden heeft de Vlaamse Gemeenschap in 2011 grondig bestudeerd of het opportuun was een gemeenschappelijke compiler te installeren voor het volledige Vlaamse digitale culturele erfgoed. In het kader van het plan om het erfgoed van de federatie Wallonië-Brussel te exploiteren en te vrijwaren werd in 2010 een project voor een multisectoraleaggregator (tekst, beeld, audiovisueel materiaal, 3D) opgestart.
3. Naast het bovengenoemde door het Federaal Wetenschapsbeleid opgezette digitaliseringsplan van de FWI's, zijn deze laatste ook bij een aantal projecten betrokken waaronder
CARTESIUS, met als doel de cartografische collecties van de Koninklijke Bibliotheek van België (KBB), het Nationaal Geografisch Instituut (NGI), het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) en het Algemeen Rijksarchief (AR) te digitaliseren om dat consortium uit te rusten met een gemeenschappelijk aggregatorportaal met als specialiteit geografische metadata (polygonen enz.);
“Europeana Regia” en “EuropeanaCollections 1914-1918” gelieerd aan de KBB. In het kader van het eerste project worden zowat 874 zeldzame en kostbare manuscripten uit de middeleeuwen en de renaissance gedigitaliseerd. Met het tweede project is het de bedoeling in 2014 400 000 documenten in verband met de Eerste Wereldoorlog uit de collecties van tien nationale Europese bibliotheken online te plaatsen;
MIMO (Musical Instrument MuseumsOnline) (2009-2011) met als Belgische partners het KMMA en de KMKG (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis);
BHL (Biodiversity Heritage Library, 2009-2012) en “Opening up the Natural History Heritage forEuropeana” (2011-2014) met de medewerking van het KMMA, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en de Nationale Plantentuin;
APEnet (Archives Portal Europe) met de medewerking van het AR;
“European Film Gateway” (2008-2011) en in aansluiting daarop EFG1914 (2012-) met als doel Europeana te voorzien vanfilmcontent over de Eerste Wereldoorlog met de medewerking van het KBF.
Bovendien komen talrijke samenwerkingsverbanden tot stand tussen de verschillende instellingen van het land, zoals bijvoorbeeld tussen de KMKG en
het Expertisecentrum Digitaal Erfgoed (PACKED) in het kader van het Europese project ATHENA (Access toCultural Heritage Networks across Europe) (2009-2011);
het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) en het Design Museum Gent voor het project “PartagePlus :DigitisingandEnabling Art NouveauforEuropeana” (2012-2014);
de provincie Antwerpen, Internet Architects en Catwalkpictures voor het project Europeanafashion (2012-2015);
het KBIN en de KUL voor het project “EuropeanaInside” (2012-2014).
4. Bij gebrek aan een unieke nationale compiler leveren sommige instellingen hun content rechtstreeks aan Europeana, zoals het Musée royal de Mariemont, terwijl andere zoals de KBB haar metadata doorsturen via een gespecialiseerde internationale aggregator, in casu via de portaalsite TEL (The European Library).
5. De snelheid waarmee het in de portaalsite Europeana beschikbaar gestelde Belgische digitale erfgoed zal toenemen, hangt uiteraard af van de beschikbare kredieten in de volgende jaren, maar ook van de ontwikkeling van de Europese auteursrechtwetgeving. Op dit ogenblik is het online plaatsen van een collectie onderworpen aan de toestemming van de rechthebbenden voor zover zij na zorgvuldig zoeken konden worden geïdentificeerd. Nu worden technische tools ontwikkeld om die zoektocht te automatiseren. Maar als er op wetgevend vlak niets ingrijpend verandert, blijft het auteursrecht een forse rem op de uitbreiding van de portaalsite Europeana.
6. Vandaag de dag ontbreekt er een centrale index voor het Belgische gedigitaliseerde erfgoed, wel zijn een aantal geïnformatiseerde tools, te weten collectieve catalogi en databanken online toegankelijk zoals de Gemeenschappelijke catalogus van de federale bibliotheken (www.bib.belgium.be) of de Unicat, the Union Catalogue of Belgian Libraries (www.unicat.be).
7. Op dit ogenblik kan de aanwezigheid van ons erfgoed in de portaalsite Europeana fors worden versterkt door twee prioritaire acties, te weten enerzijds,naast de publiek-private samenwerking, fase II van het digitaliseringplan van de FWI's en het KBF financieren en anderzijds een soepele oplossing vinden op Europees vlak voor de aan de auteurswetgeving gelinkte knelpunten.