Geneeskundige commissies - Beroep tegen beslissingen - Opschorting visumintrekking - Gebruik
gezondheidsinspectie
beroepsdeontologie
openbare gezondheidszorg
infectieziekte
dokter
23/12/2011 | Verzending vraag |
7/11/2012 | Herkwalificatie |
10/12/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3746
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-2644
Naar aanleiding van vraag om uitleg 5-1320 (over de 'hepatitis arts' en de hervorming van de provinciale commissies Volksgezondheid), werd mij medegedeeld dat op initiatief van de minister de wet van 8 juni 2008 betreffende diverse dringende bepalingen werd aangepast zodat het opschortende karakter van een visumintrekking bij beroep tegen de beslissingen van de geneeskundige commissies vandaag onmogelijk zou zijn.
Graag had ik van de minister geweten hoeveel keer sinds de wetsaanpassing gebruik werd gemaakt van die opschorting en wat de redenen daartoe waren?
Sinds de aanpassing van de wetgeving is er geen opschortend karakter meer bij het in beroep gaan tegen een beslissing van een provinciaal geneeskundige commissie.
Sinds deze aanpassing hebben de kamers van beroep drie dossiers behandeld:
het eerste dossier betrof een arts die in beroep ging tegen de beslissing waarbij het behoud van het visum onder voorwaarden gesteld werd omwille van psychische ongeschiktheid. Dit beroep resulteerde in intrekking van het visum voor onbepaalde duur;
het tweede en het derde dossiers betroffen artsen met intrekking visum voor onbepaalde duur omwille van fysische en psychische ongeschiktheid. Beide artsen zijn spijtig genoeg overleden.
Geen van deze drie artsen heeft tijdens de beroepsprocedure kunnen genieten van opschorting.