Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4962

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 23 december 2011

aan de eerste minister

Klimaatopwarming - Verplaatsingen - Gebruik van het vliegtuig - Voorkeur voor reizen per trein

opwarming van het klimaat
reis
ministerie
emissiehandel
vermindering van gasemissie
luchtvervoer
vervoer per spoor
emissierechten
Protocol van Kyoto
ecologische voetafdruk

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
8/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-52

Vraag nr. 5-4962 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2008 gaf de minister van Klimaat en Energie aan dat hij een rondzendbrief voorbereidt ter attentie van de Belgische regeringsleden waarin hij hen aanmaande om meer gebruik te maken van de trein.

Verontwaardigd stelde de excellentie immers vast dat de Belgische regeringsleden en de leden van de beleidscellen jaarlijks ongeveer 6 500 heen- en terugvluchten maken. Met de hierbij gepaard gaande 13 000 ton CO2-uitstoot is de overheid een grote luchtvervuiler. De minister van Klimaat en Energie noemde de impact hiervan op het milieu aanzienlijk.

In een rondzendbrief stelde hij voor om bij korte verplaatsingen (tot driehonderd kilometer) niet langer gebruik te maken van een vliegtuig. Voor langere verplaatsingen geldt de tienurenregel. Overal waar men binnen de tien uur met de trein kan geraken moet volgens de rondzendbrief ook gebruik worden gemaakt van de trein.

In 2008 hadden de ministers van Klimaat en Energie en van Sociale Zaken en Volksgezondheid instructies uitgevaardigd waarbij de ambtenaren van de betrokken departementen verplicht worden de trein te nemen voor alle bestemmingen die zich op minder dan driehonderd kilometer afstand bevinden (Londen, Parijs, Amsterdam, Keulen, ...) en dat de trein ook de voorkeur zal krijgen voor grotere afstanden die per trein kunnen worden bereikt in minder dan tien uur (bijvoorbeeld de steden in Zuid-Frankrijk, Zwitserland, …).

Voor de verplaatsingen die toch per vliegtuig moeten gebeuren, wordt de uitstoot geneutraliseerd door de aankoop van certificaten bij compensatieprogramma's of door de aankoop en de annulatie van emissierechten op basis van het Europese emissiehandelssysteem of van het Protocol van Kyoto.

De minister van Klimaat en Energie liet weten het initiatief te willen uitbreiden tot alle regeringsleden en het personeel van de federale overheidsdiensten (FOD) en de programmatorische federale overheidsdiensten (POD) en de instellingen van openbaar nut. Een principebeslissing in die zin werd genomen en een werkgroep werd opgericht, doch binnen de groep werd nog geen akkoord bereikt.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1) Heeft u of hebben leden van uw administratie of beleidscel in 2008 en 2009 gebruik gemaakt van een vliegtuig voor verplaatsingen binnen een straal van driehonderd kilometer? Zo ja, hoeveel keer en bent u van plan om het gebruik ervan te reduceren?

2) Wat vindt u van het principe dat de regeringsleden en de departementen en FOD's die onder hun bevoegdheid vallen de trein moeten nemen voor alle bestemmingen in het buitenland die zich op minder dan driehonderd kilometer afstand bevinden? Kan u dat uitvoerig toelichten?

3) Wordt dat systeem nu reeds toegepast door de uzelf en de FOD's, beleidscellen en departementen waarvoor u bevoegd bent? Zo neen, waarom niet?

4) Wat vindt u van het principe dat als de verplaatsing toch per vliegtuig moet geschieden, de uitstoot moet worden geneutraliseerd?

5) Past u dit principe persoonlijk reeds toe en passen de departementen, de beleidscellen en de FOD's waarvoor u bevoegd bent dit reeds toe? Zo ja, hoeveel heeft dit reeds gekost en wat is de geschatte meerkost op jaarbasis?

6) Zo niet, waarom past u het principe van de neutralisering van de verplaatsingen per vliegtuig niet toe?

7) Is u het eens met de stelling dat de regering inzake het klimaat een voorbeeldfunctie moet vervullen, net als het Parlement?

Antwoord ontvangen op 8 maart 2012 :

1. In 2008 en 2009 is het vliegtuig geen enkele keer gebruikt voor een verplaatsing van minder dan 300 kilometer noch door de eerste minister, noch door personeelsleden van de Beleidsorganen en van de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de eerste minister.

2. De vraag van de geachte senator wordt toegezonden aan de Staatssecretaris voor Leefmilieu en Energie daar ze tot zijn bevoegdheden behoort.

3. Sinds 2007 staat de FOD Kanselarij van de eerste minister geregistreerd op de Europese lijst van het communautaire milieubeheer- en milieuaudit-systeem (EMAS). In dit kader wordt het gebruik van de trein systematisch aangemoedigd en dienen verplaatsingen per vliegtuig, zoveel mogelijk, te worden beperkt.

4. De vraag van de geachte senator wordt toegezonden aan de Staatssecretaris voor Leefmilieu en Energie daar ze tot zijn bevoegdheden behoort.

5. Het principe van de neutralisering van de uitstoot ingevolge verplaatsingen per vliegtuig wordt niet toegepast.

6. De vermindering van de CO2-uitstoot is vermeld bij de vier milieudoelstellingen die de Kanselarij in 2010 heeft gekozen. Daartoe zal in 2012 een “koolstofvoetafdruk” worden berekend: deze zal zowel betrekking hebben op het energieverbruik als op het goederen- en personen¬vervoer. Pas daarna kan een compensatie voor de volledige CO2-uitstoot (of voor het gedeelte ervan ingevolge verplaatsingen per vliegtuig) worden overwogen.

7. De vraag van de geachte senator wordt toegezonden aan de Staatssecretaris voor Leefmilieu en Energie daar ze tot zijn bevoegdheden behoort.