Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5938

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 20 maart 2012

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Geraardsbergen - Zottegem - Stationsbuurt - Pendelaars - Parkeerprobleem

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
spoorwegstation
pendel
parkeerterrein

Chronologie

20/3/2012Verzending vraag
17/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5938 d.d. 20 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een pak pendelaars zakt op weekdagen met de wagen af naar de stations van Geraardsbergen en Zottegem om er de trein naar het werk of de school te nemen. Het gevolg is dat in de onmiddellijke omgeving van de stations alle vrije plaatsen meteen ingenomen worden. Een deel ervan staat op de betaalparkings. Maar de parkeerdruk op de stationsomgeving is groot.

De stationsbuurten zijn beiden ook aan verfraaiing en herinrichting toe. Het gebrek aan parkeerplaatsen rond de stations is al langer een doorn in het oog van heel wat pendelaars, zowel in Geraardsbergen als in Zottegem. Bijkomende parkeerruimte kan bovendien ook het parkeerprobleem in de vlakbij gelegen handelscentra voor een deel verhelpen.

In Geraardsbergen zijn de plannen voor een bijkomende parkingtoren inmiddels concreet. Voor Zottegem is dat veel minder het geval. De plannen zijn er wel, maar er bestaat grote onduidelijkheid over wanneer die parkingtoren er eventueel zal komen en of daarvoor de middelen bestaan.

In dit kader volgende vraag:

1) Beschikt de geachte minister over cijfergegevens voor de periode 2008-2011 betreffende de mate van het gebruik van de pendelparkings in de beide steden, zowel de betalende als de andere, alsook van het aantal geparkeerde voertuigen in de omliggende straten? Hoeveel pendelaars zakken dus dagelijks met de wagen af naar beide stations en waar parkeren die zich allemaal?

2) Kan de geachte minister ook aangeven welke verhouding daarbij bestaat tussen gebruikers uit de beide steden zelf, en het gebruik ervan door niet-inwoners, alsook van de herkomst van die laatste? Hoeveel van deze pendelaars zijn dus afkomstig van buiten de steden zelf?

3) Op welke wijze denkt hij de parkeerproblematiek te zullen opvangen in beide steden? Welke middelen werden daarvoor uitgetrokken, voor welke jaren en voor welke concrete investeringen? Welke investeringen zullen de beide steden zelf moeten uitvoeren en bekostigen, en voor welke bedragen? Wanneer zullen de parkingtorens er precies staan?

Antwoord ontvangen op 17 juli 2012 :

1.  In het kader van de haalbaarheidsstudies voor de Masterplans die lopen in deze steden heeft de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-Holding modal split tellingen uitgevoerd in 2008 in beide stations. Deze modal split leverde volgende resultaten op :

2.  De NMBS-Holding beschikt niet over deze cijfergegevens.

3.  In Zottegem is een haalbaarheidsstudie tot Masterplan in opmaak. De NMBS-Holding voorziet in het project een totale capaciteit van 1 100 plaatsen uitbreidbaar tot 1 400 parkeerplaatsen.

Om op kortere termijn een oplossing te bieden heeft de NMBS-Holding aan het station Zottegem op haar eigen parking een systeem van toegangscontrole geïnstalleerd. De exploitatie van deze parking gebeurt onder volgende principes:

NMBS-Holding is steeds bereid om in samenwerking met de stad Zottegem een parkeerbeleid voor de reizigersparkings in de stationsomgeving uit te werken volgens deze principes.

In Geraardsbergen is ook een haalbaarheidsstudie tot Masterplan in opmaak. In de stuurgroep zetelen alle betrokken partners. De burgemeester van Geraardsbergen is voorzitter van deze stuurgroep. Op korte termijn voorziet de NMBS-Holding geen andere acties.