![]() |
![]() |
Voedselveiligheid en volksgezondheid - Toelaten van het gebruik van diermeel - Controle - Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
voedselveiligheid
boviene spongiforme encefalopathie
veeteelt
veevoeder
slachtafval
4/3/2011 | Verzending vraag |
5/5/2011 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1636
De Europese veesector heeft een tekort aan eiwitten in het veevoeder. De Europese Unie (EU) denkt er daarom aan om slachtafval in veevoeder opnieuw toe te laten. Op dit moment worden deze eiwitten vooral geïmporteerd in de vorm van soja, wat een stuk duurder is en de veehouders afhankelijk maakt van anderen. De sector ijvert er bijgevolg voor om de verwerking van slachtafval tot beender- en diermeel opnieuw toe te laten. Dit werd op het einde van de jaren negentig verboden omdat het de oorzaak was van de dolle koeien ziekte.
Reeds geruime tijd lobbyt de landbouwsector om het gebruik van diermeel opnieuw toe te laten, zij het onder een aantal strikte voorwaarden: zo mag er geen kannibalisme optreden (varkens mogen geen slachtafval van varkens te eten krijgen); vegetariërs (zoals bijvoorbeeld herkauwers) krijgen geen dierlijk veevoeder en er moet een goed controlesysteem zijn om de voedselveiligheid te verzekeren.
Net bij deze laatste voorwaarde knelt het schoentje. Er is immers geen zekerheid dat het controlesysteem voldoende kan waken over de voedselveiligheid en de volksgezondheid in de verschillende Lidstaten.
Dit vermoeden wordt bovendien versterkt door een voorval, midden februari 2011, waarbij een man in Geraardsbergen overleed aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Het is op dit moment nog niet duidelijk of de man bezweek aan de BSE-variante, veroorzaakt door het eten van vlees van runderen die besmet waren met de dolle koeien ziekte. In de streek van Geraardsbergen en Aalst zijn nog twee andere vijftigers besmet met het gevaarlijke eiwit. Statistisch gezien is het abnormaal dat drie mensen in een kleine regio in dezelfde periode aan de zeldzame hersenziekte Creutzfeldt-Jakob lijden.
Dit sterfgeval kan het bewijs bieden dat op dit moment volledige voedselveiligheid niet uit te sluiten valt, ook wanneer het gaat om de verwerking van slachtafval in veevoeder.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Hoe staat de geachte minister tegenover de mogelijke versoepeling? Is zij van mening dat de huidige controlemechanismen voldoende zijn? Hoeveel inbreuken werden in 2007, 2008, 2009 en 2010 vastgesteld wegens niet-conforme samenstelling van dierenvoeders (en welke) en welke repressieve gevolgen werden daaraan verbonden?
2) Beschikt zij over cijfers betreffende het aantal personen die lijden aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob over de periode van 2005 tot 2010? Zijn er personen bij wie dit het gevolg was van de zeldzame BSE-variant? Hoeveel ervan zijn overleden?
1. De Europese Commissie heeft in het stappenplan II inzake boviene spongiforme encefalopathie (BSE)- maatregelen een aantal initiatieven aangekondigd, waaronder een mogelijke versoepeling van het voederverbod van veedieren met dierlijke eiwitten. In het bijzonder wordt aan een versoepeling gedacht voor varkens en pluimvee.
Zoals u terecht aangeeft zijn de basisvoorwaarden voor een eventuele versoepeling het verbod op kannibalisme voor verwerkte dierlijke eiwitten, het vermijden dat herkauwers toegang krijgen tot dierlijke eiwitten, en er moeten doeltreffende controlemogelijkheden zijn.
Er moet opgemerkt worden dat het verbod op dierlijke ei witten in het voeder geen op zichzelf staande doelstelling is, maar een deel van de zeer succesvolle strategie om de BSE-crisis aan te pakken. Het verwijderen van het gespecificeerd risicomateriaal bij herkauwers voor het in de voedselketen terechtkomt, wat een van de belangrijkste voorzorgsmaatregelen is, blijft volledig van toepassing. De scheiding en de verwerking van de dierlijke bijproducten, volgens de categorieën en de verwerkingsmethoden die een eventueel resterende infectiviteit kunnen inactiveren, blijven eveneens van toepassing.
