Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5184

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 16 januari 2012

aan de minister van Werk

Onterecht uitbetaalde uitkeringen - Terugvordering

werkloosheidsverzekering
fraude
zwartwerk
sociale uitkering
loopbaanonderbreking
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
geografische spreiding
officiële statistiek

Chronologie

16/1/2012Verzending vraag
2/5/2012Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5183
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5185

Vraag nr. 5-5184 d.d. 16 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze regering zet zwaar in op de strijd tegen de sociale fraude. Wat betreft de werkloosheidsuitkering wordt deze soms toegekend aan mensen die daar (tijdelijk) geen recht (meer) op hebben.

Tijdelijk geschorsten, mensen die intussen een job hebben gevonden, werklozen die wegens ziekte een uitkering van de ziekteverzekering ontvangen, bruggepensioneerden die het werk hervat hebben,… het is belangrijk om deze fenomenen in kaart te brengen. Soms berust de onterechte uikering op een fout van de administratie maar soms gaat het om misleiding of C4 fraude.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel werklozen of uitkeringstrekkers van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), opgesplitst per gewest, ontvingen in 2009, 2010 en 2011 jaarlijks een onterechte:

a) onderbrekingsuitkering (loopbaanonderbreking, tijdskrediet en themaverloven)?

b) werkloosheidsuitkering (inclusief wachtuitkering, brugpensioen…)?

2) Hoeveel bedroeg de som van de onterecht uitbetaalde uitkeringen waarvan de RVA de terugbetaling eiste, in respectievelijk 2009, 2010 en 2011, opgesplitst per gewest?

3) Hoeveel van deze onterecht uitbetaalde uitkeringen werden respectievelijk in 2009, 2010 en 2011 gerecupereerd en dit indien beschikbaar per gewest?

4) Hanteert de RVA nog steeds de ondergrens van vijfentwintig euro vooraleer een onterecht uitbetaalde uitkering terug te vorderen? Waarom en behoeft dit geen aanpassing?

5) Welke zijn de belangrijkste redenen waarom een onterecht uitbetaalde uitkering niet kan worden gerecupereerd?

6) Kan u aangeven wat u gaat doen op de onterecht uitbetaalde bedragen systematisch te recupereren?

Antwoord ontvangen op 2 mei 2012 :

1. Op basis van de beschikbare statistische gegevens kan aangetoond worden hoeveel beslissingen tot terugvordering er in 2009, 2010 en 2011 zijn genomen met betrekking tot uitkeringen ontvangen in 2009, 2010 en 2011 of daarvoor en waarvan het onverschuldigde karakter door de diensten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) is vastgesteld. Het aantal beslissingen tot terugvordering stemt niet noodzakelijk overeen met het aantal gerechtigden, aangezien een gerechtigde het voorwerp kan uitmaken van verschillende beslissingen tot terugvordering.

Tabel 1 – aantal beslissingen tot terugvordering van onderbrekingsuitkeringen (loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven)


2009

2010

2011

Vlaams Gewest

5.282

5.242

5.986

Waals Gewest

1.817

1.930

1.846

Brussels Hoofdst. Gewest

337

471

579

Land

7.436

7.643

8.41

Tabel 2 – aantal beslissingen tot terugvordering van werkloosheidsuitkeringen in brede zin (werkloosheidsuitkeringen, wachtuitkeringen, uitkeringen brugpensioen,…).


2009

2010

2011

Vlaams Gewest

26.297

26.839

24.750

Waals Gewest

24.825

22.174

20.150

Brussels Hoofdst. Gewest

7.600

8.541

7.384

Land

58.722

57.554

52.284

2. In onderstaande tabel kan het bedrag aan geboekte vastgestelde rechten voor terugvorderingen bij werknemers in euro teruggevonden worden:


2009

2010

2011*

Land

98.358.162

111.375.583

101.718.120

* geen definitief cijfer beschikbaar.

De vastgestelde rechten opgenomen in deze tabel betreffen een samenstelling van boekhoudkundige registraties en kunnen niet rechtstreeks vergeleken worden met de bedragen gepubliceerd in het jaarverslag van de RVA.

Een uitsplitsing per gewest is niet beschikbaar.

3. In onderstaande tabel kan het bedrag aan geboekte recuperaties voor terugvorderingen bij werknemers in euro teruggevonden worden.


2009

2010

2011*

Land

67.490.123

75.773.836

80.428.822

*geen definitief cijfer beschikbaar.

De recuperaties opgenomen in deze tabel betreffen een samenstelling van boekhoudkundige registraties en kunnen niet rechtstreeks vergeleken worden met de bedragen gepubliceerd in het jaarverslag van de RVA.

Een uitsplitsing per gewest is niet beschikbaar.

4. De RVA ziet af van de terugvordering wanneer het ten onrechte uitgekeerde bedrag lager is dan 25 euro. De redenen waarom afgezien wordt van de terugvordering zijn de volgende:

Het bedrag van 25 euro kan worden gewijzigd als daar redenen toe zijn die het rechtvaardigen (bijvoorbeeld: wanneer de kosten die moeten worden gemaakt, herzien worden).

5. De belangrijkste redenen waarom de onterecht uitbetaalde uitkering niet kan worden teruggevorderd zijn de volgende:

6. De RVA maant de debiteur aan om het verschuldigde bedrag binnen de 21 kalenderdagen te betalen. Als de debiteur niet in staat is het bedrag onmiddellijk of in één keer te betalen, kan hij betalingsfaciliteiten vragen. De RVA staat al dan niet deze faciliteiten toe en houdt daarbij rekening met de financiële toestand van de debiteur en met de belangen van de Rijksdienst.

Als de debiteur niet betaalt, zal de RVA een eerste en daarna een tweede aanmaning toezenden. Als hij daarna nog niet betaalt, zal de RVA inhoudingen laten verrichten op uitkeringen in toepassing van artikel 1410 § 4 van het Gerechtelijk Wetboek (voornamelijk inhoudingen op werkloosheidsuitkeringen, onderbrekingsuitkeringen, vergoedingen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering en pensioenen).

Wanneer de RVA er niet in slaagt het verschuldigde bedrag in te vorderen doordat de debiteur niet reageert op de verschillende aanmaningen en een inhouding op zijn uitkeringen niet mogelijk is, neemt de administratie der Domeinen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën het terugvorderingsdossier over. De werkloosheidsreglementering voorziet dat de RVA de dossiers van weerspannige debiteuren overmaakt aan deze administratie die over meer wettelijke middelen beschikt dan de RVA om de schuld in te vorderen. Deze dienst zal voor rekening van de RVA de schuld verder proberen te innen. Deze dienst kan daarvoor overgaan tot beslaglegging op roerende en onroerende goederen.