Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5176

van Richard Miller (MR) d.d. 13 januari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De doorgang en het stoppen van een trein met radioactief afval in het station van Moeskroen

vervoer per spoor
vervoer van gevaarlijke stoffen
radioactief afval
nucleaire veiligheid
veiligheid van het vervoer
nucleaire beveiliging

Chronologie

13/1/2012Verzending vraag
28/3/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1578

Vraag nr. 5-5176 d.d. 13 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Een konvooi met hoogradioactief afval is voor de eerste keer in volle dag door België gereden en heeft zelfs lang stilgestaan in het station van Moeskroen.

De doorgang van die trein heeft aanleiding gegeven tot talrijke protesten :

- de avond ervoor had een gemeenteraadslid van Moeskroen geprobeerd een motie te laten goedkeuren om meer duidelijkheid te krijgen over de reële gevaren van een dergelijk konvooi en om te voorkomen dat de bewuste trein door de stad zou rijden;

- militanten van Greenpeace hebben een betoging georganiseerd op de sporen ter hoogte van Essen, aan de grens tussen België en Nederland.

- de burgemeester van Gent heeft een actie in kort geding aangespannen teneinde de doortocht van de trein op zijn grondgebied te beletten.

De trein zou in het station van Moeskroen gestopt zijn om van locomotief te wisselen. Die wissel heeft bijna een uur geduurd en is, gelukkig, zonder incidenten verlopen. Moeskroen is altijd al een transitstation geweest voor nucleair afval, maar nu was het de eerste keer dat de trein er in volle dag is gepasseerd. Ik hoop dat u ons zult uitleggen om welke redenen de trein nu in het volle van de dag door België is gereden. Ik ben in ieder geval van oordeel, en ik zou graag uw mening daarover kennen, dat de doorgang van die trein overdag onvermijdelijk veel meer risico's met zich meebrengt.

Kunt u mij zeggen welke maatregelen genomen zijn om het konvooi te beveiligen, gelet op de potentiële risico's die er zijn : een spoorwegongeluk, een terroristische aanslag, radioactieve straling,...?

Kunt u me tot slot meer uitleg geven over de locomotiefwissel? Waarom moest dat in het centrum van de stad gebeuren? Zou het niet voorzichtiger geweest zijn dat op het platteland te doen?

Antwoord ontvangen op 28 maart 2012 :

Het spoorwegvervoer waarnaar het geachte lid nog verwijst, heeft plaatsgehad begin juni 2011. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken heeft reeds op 5 juli in de commissie van de Senaat een antwoord gegeven op bepaalde van uw vragen en op deze van de heer Anciaux over dit vervoer. Ik kan deze slechts herhalen. Dit vervoer was het eerste van een reeks van tien die voorzien zijn tussen 2011 en 2013. Het gaat om een transport, in transit via het Belgische spoorwegennet, van bestraalde splijtstof afkomstig van de kerncentrale van Borssele in Nederland naar de opwerkingsfabriek van La Hague in Frankrijk. Ondertussen heeft het tweede transport plaatsgehad in oktober 2011.

1. Zowel vanuit het standpunt van de veiligheid als van dat van de beveiliging van het vervoer wordt dit soort transporten door de Belgische autoriteiten opgevolgd en begeleid. Op radiologisch niveau is er geen enkel gevaar voor de bevolking bij dit soort transporten. De colli, dit wil zeggen de verpakkingen met inhoud, die gebruikt worden voor het vervoer van radioactieve en nucleaire stoffen zijn zodanig ontworpen dat de bescherming van de bevolking en het leefmilieu in alle omstandigheden, zowel normale als accidentele vervoersomstandigheden, en, ongeachte de gebruikte vervoerswijze, gewaarborgd is. De betrokken colli beantwoorden aan de strikte veiligheidscriteria die door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie worden opgelegd en in de verschillende modale vervoersreglementeringen werden opgenomen.

De verpakking, met een gesimuleerde inhoud, wordt aan verschillende proeven en tests onderworpen, waaronder:

Dit type van collo moet worden goedgekeurd door de autoriteiten van de betrokken landen, met name het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, indien de colli op het Belgisch grondgebied gebruikt worden. Daarenboven wordt het vervoer van radioactieve stoffen in België onderworpen aan een op voorhand door het FANC afgeleverde vergunning. Tijdens dit vervoer over het Belgische grondgebied was er een inspecteur van het FANC aanwezig op de trein. Er werden radiologische metingen uitgevoerd bij aankomst van het konvooi op Belgisch grondgebied om na te gaan of de wettelijke limieten werden nageleefd.

Wat de aspecten “security “ en openbare orde betreft, worden er door de betrokken bevoegde autoriteiten, zoals de federale en lokale politie, het crisiscentrum en het FANC, maatregelen getroffen in overleg met de betrokken organisaties: autoriteiten van de betrokken landen, de verzender, vervoerder, geadresseerde. Ik kan u evenwel, zowel voor veiligheids- als beveiligingsredenen, en overeenkomstig de bepalingen van artikel 2bis van de FANC-wet, geen verdere details verstrekken met betrekking tot de getroffen maatregelen en de aangewende middelen.

Voor meer gedetailleerde informatie over het vervoer van radioactieve stoffen in België, verzoek ik u het dossier te raadplegen dat hieromtrent door het FANC, in samenwerking met het crisiscentrum en de federale politie, werd opgesteld en op de website van het Agentschap werd gepubliceerd. De veiligheids- en beveiligingsmaatregelen die genomen worden om tijdens dergelijke transporten de bescherming van de bevolking, de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende straling te waarborgen, worden daarin uitgelegd. Dit dossier werd trouwens in september ll. aan de conferentie van gouverneurs voorgesteld. Op hun verzoek werden er in de maanden november en december 2011 in elk van de tien provincies en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad gelijkaardige informatiesessies georganiseerd. Dit dossier werd tevens op 22 september 2011 aan de pers voorgesteld.

2. Bij dit soort transporten is een locomotiefwissel technisch onontbeerlijk omwille van spoorwegaspecten en dit gebeurt telkens in het station van Moeskroen, het meest nabije Belgische station tussen het Belgische en Franse spoorwegennet. Een oponthoud van ongeveer een uur is hiervoor nodig, in de eerste plaats om de begeleiders toe te laten het konvooi in alle veiligheid te bestijgen of te verlaten, ten tweede, om de technische en administratieve controles uit te voeren die vereist zijn door de regelgeving die van toepassing is op het internationaal spoorvervoer. Het feit dat deze operaties overdag of ’s nachts plaatsvinden, heeft geen gevolgen voor de veiligheid van dit soort transporten, die berust op de elementen die ik zonet heb opgesomd.