Naast de door u geciteerde criteria voor een versoepeling dient ook het volgende in acht genomen te worden:
- het advies van de EFSA is steeds vereist. Met andere woorden enkel de producten die vanuit wetenschappelijk oogpunt als veilig beschouwd worden, kunnen worden toegelaten;
- voor wat betreft het bepalen van de diersoort zal een controlesysteem dat enkel gebaseerd is op traceerbaarheid, niet geaccepteerd worden. De diersoort moet niet alleen via documenten, maar ook via analyse kunnen vastgesteld worden. Momenteel staan dergelijke methoden nog niet helemaal op punt, al zal dit in de nabije toekomst wel het geval zijn door het werk van het Europese referentielaboratorium van Gembloux.
Ik ben van mening dat een versoepeling kan indien dit op een voor mens en dier veilige manier gebeurt en dat dit eveneens controleerbaar is.
De controlemechanismen voor het voederverbod zoals het momenteel bestaat zijn afdoende en hebben hun effectiviteit bewezen. Het laatste BSE-geval in België dateert van 2006 en in heel de Europese Unie zien we een jaarlijkse terugval van om en bij de 30 % van BSE-gevallen. De aantallen analyses worden vastgelegd en verdeeld volgens een risico-evaluatie, waarbij de meest risicovolle producten meer geanalyseerd worden. De aantallen analyses uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en de niet-conformiteiten (NC) van 2007 tot en met 2010 kunt u vinden in onderstaande tabel.
Jaar |
Analyse op wat? |
Geanalyseerd product |
Aantal analyses |
Aantal NC |
NC in welk type diervoeder? |
Maatregel in geval van NC |
2007 |
|
|
|
|
|
|
|
Aanwezigheid diermeel |
Voedermiddel |
115 |
1 |
Soja |
Geen maatregel gezien enkel sporen vastgesteld werden (< 0,1%) |
|
Aanwezigheid diermeel |
Mengvoeders |
1026 |
1 |
Aanvullend diervoeder rundvee |
< 0,1% waarschuwing |
|
Onzuiverheden (<0,15%) vetten |
Rundsvetten en mengvetten |
110 |
2 |
Dierlijk vet |
Pro justitia |
|
|
|
|
|
Mengvet |
Geen maatregel, na onderzoek bleek het om varkensvet te gaan. |
2008 |
|
|
|
|
|
|
|
Aanwezigheid diermeel |
Voedermiddel |
130 |
2 |
Bloedmeel |
Pro justitia |
|
|
|
|
|
bloedmeel |
Waarschuwing (<0,1%) |
|
Aanwezigheid diermeel |
Mengvoeders |
1018 |
1 |
Voeder voor legkippen |
Pro justitia |
|
Onzuiverheden (<0,15%) vetten |
Rundsvetten en mengvetten |
94 |
4 |
Rundsvet |
Pro justitia |
|
|
|
|
|
Rundsvet |
Pro justitia |
|
|
|
|
|
Mengvet |
Geen maatregel: verder onderzoek verzekerde dat onzuiverheid geen dierlijk eiwit is |
|
|
|
|
|
Mengvet |
Geen maatregel: bij verder onderzoek, bleek het varkensvet te zijn. |
2009 |
|
|
|
|
|
|
|
Aanwezigheid diermeel |
Voedermiddel |
90 |
0 |
|
|
|
Aanwezigheid diermeel
|
Mengvoeders |
961 |
1 |
Voeder voor varkens |
Geen maatregel (< 0,1%) |
|
Onzuiverheden (<0,15%) vetten |
Rundsvetten en mengvetten |
64 |
3 |
Mengvet |
Pro justitia |
|
|
|
|
|
Mengvet |
Geen maatregel: vet diende nog verder verwerkt te worden
|
|
|
|
|
|
Mengvet |
Geen maatregel: bij verder onderzoek bleken de geleverde loten conform |
2010 |
|
|
|
|
|
|
|
Aanwezigheid diermeel |
Voedermiddel |
282 |
0 |
|
|
|
Aanwezigheid diermeel |
Mengvoeders |
776 |
1 |
Biggenstarter |
Geen maatregel: te lange periode tussen monstername en analyse |
|
Onzuiverheden (<0,15%) vetten |
Rundsvetten en mengvetten |
76 |
1 |
Mengvet |
Waarschuwing |
2. Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.