De quota boetes opgelegd aan politieagenten
gemeentepolitie
overtreding van het verkeersreglement
geldboete
2/12/2011 | Verzending vraag |
7/12/2011 | Dossier gesloten |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1487
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4870
Al jaren zoemt het gerucht dat lokale politiekorpsen hun agenten quota voor het uitschrijven van boetes opleggen. Dit wordt dan formeel ontkend, maar blijkbaar met gespeelde en valse verontwaardiging. De "Nota Beleidsteam 15 juni 2011" van de Gentse politie vermeldt, zwart op wit, de quota om meer dan 10.000 autobestuurders zonder gordel en 33.000 foutparkeerders te "klissen". De korpschef geeft dit nu ook toe en ontkent eerdere ontkenningen. Hij motiveert deze quota als noodzakelijk om de beoogde doelen qua verkeersveiligheid te bereiken.
De vakbonden stellen zich grote vragen bij deze aanpak, zeker omdat deze quota een erg personeelsintensieve aanpak vergen op een moment dat de korpsen vooral met personeelstekort worden geconfronteerd. Hoewel ik in vele gevallen een voorstander van quota ben, stel ik me in deze context ook de vraag naar de efficiëntie van deze aanpak. Door agenten deze expliciete opdrachten te geven, zal hun aandacht voor andere verkeersproblemen uiteraard afnemen. Natuurlijk betekenen het dragen van de gordel en het fout parkeren belangrijke uitdagingen, maar er zijn er zoveel meer. Daarbij wil ik uitdrukkelijk verwijzen naar de vaak onbetamelijke wijze waarop zwakke verkeersgebruikers worden behandeld, de overdreven snelheid in woonbuurten enz.
Hoe apprecieert de minister de keuze van vele lokale politiekorpsen om bepaalde verkeersovertredingen te bestrijden door het invoeren van quota bij het beboeten daarvan? Vindt zij deze aanpak de juiste, beoordeelt zij deze methode als de optimale wijze om op dit moment, in situaties van wijd verspreid personeelstekort bij de lokale politie, een beperkt aantal specifieke verkeersovertredingen te bestrijden? In welke mate vermoedt de minister dat de keuze voor dit soort quota eerder wordt ingegeven door de behoefte aan het innen van veel geldboetes, dan door het streven naar de best mogelijke verkeersveiligheid? Deelt de minister mijn analyse dat deze quota-aanpak de aandacht afleidt van andere en minstens even belangrijke verkeersproblemen?
Vindt de minister deze feiten, die nu ook publiekelijk en sans gêne worden toegegeven, voldoende relevant om specifieke richtlijnen hieromtrent uit te vaardigen? Zo ja, welke maatregelen plant de minister hieromtrent, met welke argumenten en welke beoogde effecten? Zo niet, waarom beoordeelt de minister dit soort quota-aanpak niet voldoende belangrijk voor specifieke maatregelen?