Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1626

van Inge Faes (N-VA) d.d. 4 maart 2011

aan de minister van Justitie

Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders - Aantal aanvragen - Aantal toekenningen

geweld
slachtofferhulp
geografische spreiding
officiële statistiek
begrotingsfonds

Chronologie

4/3/2011Verzending vraag
23/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1626 d.d. 4 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden kunnen een schadevergoeding eisen van de daders. In het geval de dader onbekend of financieel ontoereikend is, komt de overheid tussen. Om daarin te voorzien heeft de overheid het Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders opgericht. Vorig jaar hebben 1 499 slachtoffers van opzettelijke gewelddaden een schadevergoeding gevraagd aan dit Fonds. Het Hulpfonds betaalde daarop 9,9 miljoen euro uit. Dit is een stijging met tweehonderd aanvragen en 500 000 euro sinds 2009. De totale hulp die aan een slachtoffer of zijn verwant kan worden toegekend, bedraagt maximaal 62 000 euro. Het Hulpfonds wordt gefinancierd door gerechtelijk veroordeelden die steeds 137,50 euro moeten storten.

Ongeveer een op de drie dossiers die de Commissie slachtoffers van opzettelijke gewelddaden behandelt, zou betrekking hebben op seksuele misdrijven. Voorts betreffen de dossiers moordzaken of fysiek geweld.

Natuurlijk komt niet iedereen in aanmerking voor een vergoeding van het Fonds. De feiten moeten zich in België hebben afgespeeld. Ook moet de dader veroordeeld zijn om in aanmerking te komen voor centen, of hij moet onbekend of onbemiddeld zijn.

Om deze problematiek beter te kunnen kaderen, had ik graag volgende cijfers gekregen:

- een onderverdeling van het aantal aanvragen per soort gewelddaad;

- het aantal aanvragen op het totaal waarin het Fonds financiële hulp toekent;

- het aantal keer dat het Fonds tussenkomt omdat de dader onbemiddeld is en het aantal keer omdat hij onbekend is.

Graag kreeg ik al deze cijfers per jaar sinds 2005 en onderverdeeld per gerechtelijk arrondissement.

Voor 25 januari 2010 was de Belgische nationaliteit of een geldige verblijfstitel vereist om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding uit het Fonds. Die vereiste werd echter bij wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II) geschrapt. Graag had ik het effect daarvan op het aantal aanvragen tot vergoeding geweten.

Hoeveel aanvragen tot vergoeding werden er sinds 25 januari 2010 gedaan door buitenlanders?

Voor hoeveel van die aanvragen werd er een vergoeding uitgekeerd door het Fonds?

Graag kreeg ik die cijfers sinds 2010 en onderverdeeld per gerechtelijk arrondissement.

Antwoord ontvangen op 23 september 2011 :

Vooreerst dient te worden opgemerkt dat de Commissie geen gegevens bijhoudt per gerechtelijk arrondissement waar de feiten gepleegd werden, zodat er terzake geen onderverdeling kan weergegeven worden.

* Wat de onderverdeling van het aantal vragen per soort gewelddaad betreft, kan verwezen worden naar tabel 1.

Hierbij kan het volgende worden opgemerkt:

* Cijfergegevens met betrekking tot het “aantal aanvragen op het totaal waar Fonds financiële hulp toekent” zijn weergegeven in tabel 2.

* Gegevens betreffende “het aantal keer dat het fonds tussenkomt omdat de dader onbemiddeld is en het aantal keer omdat hij onbekend is'”zijn terug te vinden in tabel 3.

Deze gegevens hebben alleen betrekking op de hoofdhulp (aanvullende hulp komt statistisch gezien te weinig voor om relevant te zijn; voor noodhulp gelden andere voorwaarden en is het meestal onduidelijk/niet geweten en ook niet relevant of de dader onbekend dan wel onvermogend is).

* Na 25 januari 2010 hebben 56 buitenlanders (waarvan 23 van buiten de Europese Unie (EU) een hulpverzoek ingediend bij de Commissie.

* Het aantal genomen beslissingen is terug te vinden in tabel 4.

Tabel 1


2005

2006

2007

2008

2009

2010

Slagen en verwondingen

23,66%

25,67%

25,41%

31,34%

31,76%

25,15%

Moord en doodslag

31,05%

29,93%

26,36%

23,85%

24,21%

32,22%

Zedenfeiten

16,50%

20,72%

21,75%

18,73%

19,49%

16,67%

Misdrijven tegen goederen

10,97%

12,11%

14,25%

13,69%

11,53%

13,02%

Arbeidsongeval

6,54%

5,79%

4,54%

5,19%

5,64%

6,10%

Relationeel geweld

4,67%

3,12%

3,40%

3,10%

3,23%

3,05%

Andere

6,61%

2,67%

4,29%

4,11%

4,15%

3,79%

Tabel 2


2005

2006

2007

2008

2009

2010

% positieve beslissingen

72,04%

69,14%

63,03%

62,91%

68,25%

63,92%

% uitstel bij beslissing

2,18%

1,99%

0,50%

1,52%

1,16%

1,11%

% rest (1)

25,78%

28,88%

36,47%

35,57%

30,59%

34,97%

Tabel 3


2005

2006

2007

2008

2009

2010

Hoofdhulp: ingevorderd

% t.o.v. het aantal positieve beslissingen

75,47%

72,54%

71,24%

74,22%

74,55%

71,29%

Hoofdhulp: geen invordering

24,53%

27,46%

28,76%

25,78%

25,45%

28,71%

Tabel 4


In 2010 ingediende hulpverzoeken

Aantal genomen beslissingen

(ex-)Joegoslavië

3

1

Turkije

1

1

Tadzjikistan

2


Rwanda

2


Polen

2


Pakistan

1


Oezbekistan

1


Nederland

6

2

Moldavië

1


Marokko

7

1

Macedonië

1


Italië

15

1

Griekenland

1


Frankrijk

6

1

Congo

2


Kameroen

1


Angola

1

1

Algerije

2


Albanië

1



1Het betreft beslissingen waarbij de afstand van het geding wordt toegewezen, de zaak van de rol wordt afgevoerd of waarbij het verzoek onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard.